Besluit instelling Bronzen Kruis

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-07-2015 t/m heden

Besluit van 1 Juni 1944, houdende vervanging van het Koninklijk besluit van 11 Juni 1940 (Staatsblad, No. A 22), zooals dit is gewijzigd bij Koninklijke besluiten van 8 Augustus 1940 (Staatsblad, No. A 23), van 27 November 1940 (Staatsblad, No. A 24) en van 24 April 1941 (Staatsblad, No. B 101) tot instelling van het Bronzen Kruis

Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers van Algemeene Zaken a.i., van Oorlog, van Marine en van Koloniën, d.d. 6 April 1944, Kans. A.Z. No. 77;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Ons besluit van 11 Juni 1940 (Staatsblad, No. A22), zooals dit laatstelijk is gewijzigd bij Ons besluit van 24 April 1941 (Staatsblad, No. B 101), te lezen als volgt:

Artikel 2

Het Bronzen Kruis wordt door Ons toegekend aan militairen in dienst van het Koninkrijk der Nederlanden, die zich door moedig of beleidvol optreden tegenover den vijand hebben onderscheiden.

Artikel 3

Het Bronzen Kruis kan, om de redenen, vermeld in artikel 2, mede worden toegekend aan:

  • 1. niet-militairen, Nederlander of Nederlandsch onderdaan zijnde;

  • 2. vreemdelingen, indien hun optreden heeft gestrekt ten behoeve van den Nederlandschen Staat.

Artikel 4

Het Bronzen Kruis, waarvan het model door Ons zal worden vastgesteld, bestaat uit een vierarmig bronzen kruis. Het kruis is bevestigd op een oranje zijden lint ter breedte van 37 millimeter, in het midden voorzien van een 6 millimeter breede verticale streep van Nassausch blauw.

Artikel 5

Zij, aan wie het Bronzen Kruis reeds eenmaal is toegekend en die daarna wederom door gelijkwaardige daden deze onderscheiding deelachtig worden, dragen het Arabische cijfer "2" in goud op het lint van het Bronzen Kruis. Bij een volgende gelijkwaardige daad wordt het cijfer "2" verhoogd tot "3" en verder.

Artikel 5a

Het Bronzen Kruis kan, indien dit in bijzondere gevallen door het Hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur wenschelijk wordt geacht, ook posthuum worden toegekend.

Artikel 5b

Ingaande 1 januari 2017 moet een verzoek om toekenning van het Bronzen Kruis zijn ingediend binnen tien jaar na het in artikel 2 genoemde optreden.

Artikel 6

In bijzondere gevallen, te Onzer beoordeeling, kan het Bronzen Kruis tijdelijk of blijvend, worden ontnomen aan hen, die zich dit eereteeken niet langer waardig toonen.

Artikel 7

Voorstellen tot het ontnemen van een verleend Bronzen Kruis kunnen aan Ons worden gedaan door Onzen Minister, van wien de voordracht tot het toekennen der onderscheiding is uitgegaan.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op den dag volgende op dien zijner afkondiging in het Staatsblad.

Artikel 9

In bijzondere gevallen is de Bevelhebber der Nederlandsche Strijdkrachten bevoegd het Bronzen Kruis onmiddellijk toe te kennen aan een militair onder zijn bevel, indien deze militair zich op het slagveld door moedig of beleidvol optreden tegenover den vijand heeft onderscheiden.

Artikel 10

De Bevelhebber der Nederlandsche Strijdkrachten zal van het toekennen van het Bronzen Kruis met omschrijving der daad, die tot de toekenning aanleiding heeft gegeven, onverwijld aan Ons kennis geven. Deze kennisgeving zal geschieden langs het betrokken Departement van Algemeen Bestuur.

Artikel 11

Voorstellen tot het ontnemen van een Bronzen Kruis, verleend door den Bevelhebber der Nederlandsche Strijdkrachten, kunnen aan Ons worden gedaan door Onzen Minister onder wiens departement de gedecoreerde persoon ten tijde van de toekenning der onderscheiding ressorteerde.

Artikel 12

Wij behouden Ons het recht voor de in Artikel 9 aan den Bevelhebber der Nederlandsche Strijdkrachten gegeven bevoegdheid te allen tijde in te trekken.

Onze Ministers van Algemeene Zaken, van Oorlog, van Marine en van Koloniën zijn, ieder voor zooveel hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Londen, den 1sten Juni 1944

Wilhelmina

De Minister van Algemeene Zaken a.i.,

Van Boeijen

De Minister van Oorlog,

Van Lidth de Jeude

De Minister van Marine,

J.Th. Furstner

De Minister van Koloniën,

H.J. Van Mook

Uitgegeven den derden Juli 1944

De Minister van Justitie,

Van Angeren

Naar boven