Wijzigingswet Wet bekostiging financieel toezicht (afschaffing overheidsbijdrage, [...] en de Nederlandsche Bank opgelegde dwangsommen en boetes)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Wet van 10 december 2014 tot wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage, de invoering van Europees bankentoezicht en de bestemming van door de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank opgelegde dwangsommen en boetes

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet bekostiging financieel toezicht te wijzigen in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage voor het toezicht op de financiële markten en de invoering van het Europees bankentoezicht, en dat het voorts wenselijk is boven een bepaalde grens te voorzien in een afdracht aan de Staat van de door de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten verkregen opbrengsten uit dwangsommen en bestuurlijke boetes;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 In 2015 wordt de som, bedoeld in artikel 13, derde lid, voor de toezichtcategorieën «Beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening», «Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen» en «Zorgverzekeraars» verminderd met respectievelijk € 0,4 mln., € 3,0 mln., en € 0,6 mln.

  • 2 In 2015 wordt de som, bedoeld in artikel 13, derde lid, voor de toezichtcategorieën «Betaalinstellingen, clearinginstellingen en elektronischgeldinstellingen», «Trustkantoren» en «Verzekeraars niet zijnde zorgverzekeraars» vermeerderd met respectievelijk € 0,3 mln., € 0,5 mln. en € 0,1 mln.

  • 3 In 2015 wordt de som, bedoeld in artikel 13, vierde lid, voor de toezichtcategorie «banken» vermeerderd met € 3,1 mln.

Artikel III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 10 december 2014

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de negentiende december 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven