Besluit vaststelling subsidieplafond en beleidsregels subsidiëring Subsidieregeling [...] Zaken 2006 (Gedetineerdenbegeleiding 2015–2016)

[Regeling vervallen per 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 19-12-2014 t/m 31-12-2016

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 10 december 2014, 173/2014, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Gedetineerdenbegeleiding 2015–2016)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Voor subsidieverlening in het kader van artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op de financiering van activiteiten op het gebied van begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op de financiering van activiteiten op het gebied van de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland geldt voor de periode vanaf 1 april 2015 tot en met 31 december 2016 een subsidieplafond van € 2.450.000, met dien verstande dat de daarmee gemoeide kasuitgaven niet meer bedragen dan € 1.050.000 in 2015 en € 1.400.000 in 2016.

  • 2 Van het in het eerste lid genoemde bedrag zijn voor de hierna genoemde vormen van begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland de volgende bedragen beschikbaar:

    • a. activiteiten op het gebied van resocialisatie: € 962.500 (€ 412.500 in 2015 en € 550.000 in 2016);

    • b. activiteiten op het gebied van juridische advisering: € 525.000 (€ 225.000 in 2015 en € 300.000 in 2016);

    • c. activiteiten op het gebied van zorg: € 831.250 (€ 356.250 in 2015 en € 475.000 in 2016);

    • d. het uitgeven van een tijdschrift dat de begeleiding van gedetineerden in het buitenland ondersteunt: € 131.250 (€ 56.250 in 2015 en € 75.000 in 2016).

  • 3 Subsidieverlening geschiedt onder de voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat ten laste komt van een nog niet vastgestelde begroting voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Aanvragen voor een subsidie in het kader van Gedetineerdenbegeleiding 2015–2016 worden ingediend vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 13 februari 2015.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven, de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2017.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,
namens deze,

de Directeur-Generaal Europese Samenwerking,

R.E. de Groot

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

I. Inleiding en doelstelling

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Eén van de onderdelen van het consulaire beleid van de Minister van Buitenlandse Zaken is het beleid met betrekking tot de gedetineerdenbegeleiding in het buitenland. Het doel van de gedetineerdenbegeleiding is het bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, door het bevorderen van menswaardige omstandigheden tijdens detentie, resocialisatie en het bevorderen van een adequate rechtsgang met in achtneming van een evenwichtige inzet wereldwijd van beschikbare middelen. Het monitoren hiervan geschiedt bij gedetineerden die hebben aangegeven daar prijs op te stellen, door bezoeken van ambassademedewerkers en door contacten met particuliere organisaties die hiervoor subsidie ontvangen. Daarnaast is er overleg met advocaten en lokale autoriteiten door het ministerie en de posten in het buitenland.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft voor activiteiten op het gebied van gedetineerdenbegeleiding door particuliere organisaties voor de periode vanaf 1 april 2015 tot en met 31 december 2016 € 2.450.000 beschikbaar. Van dit beschikbare bedrag is € 962.500 bedoeld voor activiteiten in het kader van resocialisatie, € 525.000 voor activiteiten op het gebied van juridisch advies, € 831.250 voor activiteiten in de vorm van het verlenen van zorg en € 131.250 voor het uitgeven van een periodiek tijdschrift ten behoeve van de gedetineerden.

Uiteraard is op de subsidieverstrekking in het kader van gedetineerdenbegeleiding de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor de subsidiëring van activiteiten ten behoeve van de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland geldt in aanvulling op het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 daarnaast het volgende.

II. Subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding komen in aanmerking activiteiten op het terrein van:

  • Resocialisatie: het ondersteunen van de resocialisatie in Nederland van Nederlandse gedetineerden die na hun detentie naar Nederland willen terugkeren, bijvoorbeeld door inzet van vrijwilligers die gedetineerden bezoeken, organiseren van cursussen, advisering bij financiële zaken voor en na de detentie.

  • Juridisch advies: het verschaffen van algemene juridische advies ten behoeve van een eerlijke en goede rechtsgang van Nederlandse gedetineerden, bijvoorbeeld door aan gedetineerden en/of hun contactpersonen informatie te verlenen over de lokale rechtsgang, de inzet van een lokale advocaat, Wots-verzoeken.1. Het gaat hierbij niet om (het inhuren van) juridische bijstand die leidt tot inmenging in de nationale rechtsgang.

  • Zorg aan gedetineerden die aanvullend is op de zorg die reeds door lokale gevangenissen wordt gegeven aan Nederlandse gedetineerden in landen die niet zijn opgenomen op de landenlijst van Annex 1 bij deze bijlage. Het dient daarbij te gaan om zorg op maatschappelijk, sociaal dan wel geestelijk vlak.2

  • Het uitgeven van een periodiek tijdschrift in de Nederlandse taal dat de begeleiding van gedetineerden in het buitenland ondersteunt. Inzet is de gedetineerde goed te informeren over alle gedetineerdenbegeleidingsmogelijkheden die hem worden aangeboden en aandacht te besteden aan alle elementen van het gedetineerdenbestaan, via de onderlinge expertise uitwisseling van organisaties die subsidie ontvangen in het kader van dit besluit en BZ.

Voorkeur heeft om deze activiteiten vanuit het land van detentie te verzorgen, via een lokaal netwerk van vrijwilligers, medewerkers en/of experts, bij voorkeur in de Nederlandse taal aangeboden (het tijdschrift dient geheel in het Nederlands te worden uitgegeven). Voor het uitgeven van een periodiek tijdschrift bestaat geen voorkeur voor het land waar deze activiteit wordt uitgevoerd.

Organisaties die in aanmerking komen voor subsidie in het kader van gedetineerdenbegeleiding zijn Nederlandse rechtspersonen die statutair in Nederland zijn gevestigd. Dit omdat het gaat om de begeleiding van Nederlandse gedetineerden, voor wie de band met Nederland van belang is. De organisatie dient te beschikken over een lokaal netwerk van vrijwilligers, medewerkers en/of experts dan wel dient dit op korte termijn te kunnen opbouwen. Daarnaast dient de organisatie relevante ervaring te hebben op het gebied van gedetineerdenbegeleiding in Nederland en/of in het buitenland.

Elke aanvraag dient betrekking te hebben op één van de hiervoor genoemde vier categorieën van bijstand. Een organisatie mag meerdere aanvragen indienen.

Aanvragen mogen ook worden ingediend namens een samenwerkingsverband van organisaties als hiervoor omschreven. In het geval van een gezamenlijke aanvraag treedt een van hen namens allen op als penvoerder, de andere zijn mede-indieners. Indien een dergelijke aanvraag wordt gehonoreerd, wordt de penvoerder de ontvanger van de subsidie. Deze zal volledig verantwoordelijk en aanspreekbaar zijn voor de uitvoering van de voorgenomen activiteiten en voor de naleving van de aan de verlening van de subsidie verbonden verplichtingen.

III. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Onder direct subsidiabele kosten vallen:

  • opleidingskosten die gemaakt worden ter bevordering van de deskundigheid van (lokale) vrijwilligers;

  • kosten voor een periodiek tijdschrift ten behoeve van de gedetineerden, inclusief verspreidingskosten, voor zover deze kosten niet al vallen onder de andere in deze paragraaf genoemde kosten;

  • kosten voor kleine attenties voor gedetineerden;

  • cursusgelden t.b.v. gedetineerden gericht op resocialisatie;

  • reiskosten, op basis van economy class en met door Nederlandse luchtvaartmaatschappijen gehanteerde comfort class dan wel een prijs van een daarmee vergelijkbare klasse van andere luchtvaartmaatschappijen;

  • kosten van de inhuur van juridisch advies ten behoeve van het bevorderen van een zorgvuldige rechtsgang;

  • Kosten van direct productieve uren, zoals het uitwerken van verslagen, het begeleiden van vrijwilligers, de productie van en het schrijven voor een blad ten behoeve van gedetineerden;

  • Voor eventuele bijzondere kosten welke hier niet genoemd zijn die op de begroting worden opgevoerd geldt dat zij toestemming behoeven van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Verder zijn de hiermee samenhangende indirecte kosten (overhead) subsidiabel.

Niet subsidiabel zijn kosten gemaakt voor taxiritten of hotelovernachtingen in Nederland.

IV. Drempelcriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Om voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding in aanmerking te komen dient een subsidieaanvraag in ieder geval aan de volgende criteria te voldoen:

  • 1. De aanvrager is een Nederlandse rechtspersoon, statutair gevestigd in Nederland, die relevante ervaring heeft op het gebied van gedetineerdenbegeleiding;

  • 2. De organisatie beschikt over een lokaal netwerk van vrijwilligers, medewerkers en/of experts dan wel is in staat dit op korte termijn op te bouwen.

  • 3. De aanvraag betreft activiteiten op het gebied van één of meer van de volgende vormen van gedetineerdenbegeleiding:

    • a) resocialisatie van Nederlandse gedetineerden die na detentie voornemens zijn terug te keren naar Nederland;

    • b) juridisch advies aan Nederlandse gedetineerden;

    • c) zorg aan Nederlandse gedetineerden, aanvullend op de zorg die reeds door lokale gevangenissen wordt gegeven, op maatschappelijk, sociaal dan wel geestelijk vlak, aan gedetineerden in landen die niet zijn opgenomen op de landenlijst van Annex 1 bij deze bijlage;

    • d) vier maal per jaar uitgeven tijdschrift met informatie over Nederlandse consulaire bijstand, resocialisatie, juridisch advies en zorg.

Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen en niet verder beoordeeld.

V. Beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Subsidieaanvragen in het kader van gedetineerdenbegeleiding worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria, waaraan in voldoende mate moet worden voldaan om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie in het kader van gedetineerdenbegeleiding:

  • 1. De mate waarin de activiteiten op maat gesneden bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen;

  • 2. De mate waarin de activiteiten doelmatig zijn;

  • 3. De mate waarin de activiteiten kosteneffectief zijn, waarbij gestreefd dient te worden naar maximale inzet van lokaal aanwezige expertise en het beperken van het aantal reisbewegingen vanuit Nederland;

  • 4. De mate waarin de activiteiten worden aangeboden in de Nederlandse taal voor zover de te begeleiden gedetineerde deze taal beheerst;

  • 5. De mate waarin de activiteiten worden uitgevoerd door inzet van lokale vrijwilligers, medewerkers en/of experts;

  • 6. De mate waarin het voorstel is uitgewerkt in Doelstellingen, Resultaten, Activiteiten en Middelen en de verbanden hiertussen;

  • 7. De mate waarin het voorstel Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden is geformuleerd.

  • 8. Voor de aparte categorieën van activiteiten gelden daarnaast de volgende specifieke beoordelingscriteria:

    • a. Juridisch advies: De wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:

      • advies alleen wordt gegeven indien de gedetineerde daar expliciet om heeft gevraagd;

      • het advies een aantoonbare toegevoegde waarde heeft. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn in geval van nog niet onherroepelijke strafzaken, juridisch complexe zaken, zaken waarin geen adequate lokale juridische bijstand beschikbaar is, zaken waarin mogelijk de doodstraf kan worden opgelegd.

    • b. Zorg: de wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:

      • de zorg zowel maatschappelijk, sociaal en geestelijk van aard is;

      • de zorg via een lokaal netwerk en direct wordt verleend door middel van persoonlijke gesprekken.

    • c. Tijdschrift: de wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:

      • Informatie aan gedetineerden tot stand komt in samenwerking met andere organisaties die subsidie ontvangen in het kader van dit besluit en het ministerie van BZ;

      • Het tijdschrift de gedetineerde op correcte wijze informeert over alle mogelijkheden die aangeboden worden t.a.v. gedetineerdenbegeleiding door de Nederlandse overheid;

      • Het tijdschrift aandacht besteedt aan alle elementen van het gedetineerdenbestaan.

Indien niet in voldoende mate wordt voldaan aan deze beoordelingscriteria, wordt de aanvraag afgewezen.

VI. Beoordelingsprocedure

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Organisaties die een subsidieaanvraag doen in het kader van gedetineerdenbegeleiding dienen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie, allereerst te voldoen aan de drempelcriteria van paragraaf IV. De aanvragen die hieraan voldoen worden vervolgens beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria van paragraaf V.

De beoordeling van de aanvragen en de toekenning en verdeling van de voor gedetineerdenbegeleiding beschikbare middelen vinden plaats via een tender: van alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven van deze beleidsregels, wordt de kwaliteit beoordeeld volgens dezelfde criteria. De aanvragen die het beste voldoen aan de criteria komen als eerste voor subsidie in aanmerking. De Minister besluit tot subsidieverlening overeenkomstig deze rangorde.

Als de beschikbare middelen niet toereikend zijn om alle aanvragen die als voldoende zijn beoordeeld volledig te honoreren, zal de verdeling van de middelen over deze aanvragen vervolgens plaatsvinden aan de hand van een rangschikking van de aanvragen naar aanleiding van de uitkomsten van de beoordeling. Bij de uiteindelijke verdeling van de middelen zal de mate waarin een aanvraag wordt gehonoreerd gerelateerd zijn aan de mate waarin aan de criteria wordt voldaan. Deze verdelingsmethode geldt voor elk sub-plafond zoals vastgesteld in artikel 2, tweede lid, van het besluit waarbij deze bijlage hoort.

VII. Eisen aan het projectvoorstel/aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

De aanvraag dient bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid, Afdeling Consulaire Aangelegenheden, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag, ontvangen te zijn uiterlijk op 13 februari 2015. Aanvragen dienen compleet en zonder voorbehoud te worden ingediend en rechtsgeldig te zijn ondertekend.

De aanvraag dient vergezeld te gaan van3:

  • een activiteitenplan,

  • een gespecificeerde begroting,

  • een liquiditeitsprognose;

  • het jaarverslag over 2013.

Indien de activiteiten zich uitstrekken over een periode van meer dan twaalf maanden dient tevens te worden meegestuurd:

  • een globaal overzicht van de activiteiten voor de resterende periode van het tijdvak van de subsidieaanvraag,

  • een financiële raming voor deze periode.

Annex 1

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Lijst met uitgesloten landen

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Andorra;

Australië

België;

Bulgarije;

Canada;

Cyprus;

Denemarken;

Duitsland;

Estland;

Finland;

Frankrijk;

Griekenland;

Hongarije;

Ierland;

Italië;

IJsland;

Japan;

Kroatië;

Letland;

Liechtenstein;

Litouwen;

Luxemburg;

Malta;

Monaco;

Nieuw Zeeland;

Noorwegen;

Oostenrijk;

Polen;

Portugal;

Roemenië;

San Marino;

Singapore;

Slovenië;

Slowakije;

Spanje;

Tsjechië;

Vaticaanstad;

Verenigd Koninkrijk;

Zweden;

Zwitserland.

  1. Wots: Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen ^ [1]
  2. Zie artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 ^ [2]
  3. Zie artikel 25 tot en met artikel 27 Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. ^ [3]
Naar boven