Regeling instelling Toezichtcomité ESF2 en ESF 2014-2020

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-12-2014 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheidvan 1 december 2014, 2014-0000177234, tot instelling van Toezichtcomité ESF2 en ESF 2014-2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 63, eerste lid van Verordening (EG), nr. 1083/2006 van de raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 en gelet op artikel 47, eerste lid van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Beschikking: de beschikking van de Europese Commissie, houdende goedkeuring van het voor Nederland geldende Enig Programmeringsdocument voor de structurele bijstandverlening uit hoofde van doelstelling 2, voor de periode 2007-2013;

  • b. Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • c. Ministerie: het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • d. Toezichtcomité: het Toezichtcomité ESF2 en ESF 2014-2020, bedoeld in artikel 63 van Verordening (EU) nr. 1083/2006 en genoemd in artikel 47 van Verordening (EU) nr. 1303/2013;

  • e. Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit van de Europese Commissie van 18 september 2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het operationele programma ‘Operational Programme ESF 2014-2020’ voor steun uit het Europees Sociaal Fonds in het kader van de doelstelling ‘Investeren in groei en werkgelegenheid’ in Nederland;

  • f. Verordening (EG) nr. 1083/2006: Verordening (EG), nr. 1083/2006 van de raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999; en

  • g. Verordening (EU) nr. 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1 Het Toezichtcomité bestaat uit de volgende leden:

    • a. drie leden, benoemd door de Minister, waaronder de voorzitter;

    • b. een lid, benoemd door de Minister, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • c. een lid, benoemd door de Minister, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • d. een lid, benoemd door de Minister, op voordracht van de Minister van Economische Zaken;

    • e. een lid, benoemd door de Minister, op voordacht van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten;

    • f. twee leden, benoemd door de Minister, op voordracht van de in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde organisaties van werkgevers;

    • g. twee leden, benoemd door de Minister, op voordracht van de in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde organisaties van werknemers;

    • h. een lid, benoemd door de Minister, op voordracht van het College voor de Rechten van de Mens.

  • 2 De leden van het Toezichtcomité kunnen zich ter vergadering laten bijstaan door een of meer adviseurs.

  • 3 Voor ieder lid kan de Minister een plaatsvervanger benoemen, voor zover van toepassing op voordracht van de instantie die het te vervangen lid heeft voorgedragen.

  • 4 Op eigen initiatief of op verzoek van het Toezichtcomité neemt een vertegenwoordiger van de Europese Commissie met raadgevende stem zitting in het Toezichtcomité.

  • 5 Het secretariaat van het Toezichtcomité berust bij het Ministerie.

Artikel 4. Vergaderingen

  • 1 Het Toezichtcomité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen.

  • 2 Indien nodig kan het Toezichtcomité gebruik maken van een schriftelijke vergaderprocedure.

Artikel 5. Besluitvorming

Het Toezichtcomité besluit met meerderheid van ter vergadering aanwezige stemmen. Bij staking der stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 6. Taken ten aanzien van ESF 2

  • 1 Overeenkomstig artikel 65 van Verordening (EG), nr. 1083/2006 voert het Toezichtcomité ten aanzien van ESF2 de volgende taken uit:

    • a. het onderzoeken en accorderen van de criteria voor de selectie van de te financieren concrete acties binnen zes maanden na de goedkeuring van het operationele programma, en het voorstellen van herziening van deze criteria naar gelang van de programmeringsbehoeften;

    • b. het aan de hand van door de managementautoriteit bezorgde documenten periodiek nagaan welke vooruitgang is geboekt bij de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het operationele programma;

    • c. het onderzoeken van de resultaten van de uitvoering, met name de verwezenlijking van de te bereiken doelstellingen per prioriteit, en de in artikel 48, derde lid, van Verordening (EG), nr. 1083/2006 bedoelde evaluaties;

    • d. het onderzoeken en accorderen van de jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering, bedoeld in artikel 67 van Verordening (EG), nr. 1083/2006;

    • e. het onderzoeken en accorderen van elk voorstel tot wijziging van de inhoud van de beschikking van de Europese Commissie over de bijdrage uit de fondsen.

  • 2 Overeenkomstig artikel 65 van Verordening (EG), nr. 1083/2006 wordt het Toezichtcomité in kennis gesteld van het jaarlijkse controleverslag of van het gedeelte van het verslag dat verband houdt met het betrokken operationele programma, alsmede van de eventuele relevante opmerkingen die de Europese Commissie na onderzoek van dat verslag of dat gedeelte van het verslag kan maken.

Artikel 7. Functies ten aanzien van ESF 2014–2020

Overeenkomstig de artikelen 49 en 110 van de Verordening, vervult het Toezichtcomité, ten aanzien van ESF 2014–2020 de volgende functies:

  • a. het evalueren van de uitvoering van het operationele programma en de vooruitgang die geboekt is met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan;

  • b. het onderzoeken van:

    • vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het operationele programma;

    • de vorderingen die zijn gemaakt bij de uitvoering van het evaluatieplan en het vervolg dat aan de bevindingen van evaluaties is gegeven;

    • de uitvoering van de communicatiestrategie;

    • acties om gelijkheid van mannen en vrouwen, gelijke kansen en non-discriminatie, met inbegrip van toegankelijkheid voor mensen met een handicap, te bevorderen;

  • c. het onderzoeken en goedkeuren van:

    • de methoden en criteria gebruikt voor de selectie van concrete acties;

    • de jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering;

    • het evaluatieplan voor het operationele programma en eventuele wijzigingen van het evaluatieplan;

    • de communicatiestrategie voor het operationele programma en eventuele wijzigingen van de strategie; en

    • voorstellen van de managementautoriteit voor wijzigingen van het operationele programma.

Artikel 8. Adviesbevoegdheid

  • 1 Ten aanzien van ESF2 kan het Toezichtcomité de managementautoriteit elke herziening of toetsing van het operationele programma voorstellen die erop is gericht de in artikel 3 omschreven doelstellingen van de fondsen te bereiken of het beheer van het operationele programma, met inbegrip van het financiële beheer, te verbeteren;

  • 2 Het Toezichtcomité kan, ten behoeve van de managementautoriteit, opmerkingen maken over de uitvoering en evaluatie van het operationele programma, met inbegrip van maatregelen om de administratieve last van begunstigden te verminderen. Het Toezichtcomité houdt toezicht op de maatregelen die naar aanleiding van zijn opmerkingen worden genomen.

Artikel 9. Nadere regeling werkzaamheden

Het Toezichtcomité kan zijn werkzaamheden nader regelen, binnen het kader, gegeven door Verordening (EG) nr. 1083/2006, dan wel Verordening (EU) nr. 1303/2013, de Beschikking, dan wel het Uitvoeringsbesluit, en de ter uitvoering daarvan genomen ministeriële besluiten.

Artikel 10. Beheer van de bescheiden

  • 1 Het beheer van de bescheiden van het Toezichtcomité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie.

  • 2 De bescheiden van het Toezichtcomité worden na beëindiging van de werkzaamheden van het Toezichtcomité in het archief van het Ministerie opgenomen.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Regeling intrekking ESF-comités in werking treedt en vervalt met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 december 2014

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Naar boven