Beleidsregels wettelijke erkenning specialistentitel Wet BIG

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 25-10-2014 t/m heden

Beleidsregels van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 oktober 2014, houdende wettelijke erkenning van specialistentitels als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Beleidsregels wettelijke erkenning specialistentitel Wet BIG)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besluit de volgende beleidsregels vast te stellen met betrekking tot het wettelijk erkennen van een specialistentitel als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ‘Wet BIG’:

1. Inleiding

Deze beleidsregels bevatten het toetsingskader van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: ‘de Minister’) voor de behandeling van verzoeken tot een wettelijke erkenning van specialistentitels conform artikel 14 van de Wet BIG. Deze beleidsregels dienen er toe het beleid betreffende de beoordeling van dergelijke verzoeken nader bekend te maken.

De Minister kan bepalen dat een titel als wettelijk erkende specialistentitel van een beroep in de individuele gezondheidszorg wordt aangemerkt. De Minister dient verzoeken tot wettelijke erkenning van een specialistentitel te beoordelen op wenselijkheid ter bevordering van de goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Een dergelijk verzoek dient ingediend te worden door middel van een aanvraag door een organisatie van beoefenaren van een beroep als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG. Voorwaarde is dat deze organisatie een specialistenregister heeft ingesteld en daaraan een privaatrechtelijke titel heeft verbonden. In een specialistenregister staan ingeschreven beroepsbeoefenaren die een bijzondere deskundigheid hebben verworven met betrekking tot de uitoefening van een deelgebied van hun beroep.

Verzoeken worden beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria uit de Wet BIG (stap 1) alsmede de beleidsmatige criteria (stap 2).

Stap 1: Wettelijke criteria voor erkenning van specialistentitels

Een aanvraag tot erkenning van een specialistentitel dient in ieder geval te voldoen aan de eisen van artikel 14, tweede lid, sub a t/m e van de Wet BIG. Indien niet cumulatief aan de vereisten is voldaan, dan leidt de aanvraag niet tot wettelijke erkenning van de specialistentitel.

Stap 2: Beleidscriteria voor erkenning van specialistentitels

De Minister besluit een specialistentitel uitsluitend wettelijk te erkennen in het geval dat, naast het voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 14, tweede lid, sub a t/m e van de Wet BIG, dit wenselijk is ter bevordering van de goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. De minister neemt bij de beoordeling of een aanvraag wenselijk is ter bevordering van de goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg in ieder geval de onderstaande beleidscriteria in overweging.

  • Het specialisme betreft de individuele gezondheidszorg

    Het specialisme dient zich in hoofdzaak op het terrein van de individuele gezondheidszorg te begeven. Het gaat hierbij om activiteiten die rechtstreeks betrekking hebben op een persoon en die gericht zijn op het bevorderen en bewaken van de gezondheid van een individuele patiënt. Het is hierbij van belang dat de kern van het beroep de directe patiëntenzorg betreft. Er moet daadwerkelijk regelmatig contact zijn met patiënten. Beroepsgroepen die zich hoofdzakelijk met niet-reguliere, alternatieve of complementaire zorg bezig houden, komen niet in aanmerking voor regulering.

  • Het specialisme is voldoende uitgekristalliseerd

    Het specialisme dient voldoende uitgekristalliseerd te zijn. Het specialisme dient een duidelijk afgebakend deskundigheidsgebied te hebben. Van belang is tevens dat de opleidingseisen vastliggen. Daarin moet aandacht zijn voor de benodigde competenties, deskundigheidsomschrijvingen, standaarden en samenwerkingsprotocollen. Het is tevens van belang dat ook de eisen die worden gesteld aan de opleider en opleidingsinstellingen vastliggen. Daarnaast dient de financiering en de kwaliteitsborging van de opleiding tot het specialisme en de dekking daarvan aantoonbaar deugdelijk geregeld te zijn.

  • Het specialisme is voldoende afgebakend van bestaande beroepen en heeft een toegevoegde waarde

    Het specialisme moet zich duidelijk onderscheiden van het basisberoep en bestaande specialismen en andere basisberoepen. De handelingen en/of deskundigheid dienen zo specifiek te zijn dat zij niet vanuit het basisberoep kunnen worden verleend. Er is met andere woorden een bepaalde taak of functie te vervullen, die met uitsluiting van anderen beter verleend kan worden door een hierin gespecialiseerde beroepsbeoefenaar.

  • Er is sprake van voldoende omvang van het betreffende specialisme

    Er moeten voldoende beoefenaren van het betreffende specialisme zijn, dit om voldoende specifieke zorg te kunnen garanderen.

  • Het specialisme voorziet in een maatschappelijke behoefte

    Het specialisme is ontstaan vanuit een maatschappelijke behoefte doordat de reeds erkende basisberoepen en specialismen niet de gevraagde zorg verlenen.

  • Het specialisme vormt een deelgebied van het betreffende basisberoep en een verdieping ervan

    Het specialisme dient een verbijzondering te zijn van de kwalificaties die verbonden zijn aan de uitoefening van het desbetreffende basisberoep. Het specialisme is te zien als een specifieke expertise op een omschreven onderdeel van het betreffende beroep, waarvoor verbijzondering en uitbreiding van de competenties die verworven in de opleiding vereist zijn.

  • Het specialisme kent een eigen wetenschapsdomein en een eigen wetenschappelijke vereniging

    Voor een wetenschapsdomein zijn een aantal factoren van belang: of er academische leerstoelen of lectoraten voor het betreffende specialisme bestaan, de mate waarin de betreffende specialistengroepering betrokken is bij wetenschappelijk onderzoek, het aantal gepromoveerden, aantal wetenschappelijke publicaties en de vraag of deze al dan niet in toonaangevende periodieken zijn opgenomen. Voor de wetenschappelijke vereniging is het van belang of er een actieve wetenschapscommissie bestaat en dat er wetenschappelijke vergaderingen worden georganiseerd.

  • Het specialisme past binnen de beleidsvisie van VWS

    Het is van belang dat de erkenning van het specialisme in lijn is met de beleidsvisie van VWS. Men kan hierbij denken aan dat de erkenning van het specialisme niet mag leiden tot negatieve effecten zoals bijvoorbeeld: een ongewenste verhoging van de zorgvraag, ongewenste macro-economische effecten of een disproportionele verhoging van administratieve lasten.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven