Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 oktober 2014, nr. 571499,
tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor Iraakse
vreemdelingen afkomstig uit de provincies Bagdad, Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim
(Kirkuk), Diyala en Babil
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;
Gelet op artikel 43, aanhef en onder a, en artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000;
-
– Overwegende dat naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over
de situatie ten aanzien van Iraakse asielzoekers afkomstig uit de provincies Bagdad,
Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim (Kirkuk), Diyala en Babil en op grond daarvan redelijkerwijs
niet kan worden beslist of de aanvraag op een van de gronden, genoemd in artikel 29, van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden toegewezen;
-
– Dat als gevolg hiervan een besluitmoratorium voor asielaanvragen van Iraakse asielzoekers
afkomstig uit de provincies Bagdad, Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim (Kirkuk), Diyala
en Babil wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding en voor de duur
van zes maanden;
-
– Dat in deze situatie voor vreemdelingen van Iraakse asielzoekers afkomstig uit de
provincies Bagdad, Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim (Kirkuk), Diyala en Babil tevens
een vertrekmoratorium wordt ingesteld, eveneens voor de duur van zes maanden.