Regeling toetsreglement van de centrale eindtoets PO schooljaar 2014–2015

[Regeling vervallen per 01-08-2015.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 17-09-2014 t/m 31-07-2015

Regeling van het College voor toetsen en examens van 27 augustus 2014, nummer CvTE-14.02123, houdende vaststelling van toetsreglement van de centrale eindtoets primair onderwijs schooljaar 2014–2015 (Regeling toetsreglement van de centrale eindtoets PO schooljaar 2014–2015)

Het College voor toetsen en examens,

Gelet op artikel 7 Toetsbesluit PO;

Besluit:

Artikel 1. Toetsreglement van de centrale eindtoets primair onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Het toetsreglement van de centrale eindtoets primair onderwijs, bedoeld in artikel 7 van het Toetsbesluit PO, wordt vastgesteld voor het schooljaar 2014–2015 als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en vervalt op 1 augustus 2015.

Artikel 3. Citeertitel en bekendmaking

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling toetsreglement van de centrale eindtoets PO schooljaar 2014–2015.

Het College voor toetsen en examens,

Namens deze,

de voorzitter

H.W. Laan

Bijlage bij de regeling toetsreglement centrale eindtoets primair onderwijs 2015, van 27 augustus 2014, nummer cvte-14.02123

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Toetsreglement centrale eindtoets primair onderwijs schooljaar 2014–2015

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Artikel 1. Reglement

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Alle in dit reglement genoemde verzending van documenten geschiedt op de door het College voor toetsen en examens (het CvTE) te bepalen wijze.

Artikel 2. Onderdelen centrale eindtoets

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

De centrale eindtoets meet welk eindniveau de leerling heeft behaald ten opzichte van de referentieniveaus, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Daarbij worden ten minste de domeinen als bedoeld in Bijlage 1 en Bijlage 2 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, met uitzondering van de domeinen Mondelinge Taalvaardigheid en Schrijven, genoemd in Bijlage 1 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, getoetst.

De centrale eindtoets omvat de volgende domeinen per onderdeel:

  • 1. Taal

    • a. lezen;

    • b. schrijven;

    • c. grammatica (ontleding) en taalverzorging;

    • d. woordenschat.

  • 2. Rekenen

    • a. getallen;

    • b. verhoudingen;

    • c. meten en meetkunde;

    • d. verbanden.

  • 3. Wereldoriëntatie (facultatief)

    • a. ruimte (aardrijkskunde);

    • b. tijd (geschiedenis);

    • c. natuur en techniek;

    • d. mens en samenleving.

De toetsonderdelen worden verspreid over drie dagen getoetst. Voor elke dag is er een apart toetsboekje waarin onderdelen uit 1 en 2 zijn opgenomen. Voor onderdeel 3 is een apart toetsboekje beschikbaar met daarin taken voor elk van de drie afnamedagen.

Artikel 3. Afname en vorm

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

  • 1. De centrale eindtoets wordt afgenomen op drie aaneensluitende schooldagen. Naast het reguliere afnamemoment is er een inhaalperiode.

  • 2. De vorm van de centrale eindtoets primair onderwijs is multiple choice vragen.

  • 3. Een taak moet worden afgesloten voordat de leerling een vervolgtaak mag maken. De taken dienen in de vooraf gestelde volgorde gemaakt te worden.

  • 4. De wijze van afname van de centrale eindtoets primair onderwijs is voor het reguliere afnamemoment een toets op papier of een digitale toets. Voor het inhaalmoment is het een digitale toets.

  • 5. In het inhaalmoment wordt het onderdeel wereldoriëntatie niet afgenomen.

Artikel 4. Aanmelden

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Het College voor Toetsen en Examens stelt in mei van het voorgaande schooljaar van de centrale eindtoets de aanmeldingsprocedure vast. Het CvTE verstrekt informatie over de centrale eindtoets van het aankomende schooljaar. Deze informatie bevat onder andere het tijdstip van afname en de regeling rondom hulpmiddelen.

In november van het schooljaar van de centrale eindtoets ontvangt de school van het CvTE het aanmeldformulier. Op het aanmeldingsformulier geeft elke deelnemende school aan hoeveel exemplaren van welke versie van de centrale eindtoets nodig zijn:

  • a. Centrale eindtoets B

  • b. Centrale eindtoets N

  • c. Centrale eindtoets Wereldoriëntatie

  • d. Aangepaste versies voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften

  • e. Uitzonderingen (bv. deelnemers die niet tijdens het reguliere afnamemoment de toets kunnen maken)

Vanaf 1 december is de bevestiging van de aanmelding zichtbaar in de online portal van Cito. Wijzigingen kunnen daarin tot zes weken voor toetsafname opgenomen worden. Het CvTE stuurt geen schriftelijke bevestiging van de aanmelding. Het controleren van de juistheid van de inschrijving is de verantwoordelijkheid van de directeur van de school.

Artikel 5. Controle materialen centrale eindtoets

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Voor de papieren versie van de centrale eindtoets geldt dat de toetsmaterialen worden verpakt in een of meer dozen. De toetsmaterialen worden door een distributiebedrijf afgeleverd op het vestigingsadres van de school. Voor de ontvangst van de toetsmaterialen is een handtekening voor ontvangst vereist.

Na ontvangst van de centrale eindtoets door de school controleert de school:

  • of er voldoende opgavenboekjes en antwoordbladen zijn ontvangen voor het aantal leerlingen dat de centrale eindtoets B en de centrale eindtoets N gaat maken;

  • of er voldoende opgavenboekjes wereldoriëntatie zijn ontvangen (alleen als de school meedoet aan dit onderdeel);

  • of de opgavenboekjes correct zijn gedrukt en ingebonden door snel even te bladeren door alle boekjes;

  • of de nummers rechtsboven op de antwoordbladen overeenkomen met de nummers die op de geleidebon staan vermeld. Iedere leerling krijgt één persoonlijk antwoordbladnummer voor de hele afname. Dit nummer is voorgedrukt op alle drie de antwoordbladen;

  • of de juiste aangepaste versies zijn ontvangen, in de bestelde aantallen;

  • of er twee extra sets opgavenboekjes centrale eindtoets B en twee extra sets opgavenboekjes centrale eindtoets N met antwoordbladen zijn ontvangen. Die zijn bedoeld voor het geval er toch meer deelnemende leerlingen zijn dan ingeschreven, of als er nog gewisseld moet worden tussen centrale eindtoets B en de centrale eindtoets N.

Er mogen geen antwoordbladen van een andere school overgenomen worden. Alle antwoordbladnummers zijn gekoppeld aan een school. Bij het ‘lenen’ van een antwoordblad worden de resultaten van de leerling bij de andere school gerapporteerd.

De digitale versie van de centrale eindtoets staat op een afgeschermde portal van Cito. Met een inlognaam en wachtwoord kan de directeur van de school voorafgaand aan de afname een of meer leerlingen voor de digitale versie aanmelden. De aangemelde leerlingen kunnen vervolgens via de portal de centrale eindtoets maken.

Artikel 6. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Geheimhouding van de inhoud van de centrale eindtoets is van belang om een betrouwbare uitslag te waarborgen. De gehele toetsketen is verantwoordelijk voor de geheimhouding van de inhoud van de centrale eindtoets. Deze gaat dus verder dan alleen het CvTE en Cito, ook scholen zijn onderdeel van die keten. De scholen wordt geadviseerd na ontvangst de materialen te checken op volledigheid en eventuele drukfouten. De betrokken personen mogen echter geen kennis nemen van de inhoud van de centrale eindtoets. De de directeur van de school bewaart de materialen zorgvuldig op een veilige plek.

Na afloop van de centrale eindtoets neemt de school de opgavenboekjes centrale eindtoets in. De opgavenboekjes centrale eindtoets zijn vanaf dat moment eigendom van de school. Met als voorbehoud dat de school niets uit de opgavenboekjes centrale eindtoets mag kopiëren en/of publiceren.

Artikel 7. Hulpmiddelen

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Het gebruik van hulpmiddelen tijdens de afname van de centrale eindtoets is niet toegestaan tenzij anders vermeld. Dit betekent dat didactische materialen die normaliter in het lokaal aanwezig zijn (zoals tafelkaarten, wandkaarten, etc.) niet mogen worden getoond of gebruikt tijdens de afname van de centrale eindtoets. Leerlingen met dyscalculie mogen geen rekenmachine gebruiken omdat de opgaven hier niet op zijn ontwikkeld. Middelen die niet specifiek benoemd worden in dit toetsreglement zijn niet toegestaan tijdens de afnamen van de centrale eindtoets.

De volgende materialen zijn nodig/toegestaan tijdens het maken van de centrale eindtoets:

  • Potloden met een hardheidsgraad HB.

  • Een gum.

  • Een liniaal.

  • Uitreken- of kladpapier

  • Een leesboek (dit is niet daadwerkelijk een hulpmiddel, maar meer iets om na de toets te doen en daardoor wel toegestaan).

Artikel 8. Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften zijn vanuit de wet niet uitgezonderd van deelname aan de eindtoets. De directeur van de school heeft de zorgplicht om vooraf te onderzoeken welke leerling wat nodig heeft aan speciale ondersteuning. Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften kunnen en moeten de eindtoets maken al dan niet met aanpassingen. Een leerling met bijvoorbeeld dyslexie of een leerling die (kleuren)blind is, kan met aanpassingen aan de centrale eindtoets deelnemen. De eisen van de centrale eindtoets zijn hetzelfde als voor andere leerlingen. De vorm waarin de toets wordt aangeboden kan (gedeeltelijk) anders zijn. Dat kan, bijvoorbeeld bij braille, ook enige gevolgen hebben voor de inhoud (afbeeldingen vervangen door beschrijvingen). Bij de centrale eindtoets worden de volgende aangepaste versies voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften aangeboden:

  • Braille, voor leerlingen met een visuele beperking.

  • Audio voor o.a. leerlingen met een leesbeperking (dyslexie) of een visuele beperking.

  • Een pdf geschikt voor tekst-naar-spraak-software, zoals gebruikt door leerlingen met dyslexie of een visuele beperking. De pdf is geschikt voor de meeste spraaksynthesesoftware. Voor het spraaksyntheseprogramma Kurzweil wordt in 2015 de toets ook als KES-bestand geleverd. Vanaf 2016 wordt de toets alleen als PDF geleverd. Met het door de leverancier geleverde gratis omzettingsprogramma kan dan de eindtoets door de school eenvoudig in KES worden omgezet.

  • Een vergrote versie (A3, en zwart wit), geschikt o.a. voor leerlingen met dyslexie of een visuele beperking.

  • Een zwart-wit versie op normale grootte, voor kleurenblinde leerlingen.

De school heeft daarnaast de mogelijkheid om rekening te houden met de ondersteuningsbehoefte van de leerling; zoals een extra rustige werkplek, een korte onderbreking of enige verruiming van de toetstijd. Hulpmiddelen, nodig voor gebruik met de aangepaste versies (zoals een computer met spraaksynthesesoftware of braille-leesregel) zijn toegestaan. De directeur van de school zorgt ervoor dat de leerling via het hulpmiddel niet toegang heeft tot niet toegestane informatie. Hulpmiddelen zoals spellingkaarten of rekenmachines, of andere hulpmiddelen die de facto informatiedrager zijn, zijn niet toegestaan.

De beslissing of een leerling een aangepaste versie krijgt, is aan de directeur van de school. Als bij een leerling met speciale ondersteuningsbehoefte met het bovengenoemde aanbod en de ruimte in de afnamecondities niet adequaat de belemmering door de beperking – of de combinatie van beperkingen – kan worden weggenomen, neemt de school contact op met het CvTE.

Artikel 9. Toezicht tijdens afname

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

De directeur neemt de centrale eindtoets af onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en draagt zorg voor voldoende toezicht tijdens de afname van de centrale eindtoets. Hij kan zijn taken aan een of meer toetsleiders overdragen. De belangrijkste functie van de toetsleider is ervoor zorgen dat de leerlingen zelfstandig en ongestoord aan de opgaven kunnen werken. De toetsleider dient zich te conformeren aan de richtlijnen bij afname zoals deze beschreven worden in de ‘Handleiding centrale eindtoets 2014–2015’.

Artikel 10. Rapportage

[Regeling vervallen per 01-08-2015]

Vier weken na de afname van de centrale eindtoets krijgt de school schriftelijk leerlingrapportages van alle leerlingen uit het laatste schooljaar toegestuurd. Vanaf 13 mei 2015 zijn deze leerlingrapportages toegankelijk via het digitale rapportagesysteem. In de leerlingrapportage staat hoeveel vragen de leerling goed heeft voor rekenen, Nederlandse taal en/of wereldoriëntatie. Daarnaast geeft de leerlingrapportage inzicht in hoe de betreffende leerling het zou doen in de verschillende brugklastypes in relatie tot andere leerlingen met dezelfde standaardscore. Dit wordt tot uitdrukking gebracht middels een poppetjesgrafiek.

In een proef wordt een rapportage gemaakt op referentieniveau. In deze rapportage wordt inzichtelijk gemaakt hoe een leerling op ieder onderdeel afzonderlijk scoort ten opzichte van het referentieniveau rekenen 1F/1S en op de taaldomeinen lezen en taalverzorging.

Naast de leerlingrapportages kan het bevoegd gezag en de directeur van de school ook een aantal schoolrapportages opvragen via het digitale rapportagesysteem met daarin de resultaten van de school. Deze rapportages op schoolniveau bevatten een overzicht van de resultaten van alle leerlingen van die school die dat jaar de centrale eindtoets hebben gemaakt. Tevens krijgt de school hiermee inzicht hoe de school presteert tot het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de schoolgroep waartoe de school behoort.

Naar boven