Bijlage bij de regeling toetsreglement centrale eindtoets primair onderwijs 2015,
van 27 augustus 2014, nummer cvte-14.02123
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Toetsreglement centrale eindtoets primair onderwijs schooljaar 2014–2015
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Artikel 1. Reglement
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Alle in dit reglement genoemde verzending van documenten geschiedt op de door het
College voor toetsen en examens (het CvTE) te bepalen wijze.
Artikel 3. Afname en vorm
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
-
1. De centrale eindtoets wordt afgenomen op drie aaneensluitende schooldagen. Naast het
reguliere afnamemoment is er een inhaalperiode.
-
2. De vorm van de centrale eindtoets primair onderwijs is multiple choice vragen.
-
3. Een taak moet worden afgesloten voordat de leerling een vervolgtaak mag maken. De
taken dienen in de vooraf gestelde volgorde gemaakt te worden.
-
4. De wijze van afname van de centrale eindtoets primair onderwijs is voor het reguliere
afnamemoment een toets op papier of een digitale toets. Voor het inhaalmoment is het
een digitale toets.
-
5. In het inhaalmoment wordt het onderdeel wereldoriëntatie niet afgenomen.
Artikel 4. Aanmelden
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Het College voor Toetsen en Examens stelt in mei van het voorgaande schooljaar van
de centrale eindtoets de aanmeldingsprocedure vast. Het CvTE verstrekt informatie
over de centrale eindtoets van het aankomende schooljaar. Deze informatie bevat onder
andere het tijdstip van afname en de regeling rondom hulpmiddelen.
In november van het schooljaar van de centrale eindtoets ontvangt de school van het
CvTE het aanmeldformulier. Op het aanmeldingsformulier geeft elke deelnemende school
aan hoeveel exemplaren van welke versie van de centrale eindtoets nodig zijn:
-
a. Centrale eindtoets B
-
b. Centrale eindtoets N
-
c. Centrale eindtoets Wereldoriëntatie
-
d. Aangepaste versies voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften
-
e. Uitzonderingen (bv. deelnemers die niet tijdens het reguliere afnamemoment de toets
kunnen maken)
Vanaf 1 december is de bevestiging van de aanmelding zichtbaar in de online portal
van Cito. Wijzigingen kunnen daarin tot zes weken voor toetsafname opgenomen worden.
Het CvTE stuurt geen schriftelijke bevestiging van de aanmelding. Het controleren
van de juistheid van de inschrijving is de verantwoordelijkheid van de directeur van
de school.
Artikel 5. Controle materialen centrale eindtoets
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Voor de papieren versie van de centrale eindtoets geldt dat de toetsmaterialen worden
verpakt in een of meer dozen. De toetsmaterialen worden door een distributiebedrijf
afgeleverd op het vestigingsadres van de school. Voor de ontvangst van de toetsmaterialen
is een handtekening voor ontvangst vereist.
Na ontvangst van de centrale eindtoets door de school controleert de school:
-
– of er voldoende opgavenboekjes en antwoordbladen zijn ontvangen voor het aantal leerlingen
dat de centrale eindtoets B en de centrale eindtoets N gaat maken;
-
– of er voldoende opgavenboekjes wereldoriëntatie zijn ontvangen (alleen als de school
meedoet aan dit onderdeel);
-
– of de opgavenboekjes correct zijn gedrukt en ingebonden door snel even te bladeren
door alle boekjes;
-
– of de nummers rechtsboven op de antwoordbladen overeenkomen met de nummers die op
de geleidebon staan vermeld. Iedere leerling krijgt één persoonlijk antwoordbladnummer
voor de hele afname. Dit nummer is voorgedrukt op alle drie de antwoordbladen;
-
– of de juiste aangepaste versies zijn ontvangen, in de bestelde aantallen;
-
– of er twee extra sets opgavenboekjes centrale eindtoets B en twee extra sets opgavenboekjes
centrale eindtoets N met antwoordbladen zijn ontvangen. Die zijn bedoeld voor het
geval er toch meer deelnemende leerlingen zijn dan ingeschreven, of als er nog gewisseld
moet worden tussen centrale eindtoets B en de centrale eindtoets N.
Er mogen geen antwoordbladen van een andere school overgenomen worden. Alle antwoordbladnummers
zijn gekoppeld aan een school. Bij het ‘lenen’ van een antwoordblad worden de resultaten
van de leerling bij de andere school gerapporteerd.
De digitale versie van de centrale eindtoets staat op een afgeschermde portal van
Cito. Met een inlognaam en wachtwoord kan de directeur van de school voorafgaand aan
de afname een of meer leerlingen voor de digitale versie aanmelden. De aangemelde
leerlingen kunnen vervolgens via de portal de centrale eindtoets maken.
Artikel 6. Geheimhouding
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Geheimhouding van de inhoud van de centrale eindtoets is van belang om een betrouwbare
uitslag te waarborgen. De gehele toetsketen is verantwoordelijk voor de geheimhouding
van de inhoud van de centrale eindtoets. Deze gaat dus verder dan alleen het CvTE
en Cito, ook scholen zijn onderdeel van die keten. De scholen wordt geadviseerd na
ontvangst de materialen te checken op volledigheid en eventuele drukfouten. De betrokken
personen mogen echter geen kennis nemen van de inhoud van de centrale eindtoets. De
de directeur van de school bewaart de materialen zorgvuldig op een veilige plek.
Na afloop van de centrale eindtoets neemt de school de opgavenboekjes centrale eindtoets
in. De opgavenboekjes centrale eindtoets zijn vanaf dat moment eigendom van de school.
Met als voorbehoud dat de school niets uit de opgavenboekjes centrale eindtoets mag
kopiëren en/of publiceren.
Artikel 7. Hulpmiddelen
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Het gebruik van hulpmiddelen tijdens de afname van de centrale eindtoets is niet toegestaan tenzij anders vermeld. Dit betekent dat didactische materialen die normaliter
in het lokaal aanwezig zijn (zoals tafelkaarten, wandkaarten, etc.) niet mogen worden getoond of gebruikt tijdens de afname van de centrale eindtoets. Leerlingen
met dyscalculie mogen geen rekenmachine gebruiken omdat de opgaven hier niet op zijn ontwikkeld. Middelen die
niet specifiek benoemd worden in dit toetsreglement zijn niet toegestaan tijdens de
afnamen van de centrale eindtoets.
De volgende materialen zijn nodig/toegestaan tijdens het maken van de centrale eindtoets:
-
– Potloden met een hardheidsgraad HB.
-
– Een gum.
-
– Een liniaal.
-
– Uitreken- of kladpapier
-
– Een leesboek (dit is niet daadwerkelijk een hulpmiddel, maar meer iets om na de toets
te doen en daardoor wel toegestaan).
Artikel 8. Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften zijn vanuit de wet niet uitgezonderd
van deelname aan de eindtoets. De directeur van de school heeft de zorgplicht om vooraf
te onderzoeken welke leerling wat nodig heeft aan speciale ondersteuning. Leerlingen
met speciale ondersteuningsbehoeften kunnen en moeten de eindtoets maken al dan niet
met aanpassingen. Een leerling met bijvoorbeeld dyslexie of een leerling die (kleuren)blind
is, kan met aanpassingen aan de centrale eindtoets deelnemen. De eisen van de centrale
eindtoets zijn hetzelfde als voor andere leerlingen. De vorm waarin de toets wordt
aangeboden kan (gedeeltelijk) anders zijn. Dat kan, bijvoorbeeld bij braille, ook
enige gevolgen hebben voor de inhoud (afbeeldingen vervangen door beschrijvingen).
Bij de centrale eindtoets worden de volgende aangepaste versies voor leerlingen met
speciale ondersteuningsbehoeften aangeboden:
-
– Braille, voor leerlingen met een visuele beperking.
-
– Audio voor o.a. leerlingen met een leesbeperking (dyslexie) of een visuele beperking.
-
– Een pdf geschikt voor tekst-naar-spraak-software, zoals gebruikt door leerlingen met
dyslexie of een visuele beperking. De pdf is geschikt voor de meeste spraaksynthesesoftware.
Voor het spraaksyntheseprogramma Kurzweil wordt in 2015 de toets ook als KES-bestand
geleverd. Vanaf 2016 wordt de toets alleen als PDF geleverd. Met het door de leverancier
geleverde gratis omzettingsprogramma kan dan de eindtoets door de school eenvoudig
in KES worden omgezet.
-
– Een vergrote versie (A3, en zwart wit), geschikt o.a. voor leerlingen met dyslexie
of een visuele beperking.
-
– Een zwart-wit versie op normale grootte, voor kleurenblinde leerlingen.
De school heeft daarnaast de mogelijkheid om rekening te houden met de ondersteuningsbehoefte
van de leerling; zoals een extra rustige werkplek, een korte onderbreking of enige
verruiming van de toetstijd. Hulpmiddelen, nodig voor gebruik met de aangepaste versies
(zoals een computer met spraaksynthesesoftware of braille-leesregel) zijn toegestaan.
De directeur van de school zorgt ervoor dat de leerling via het hulpmiddel niet toegang
heeft tot niet toegestane informatie. Hulpmiddelen zoals spellingkaarten of rekenmachines,
of andere hulpmiddelen die de facto informatiedrager zijn, zijn niet toegestaan.
De beslissing of een leerling een aangepaste versie krijgt, is aan de directeur van
de school. Als bij een leerling met speciale ondersteuningsbehoefte met het bovengenoemde
aanbod en de ruimte in de afnamecondities niet adequaat de belemmering door de beperking
– of de combinatie van beperkingen – kan worden weggenomen, neemt de school contact
op met het CvTE.
Artikel 9. Toezicht tijdens afname
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
De directeur neemt de centrale eindtoets af onder de verantwoordelijkheid van het
bevoegd gezag en draagt zorg voor voldoende toezicht tijdens de afname van de centrale
eindtoets. Hij kan zijn taken aan een of meer toetsleiders overdragen. De belangrijkste
functie van de toetsleider is ervoor zorgen dat de leerlingen zelfstandig en ongestoord
aan de opgaven kunnen werken. De toetsleider dient zich te conformeren aan de richtlijnen
bij afname zoals deze beschreven worden in de ‘Handleiding centrale eindtoets 2014–2015’.
Artikel 10. Rapportage
[Regeling vervallen per 01-08-2015]
Vier weken na de afname van de centrale eindtoets krijgt de school schriftelijk leerlingrapportages
van alle leerlingen uit het laatste schooljaar toegestuurd. Vanaf 13 mei 2015 zijn
deze leerlingrapportages toegankelijk via het digitale rapportagesysteem. In de leerlingrapportage
staat hoeveel vragen de leerling goed heeft voor rekenen, Nederlandse taal en/of wereldoriëntatie.
Daarnaast geeft de leerlingrapportage inzicht in hoe de betreffende leerling het zou
doen in de verschillende brugklastypes in relatie tot andere leerlingen met dezelfde
standaardscore. Dit wordt tot uitdrukking gebracht middels een poppetjesgrafiek.
In een proef wordt een rapportage gemaakt op referentieniveau. In deze rapportage
wordt inzichtelijk gemaakt hoe een leerling op ieder onderdeel afzonderlijk scoort
ten opzichte van het referentieniveau rekenen 1F/1S en op de taaldomeinen lezen en
taalverzorging.
Naast de leerlingrapportages kan het bevoegd gezag en de directeur van de school ook
een aantal schoolrapportages opvragen via het digitale rapportagesysteem met daarin
de resultaten van de school. Deze rapportages op schoolniveau bevatten een overzicht
van de resultaten van alle leerlingen van die school die dat jaar de centrale eindtoets
hebben gemaakt. Tevens krijgt de school hiermee inzicht hoe de school presteert tot
het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de schoolgroep waartoe de school behoort.