Instellingsbesluit NCP 2014

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-12-2014 t/m heden

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 1 juli 2014, nr. MinBuZa.2014.303289, houdende instelling van het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (Instellingsbesluit NCP 2014)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • b. het NCP: het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

  • c. de mede betrokken bewindspersonen: de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 2

  • 1 Er is een Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP).

  • 2 Het NCP heeft tot taak:

    • a. het uitdragen en interpreteren van de inhoud en betekenis van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen om te stimuleren dat bedrijven deze implementeren;

    • b. het behandelen van meldingen van vermeende schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen en het faciliteren van een dialoog om vermeende schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen op te lossen.

Artikel 3

  • 1 Het NCP bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vier andere leden.

  • 2 De leden worden door de minister benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaar en zijn herbenoembaar. De leden dragen uit hun midden een voorzitter voor.

  • 3 De minister draagt zorg voor openbaarmaking van een vacature in het NCP.

  • 4 De leden worden, na overleg met de mede betrokken bewindspersonen en met vertegenwoordigers van bedrijven en maatschappelijke organisaties, benoemd op grond van deskundigheid op het gebied van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, bemiddelingsbekwaamheid en maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 5 De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 6 De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister, na overleg met de mede betrokken bewindspersonen, worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de functie of wegens andere zwaarwegende de persoon van de betrokkenen betreffende redenen. Ontslag vindt voorts plaats op eigen verzoek.

  • 7 De vergoeding van de voorzitter en leden van het NCP wordt vastgelegd in een separaat bezoldigingsbesluit.

Artikel 4

  • 1 Het NCP bestaat voorts uit ten minste vier adviserende leden.

  • 2 De adviserende leden vertegenwoordigen in ieder geval de minister en de mede betrokken bewindspersonen. Adviserende leden die een mede betrokken bewindspersoon vertegenwoordigen worden door de minister benoemd, op voordracht van de mede betrokken bewindspersoon.

  • 3 Het NCP stelt vertegenwoordigers van de Nederlandse belanghebbenden, te weten werkgevers, werknemers en maatschappelijk middenveld, regelmatig in de gelegenheid om het NCP van advies te dienen.

Artikel 6

  • 1 Het NCP stelt zijn eigen werkwijze vast met inachtneming van hetgeen in de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen is opgenomen ten aanzien van die werkwijze. Het NCP draagt zorg voor de bekendmaking van zijn werkwijze.

  • 2 De werkwijze beschrijft volgens welke procedure een melding door het NCP wordt behandeld en bevat in elk geval de indicatieve behandeltermijnen en een beschrijving van de wijze waarop de scheiding tussen de verschillende onderdelen van een NCP-procedure wordt gewaarborgd, informatie wordt verkregen en met verkregen informatie wordt omgegaan.

  • 3 Het NCP kan, indien dat voor een goede behandeling van de melding noodzakelijk wordt geacht, gebruik maken van door hem voor te dragen externe bemiddelaars.

  • 4 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het NCP geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het NCP bewaard in het archief van dat ministerie.

Artikel 7

Tenzij effectieve toepassing van de richtlijnen het meest gebaat is bij vertrouwelijkheid stelt het NCP, na behandeling van een melding, daarover een verklaring op en zendt die aan de minister en aan de betrokkenen en maakt deze bekend.

Artikel 8

  • 1 Het NCP stelt jaarlijks voor het volgende jaar een werkplan en een begroting op en legt deze uiterlijk 1 oktober ter goedkeuring voor aan de minister.

  • 2 Het NCP stelt jaarlijks een verslag op van zijn werkzaamheden, bevindingen en resultaten conform de instructies van de OESO. Het NCP zendt dit jaarverslag aan de minister, die het aanbiedt aan de OESO.

  • 3 Op verzoek van de minister brengt de voorzitter mondeling verslag uit van de werkzaamheden van het NCP.

Artikel 9

De minister zendt elke vier jaar een verslag aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ten behoeve van de beoordeling van het functioneren van het NCP.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

E.M.J. Ploumen

Naar boven