Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 03-05-2017 t/m 07-07-2017

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 19 maart 2014, nr. MinBuZa.2014.119597, houdende beperkende maatregelen in verband met acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening 269/2014 van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78);

Gelet op Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 8, eerste lid, en artikel 9 van Verordening 269/2014 van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78).

  • 2 Het verbod te handelen in strijd met artikel 2 van Verordening 269/2014, geldt niet in gevallen waarin artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, of artikel 7 van Verordening 269/2014 van toepassing is.

Artikel 1a

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 2a, eerste en tweede lid, artikel 3, artikel 3a, eerste en tweede lid, artikel 4, artikel 5, eerste, tweede en derde lid, aanhef en artikel 12 van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (Pb L 229).

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de gevallen waarin artikel 2, tweede lid, tweede volzin, artikel 2a, derde en vierde lid, artikel 3, vijfde lid, tweede en derde volzin, artikel 3a, derde lid, artikel 4, leden 2bis en 2ter, vierde lid jo artikel 3, vijfde lid, tweede volzin, of artikel 5, derde lid, onder a en b, en vierde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van toepassing is.

Artikel 1b

  • 1 Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen, dan wel door of uit te voeren naar personen of entiteiten in Rusland, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

  • 2 Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect in te voeren, te kopen, te vervoeren, over te dragen of geleverd te krijgen van natuurlijke personen of rechtspersonen uit de Russische Federatie.

  • 3 Een verbod, bedoeld in het eerste of tweede lid, laat de uitvoering van vóór 1 augustus 2014 gesloten contracten of aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering daarvan, alsmede de levering van reserveonderdelen en de verstrekking van diensten voor de instandhouding en veiligheid van binnen de Unie bestaande capaciteiten, onverlet.

  • 4 Het verbod, bedoeld in het eerste of tweede lid, geldt niet in geval van:

    • a) verkoop, levering, overdracht, uitvoer, invoer, aanschaf of vervoer van hydrazine (CAS 302-01-2) in concentraties van 70 procent of meer,

    • b) invoer, aanschaf of vervoer van asymmetrisch dimethylhydrazine (CAS 57-14-7),

    • c) verkoop, levering, overdracht, uitvoer, invoer, aanschaf of vervoer van monomethylhydrazine (CAS 60-34-4), bestemd voor gebruik in draagraketten die door Europese lanceerdienstverleners worden bediend, voor lanceringen van Europese ruimteprogramma's of voor het van brandstof voorzien van satellieten door Europese satellietbouwers. De hoeveelheid uitgevoerde hydrazine wordt berekend overeenkomstig de lanceringen of de satellieten waarvoor die uitvoer plaatsvindt en bedraagt niet meer dan een totale hoeveelheid van 800 kg voor iedere individuele lancering of satelliet. De hoeveelheid uitgevoerde monomethylhydrazine wordt berekend overeenkomstig de lancering of lanceringen of de satellieten waarvoor die uitvoer plaatsvindt. Voorafgaand aan de transactie geldt een vergunningsplicht.

Artikel 2

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8, eerste lid, van Verordening 269/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.

  • 2 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, en artikel 8, eerste lid, van Verordening 269/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.

  • 3 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, tweede lid, artikel 3, artikel 4, lid 2 ter en derde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft een goederentransactie, een transactie met betrekking tot technische bijstand of tussenhandeldiensten.

  • 4 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, lid 2 ter en derde lid, artikel 4, vierde lid jo artikel 3 van Verordening (EG) nr. 833/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft financieringen en financiële bijstand.

  • 5 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, zevende lid, van Besluit nr. 2014/512/GBVB is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

F.C.G.M. Timmermans.

Naar boven