Overzicht van wijzigingen voor deze paragraaf
(geldig op 01-01-2024)
Opmerking
- Geen opmerking -
Ontstaansbron | Inwerkingtreding | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum van inwerkingtreding | Terugwerkende kracht | Betreft | Ondertekening | Bekendmaking | Kamerstukken | Ondertekening | Bekendmaking | Opmerking |
01-01-2022 | Nieuw | 12-02-2020 | Stb. 2020, 78 | 35219 | 28-10-2021 | Stb. 2021, 524 | ||
28-02-2017 | t/m 01-01-2016 | Vervallen | 21-12-2016 | Stb. 2017, 64 | 34614 | 21-12-2016 | Stb. 2017, 64 | Inwtr. 1 |
01-01-2015 | Nieuwe-regeling | 01-03-2014 | Stb. 2014, 105 | 33684 | 14-11-2014 | Stb. 2014, 443 |
Opmerkingen
- Op over het jaar 2015 verschuldigde ouderbijdragen blijft het
recht van toepassing zoals dat op 31 december 2015 gold, met dien
verstande dat:
a.de vaststelling, bedoeld in artikel 8.1.7, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet, uiterlijk drie maanden na de dag waarop deze wet in werking treedt wordt gedaan;b.artikel 8.1.7, tweede lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is;c.een kennisgeving van een omstandigheid die aanleiding kan geven tot een herziening van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 8.1.8, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet uiterlijk zes weken na de vaststelling dient te worden ingediend, waarna de herziening uiterlijk zes weken daarna plaatsvindt;d.artikel 8.1.8, derde lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is.1)