Tijdelijke regeling bijstand handhaving luchtruimrestricties NSS

[Regeling vervallen per 27-03-2014.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 21-03-2014 t/m 26-03-2014

Regeling van 25 februari 2014, nr. 482686, houdende het verlenen van militaire bijstand ten behoeve van de handhaving van die delen van het Nederlandse luchtruim waarvoor tijdens de Nuclear Security Summit restricties gelden (Tijdelijke regeling bijstand handhaving luchtruimrestricties NSS)

De Minister van Veiligheid en Justitie;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelet op artikel 58, tweede lid, van de Politiewet 2012;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Nuclear Security Summit (NSS): wereldtop die plaatsvindt op 24 en 25 maart 2014 te Den Haag, met als doel nucleair terrorisme wereldwijd te voorkomen;

  • b. luchtruimrestricties NSS: restricties die gelden voor niet-geautoriseerde luchtvaart ingevolge de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu houdende sluiting en beperking luchtruim tijdens NSS;

  • c. Master Controller: de dienstdoende Master Controller bij het Air Operations and Control Station van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) te Nieuw Milligen (AOCS NM);

  • d. militaire bijstand: bijstand ingevolge artikel 58 van de Politiewet 2012 voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde;

  • e. geautoriseerde luchtvaart: luchtvaartuigen die toestemming hebben gebruik te maken van het gesloten en beperkte luchtruim ingevolge de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu houdende sluiting en beperking luchtruim tijdens NSS;

  • f. doelaanwijzing: het actief volgen van een toegewezen doel met een tracking radar.

Artikel 2. Terbeschikkingstelling van defensiemiddelen in het kader van militaire bijstand

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

Ter handhaving van de luchtruimrestricties NSS, verleent de krijgsmacht militaire bijstand op de wijze als bepaald in deze regeling. Onverminderd het bepaalde in de Regeling bijstand bestrijding luchtvaartterrorisme stelt de Minister van Defensie daartoe gevechtsvliegtuigen, gevechtshelikopters, luchtverdedigingsschepen, afweersystemen op de grond, radarsystemen en het AOCS NM voor zover dit station als schakel in de uitvoering van de militaire bijstand fungeert, ter beschikking aan de Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 3. Bevoegdheden Master Controller

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

  • 1 Ter handhaving van de luchtruimrestricties NSS is de Master Controller, onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie, bevoegd tot het geven van een opdracht aan de in het kader van de militaire bijstand ter beschikking gestelde gevechtsvliegtuigen en -helikopters om:

    • a. het luchtruim te kiezen;

    • b. een luchtvaartuig te naderen ten behoeve van de verificatie van informatie over dit luchtvaartuig;

    • c. (visuele) signalen aan een luchtvaartuig te geven.

  • 2 Voorts is de Master Controller, ter handhaving van de luchtruimrestricties NSS, onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie, bevoegd tot het geven van een opdracht aan in militaire bijstand gestelde luchtverdedigingsschepen en afweersystemen op de grond om tot doelaanwijzing over te gaan.

  • 3 De Master Controller informeert terstond de Minister van Veiligheid en Justitie over een opdracht als bedoeld in de vorige leden.

  • 4 De Master Controller informeert na de alarmering van de Minister van Veiligheid en Justitie, terstond de Minister van Defensie.

Artikel 4. Bevoegdheden Minister van Veiligheid en Justitie

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

  • 1 Ter handhaving van de luchtruimrestricties NSS kan de Minister van Veiligheid en Justitie via de Master Controller, met inachtneming van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, opdracht geven tot:

    • a. het afdwingen van een koerswijziging of landing van een luchtvaartuig zonder het gebruik van geweld;

    • b. het lossen van een waarschuwingsschot of de gebruikmaking van flares;

    • c. het geven van gericht vuur.

  • 2 De opdracht bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt slechts gegeven ter afwending van direct gevaar voor het leven van personen.

  • 3 Op de inzet bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met c, is een geweldsinstructie van toepassing voor de lucht- maritieme- en grondwapensystemen als bedoeld in artikel 2. Deze geweldsinstructie is gerubriceerd.

Artikel 5. Verslaglegging

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

Van de inzet op grond van deze regeling wordt zowel door de Minister van Veiligheid en Justitie als door de Minister van Defensie een verslag opgemaakt ten behoeve van een gezamenlijke evaluatie. Deze verslagen zijn gerubriceerd.

Artikel 6. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 maart 2014 en vervalt met ingang van 27 maart 2014.

Artikel 7. Citeertitel

[Regeling vervallen per 27-03-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling bijstand handhaving luchtruimrestricties NSS.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 februari 2014

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven