Besluit aanwijzing en taakvervulling toezichthouders Kernenergiewet 2013

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 18-02-2022 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2013, nr. WJZ/13175315, houdende aanwijzing en taakvervulling toezichthouders Kernenergiewet 2013 (Besluit aanwijzing toezichthouders en taakvervulling Kernenergiewet 2013)

De Minister van Economische Zaken,

Handelende mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Defensie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op onderdeel 4, onder b, van bijlage II bij de op 4 maart 1970 te Almelo tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake samenwerking bij de ontwikkeling van het gas-ultra-centrifuge-procedé voor de productie van verrijkt uranium (Trb. 1970, 41), artikel I, onder h, van het Verdrag van Cardiff van 12 juli 2005 tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake samenwerking op het gebied van ultracentrifugetechnologie (Trb. 2005, 266), en de artikelen 58 en 65 van de Kernenergiewet;

Besluit:

§ 1. Aanwijzing toezichthouders

Artikel 1a

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Kernenergiewet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor zover het hun werkterrein betreft.

Artikel 2

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Kernenergiewet zijn belast de ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen van het Ministerie van Economische Zaken voor zover het hun werkterrein betreft.

Artikel 3

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Kernenergiewet zijn belast de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Economische Zaken voor zover het hun werkterrein betreft.

Artikel 4

Artikel 5

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Kernenergiewet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd voor zover het hun werkterrein betreft.

Artikel 6

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Kernenergiewet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg van het Ministerie van Defensie voor zover het betreft de Nederlandse krijgsmacht of die van een bondgenootschappelijke mogendheid.

§ 2. Taakvervulling

Artikel 8

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming wordt aangewezen als instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van rubriceringsregelingen en beveiligingsmaatregelen als bedoeld in onderdeel 4, onder b, van bijlage II bij de op 4 maart 1970 te Almelo tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake samenwerking bij de ontwikkeling van het gas-ultra-centrifuge-procedé voor de productie van verrijkt uranium (Trb. 1970, 41) en artikel I, onder h, van het Verdrag van Cardiff tussen de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake samenwerking op het gebied van ultracentrifugetechnologie van 12 juli 2005 (Trb. 2005, 266).

§ 3. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9

De volgende besluiten worden ingetrokken:

a. het Besluit aanwijzing toezichtambtenaren Kernenergiewet (Stcr. 1969, 239),

b. de Beschikking toezicht naleving Kernenergiewet: Aanwijzing ambtenaren (Stcr. 1969, 239),

c. het Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 april 2004, nr. MJZ2004031561, Centrale Sector, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende wijziging van de Beschikking toezicht naleving Kernenergiewet en betreffende aanwijzing van functionarissen (Stcr. 2004, 76).

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing en taakvervulling toezichthouders Kernenergiewet 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s Gravenhage, 29 november 2013

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven