Regeling Informatieverstrekking vaststelling aanvaardbare kosten

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Regeling Informatieverstrekking vaststelling aanvaardbare kosten

Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de vaststelling van de aanvaardbare kosten.

Artikel 1. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op regionale ambulancevoorzieningen (categorienummer: 240).

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel het stellen van regels over de informatie die regionale ambulancevoorzieningen moeten aanleveren ten behoeve van de vaststelling van de aanvaardbare kosten. Deze regels hebben betrekking op de inhoud van de informatie zelf, de wijze waarop deze moet worden aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat dient te geschieden.

Artikel 3. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • zorgaanbieder: natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wmg.

  • regionale ambulancevoorziening: zorgaanbieder als bedoeld in artikel 4 van de Tijdelijke wet ambulancezorg, die zorgt draagt voor het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg en het in stand houden van een meldkamer.

  • meldkamer: zorgaanbieder als bedoeld in de artikel 1, eerste lid, onderdeel e, en artikel 5, van de Tijdelijke wet ambulancezorg.

  • budgetsystematiek: bekostigingssysteem gebaseerd op nacalculatie van geleverde zorgproductie ter dekking van een vooraf door de NZa vastgesteld budget.

  • gebudgetteerde instelling: zorgaanbieder die rechtspersoonlijkheid bezit en op wie de budgetsystematiek van toepassing is.

Artikel 4. Te verstrekken informatie Regionale Ambulancevoorzieningen

  • 1 Regionale ambulancevoorzieningen zijn op grond van de beleidsregel ‘Regionale ambulancevoorziening 2014’ voor het budgetjaar 2014 verplicht om de marktaandelen per verzekeraar aan te leveren. Deze marktaandelen per verzekeraar zijn gebaseerd op gegevens van het jaar (t-2) en/of (t-1) en hebben betrekking op declaratiegegevens van 12 aaneengesloten maanden. Deze aanlevering maakt onderdeel uit van de aanvraag van het voorlopige budget.

  • 2 Regionale ambulancevoorzieningen, zijn – in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling – op grond van de beleidsregel ‘Regionale ambulancevoorziening 2014’ verplicht om jaarlijks ten behoeve van de nacalculatie een definitieve (werkelijke) opgave van de gerealiseerde productie aan de NZa te verstrekken.

  • 3 Regionale ambulancevoorzieningen, zijn – in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling – op grond van de beleidsregel ‘Regionale ambulancevoorziening 2014’ verplicht om jaarlijks ten behoeve van het vaststellen van het opbrengstverschil een definitieve (werkelijke) opgave van de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) aan de NZa te verstrekken.

  • 4 Regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht de NZa vóór, doch uiterlijk 1 juli van het jaar t een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de gerealiseerde productie in het jaar t-1.

  • 5 Regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht de NZa vóór, doch uiterlijk 1 juli van het jaar t een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) in het jaar t-1.

  • 6 Voor de definitieve opgaven bedoeld in het vierde en vijfde lid moet verplicht gebruik worden gemaakt van het hiertoe bestemde formulier, dat door de NZa beschikbaar wordt gesteld.

  • 7 De definitieve (werkelijke) opgave is compleet, indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat:

    het volledig ingevulde digitale formulier met de volgende bijlagen:

    • een digitale versie van het ondertekend formulier;

    • een ondertekend formulier;

    • een goedkeurende accountantsverklaring (zie ook artikel 6);

    • een digitale versie van de jaarrekening jaar t-1.

    Eventuele extra vermeldingen op het ondertekende formulier zijn niet geldig en worden niet meegenomen in de besluitvorming.

Artikel 5. Accountantsverklaring

De zorgaanbieders bedoeld in artikel 4 zijn verplicht er zorg voor te dragen dat een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de juistheid van de te verstrekken gegevens en inlichtingen bedoeld in artikel 4, vierde en vijfde lid, bevestigt overeenkomstig de wijze als beschreven in het door de NZa vastgestelde Controleprotocol.

Artikel 6. Wijze van verstrekking

De in artikel 4 genoemde formulieren zijn beschikbaar gesteld op de website van de NZa (www.nza.nl). Zorgaanbieders dienen de in deze artikelen bedoelde informatie vervolgens in te dienen via de NZa portal, dan wel te verzenden naar formulierencure@nza.nl.

Artikel 7. Gebrekkige aanlevering

  • 1 Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in artikel 4 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet, of niet tijdig wordt aangeleverd.

  • 2 Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in artikel 4 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt, maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan in deze regeling, de beleidsregel ‘Procedure en indieningstermijnen vaststelling en verrekening aanvaardbare kosten’, of in de toepasselijke formulieren, zijn gesteld. Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa de zorgaanbieder tenminste eenmaal in de gelegenheid – kosteloos en zonder verdere gevolgen – alsnog binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste, respectievelijk volledige, informatie.

  • 3 Van een niet, of niet tijdige, aanlevering is sprake, indien na het verstrijken van de geldende indieningstermijnen geen, of alsnog een aanlevering van de in artikel 4 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige aanlevering, is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig, of compleet is. Indien de in artikel 4 bedoelde informatie niet, of niet tijdig is ontvangen, maakt de NZa in beginsel gebruik van de haar toekomende handhavende bevoegdheden genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg. Voor deze gevallen wordt een separaat en nader in te vullen handhavingstraject vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (aanwijzing, boete, last onder dwangsom, etc.) wordt ingezet.

Artikel 8. Intrekking oude regeling

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de regeling ‘Informatieverstrekking vaststelling aanvaardbare kosten’, kenmerk NR/CU-212, ingetrokken.

Artikel 9. Overgangsbepaling

De regeling 'Informatieverstrekking vaststelling aanvaardbare kosten', met kenmerk NR/CU-212, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.

Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling ten minste twee dagen vóór de datum van inwerkingtreding in de Staatscourant worden geplaatst.

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling Informatieverstrekking vaststelling aanvaardbare kosten’.

Raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit,

T.W. Langejan,

Voorzitter.

Naar boven