Stimuleringsregeling voor innovatie en promotie

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 03-11-2013 t/m heden

Stimuleringsregeling voor innovatie en promotie

De Stimuleringsregeling voor innovatie en promotie door het Mondriaan Fonds is het kader van de derde Weg van het Fonds: Communicatie, Innovatie en Overdracht. Er zijn structurele regelingen en tijdelijke bijzondere projecten. De structurele bijzondere projecten, zoals de bijdrage kunstbeurzen, de Prix de Rome, berusten op een eigen regeling, zij maken deel uit van het reguliere beleid van het Mondriaan Fonds.

De tijdelijke bijzondere projecten zijn het beleid in wording en kunnen bestaan uit:

Pilotprojecten, het benoemen en bevorderen van aandachtsgebieden zoals skyfinanciering en tijdelijke regelingen, al dan niet in samenwerking met derden.

De ondersteuning van tijdelijke bijzondere projecten duurt in principe niet langer dan drie jaar. Dan wordt zij onderdeel van het Fondsbeleid of zij wordt, gezien haar aard, beëindigd.

Deze regeling is de grondslag voor de ondersteuning van tijdelijke bijzondere projecten.

Hoofdstuk I. Definities

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de stichting: het Mondriaan Fonds.

  • b. de raad van toezicht: de raad van toezicht van het Mondriaan Fonds.

  • b. het bestuur: de directeur/bestuurder van het Mondriaan Fonds.

  • c. de adviescommissie bijzondere projecten: de commissie zoals bedoeld in artikel 7 en verder van deze regeling.

Hoofdstuk II. Doel

Artikel 2

Ingevolge de doelstelling van het Mondriaan Fonds, volgens de bepalingen, vastgesteld in dit reglement, kan het bestuur projecten initiëren om activiteiten te bevorderen die van belang zijn voor de kwaliteit en de betekenis van de beeldende kunst en cultureel erfgoed in Nederland dan wel de totstandkoming van dergelijke projecten stimuleren. Het gaat hierbij om bijzondere projecten die het subsidie-instrumentarium van Weg 1 kortlopende projecten en Weg 2 langlopende projecten van het Mondriaan Fonds aanvullen cq versterken.

Het bestuur kan hiertoe onder meer:

  • a. pilotprojecten uitzetten. Hiermee worden nieuwe veelbelovende initiatieven onderzocht en/of ondersteund, zowel door te stimuleren als door te faciliteren en te agenderen.

  • b. disciplines of aandachtsgebieden aanwijzen die een bijzondere stimulering behoeven.

Hoofdstuk III. Bijzondere projecten

Artikel 3. Pilotprojecten

  • 1 Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur incidentele bijdragen bij wijze van pilotprojecten verstrekken.

  • 2 In de beschikking waarmee de pilot verstrekt wordt, worden in ieder geval het doel van het pilotproject, de hoogte en de wijze van subsidiëring en de afrekening van de subsidie vastgesteld.

Artikel 4. Stimuleren aandachtsgebieden

  • 1 Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur een specifieke discipline of een aandachtsgebied aanwijzen om het beleid op dat gebied tijdelijk te intensiveren gedurende een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 2 Het bestuur kan hiertoe een of meer intendanten aanstellen of een tijdelijke regeling vaststellen, al dan niet in samenwerking met derden, die als deelregeling van onderhavige regeling geldt.

Artikel 5. Intendant

  • 1 De intendant werkt aan de hand van een programmadocument dat door het bestuur is goedgekeurd.

  • 2 De intendant heeft een budget tot zijn beschikking waarover hij, binnen van tevoren vastgestelde uitgangspunten en verantwoordingsverplichtingen kan beschikken.

  • 3 De intendant kan worden geadviseerd en aangestuurd door een daartoe in te stellen stuurgroep waarin deskundigen op het desbetreffende gebied zitting hebben.

  • 4 De intendant valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur.

Artikel 6. Tijdelijke regeling

Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur een tijdelijke regeling vaststellen als deelregeling van onderhavige regeling. Daarin kunnen maatregelen worden opgenomen voor het stimuleren van een bepaalde discipline of aandachtsgebied, al dan niet in samenwerking met derden.

Hoofdstuk IV. Adviescommissie bijzondere projecten

Artikel 7

  • 1 Voor de advisering in het kader van deze regeling benoemt het bestuur een adviescommissie bijzondere projecten.

  • 2 De adviescommissie heeft tot taak het bestuur op hoofdlijnen te adviseren over de tijdelijke bijzondere projecten.

  • 3 Het bestuur brengt in de adviescommissie verslag uit over het verloop van de tijdelijke bijzondere projecten.

Artikel 8

  • 1 De adviescommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf leden.

  • 2 Het bestuur benoemt en ontslaat de leden van de adviescommissie.

  • 3 De leden worden in eerste instantie voor een periode van twee jaar benoemd en kunnen tweemaal een jaar worden herbenoemd.

  • 4 Een lid van de raad van toezicht kan niet tot lid van de adviescommissie worden benoemd.

  • 5 Het Mondriaan Fonds voegt uit het personeel van het fondsbureau een secretaris toe aan de adviescommissie. De secretaris roept op tot vergaderingen. Hij maakt van het ter vergadering verhandelde notulen op, die door hem en de voorzitter worden getekend.

Artikel 9

  • 1 De adviescommissie brengt eenmaal per jaar verslag uit aan het bestuur.

  • 2 De adviescommissie vergadert zo vaak het Fonds dit noodzakelijk acht, maar minimaal 2 keer per jaar.

  • 3 De vergaderingen van de adviescommissie zijn niet openbaar.

  • 4 Al hetgeen de leden van de adviescommissie uit hoofde van deze functie ter kennis komt, is strikt vertrouwelijk.

Artikel 10

  • 1 Indien in een adviescommissievergadering kwesties aan de orde komen waarbij een adviseur middellijk of onmiddellijk een eigen belang heeft, of kan hebben of wanneer het gaat om belangen van rechtspersonen waarbij hij als lid van het bestuur, adviseur of commissaris of functionaris is betrokken, dan woont hij de beraadslaging en besluitvorming over het desbetreffende onderwerp niet bij. Het is de plicht van de adviseur om dit onverwijld aan de secretaris mede te delen. Het is de taak van de secretaris om dit gedurende het beoordelingsproces strikt te bewaken.

  • 2 Bij aanvang van iedere adviescommissievergadering controleert de secretaris of de betrokken adviseurs een belang hebben bij de beraadslaging en besluitvorming. Bij twijfel besluit het bestuur.

Hoofdstuk V. Algemene bepalingen

Artikel 11

Indien gebruik wordt gemaakt van een subsidie van het Mondriaan Fonds kunnen geen financiële middelen op basis van deze regeling worden verstrekt, die, naar het oordeel van het bestuur, in dezelfde dekking van kosten voorzien.

Artikel 12

Geen financiële middelen kunnen worden verstrekt aan leden van de raad van toezicht noch aan leden van de adviescommissie.

Artikel 13

Financiële middelen op grond van deze regeling kunnen slechts worden verstrekt voorzover de daartoe bestemde middelen toereikend zijn.

Artikel 14

Aan de verstrekking van financiële middelen op grond van deze regeling kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking toekomstige verstrekking van financiële middelen uit deze of enig andere regeling van het Mondriaan Fonds.

Naar boven