Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart)

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-07-2014 t/m 27-10-2020

Beleidsregel van de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 augustus 2013, nr. ILT-2013/22979.01 betreffende boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart)

De Minister van Infrastructuur en Milieu enDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 10:7, zesde lid van de Arbeidstijdenwet;

Besluiten:

Artikel 1

Deze beleidsregel is van toepassing op alle overtredingen die als zodanig bij of krachtens de Arbeidstijdenwet zijn aangemerkt en die betrekking hebben op arbeid verricht door personen op binnenschepen bedoeld in artikel 5:12, tweede lid, onderdeel b, van de Arbeidstijdenwet.

Artikel 2

Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 10:5 van de Arbeidstijdenwet worden voor alle overtredingen de normbedragen gehanteerd die gelden voor de onderscheiden onderwerpen in de Tarieflijst normbedragen bestuurlijke boete binnenvaart die als bijlage bij deze beleidsregel is gevoegd.

Artikel 3

  • 1 De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, in geval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

  • 2 De bestuurlijke boete die per boetebeschikking kan worden opgelegd bedraagt minimaal € 50,–.

Artikel 4

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (binnenvaart).

Deze beleidsregel wordt met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

Bijlage Tarieflijst normbedragen bestuurlijke boete binnenvaart

Feitcode

Wet

Art.

Verwijzing naar

Omschrijving art.

Bijzonderheden

Normadressaat

Boetebedrag of: Bedrag boete

ATB-v 5.5.01

ATBv

5.3:1 1

5.5:2 ATBv

Als gezagvoerder in de periode van 48 uur voorafgaand aan het binnenvaren van de binnenwateren geen rekening hebben gehouden met de rusttijden genoemd in respectievelijk artikel 5.5:3 tot en met 5.5:5 van het ATB-v

 

gezagvoerder

€ 250

ATB-v 5.5.02

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.03

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

gezagvoerend schipper

€ 300

ATB-v 5.5.04

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

gezagvoerend schipper

€ 450

ATB-v 5.5.05

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

gezagvoerend schipper

€ 600

ATB-v 5.5.06

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.07

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.08

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

werkgever

€ 600

ATB-v 5.5.09

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

werkgever

€ 900

ATB-v 5.5.10

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

werkgever

€ 1.200

ATB-v 5.5.11

ATBv

5.3:1

5.5:3 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht in de exploitatiewijze A1 een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 8 uren in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 8 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.12

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.13

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

gezagvoerend schipper

€ 300

ATB-v 5.5.14

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

gezagvoerend schipper

€ 450

ATB-v 5.5.15

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

gezagvoerend schipper

€ 600

ATB-v 5.5.16

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.17

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.18

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

werkgever

€ 600

ATB-v 5.5.19

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

werkgever

€ 900

ATB-v 5.5.20

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

werkgever

€ 1.200

ATB-v 5.5.21

ATBv

5.3:1

5.5:4 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze A2 een rusttijd heeft van tenminste 8 uren waarvan ten minste 6 uren ononderbroken in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uren te rekenen vanaf het einde van iedere ononderbroken rusttijd van ten minste 6 uren. (De ononderbroken rusttijd moet zijn gelegen buiten de vaartijd.)

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5:22

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5:23

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

gezagvoerend schipper

€ 300

ATB-v 5.5:24

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

gezagvoerend schipper

€ 450

ATB-v 5.5:25

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

gezagvoerend schipper

€ 600

ATB-v 5.5:26

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.27

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 1 uur tot 2 uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.28

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 2 tot 3 uur

werkgever

€ 600

ATB-v 5.5.29

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 3 tot 4 uur

werkgever

€ 900

ATB-v 5.5.30

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een tekort van 4 tot 5 uur

werkgever

€ 1.200

ATB-v 5.5.31

ATBv

5.3:1

5.5:5 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid dat arbeid verricht bij exploitatiewijze B een rusttijd heeft van ten minste 24 uren, waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken, in een aaneengesloten tijdsruimte van 48 uren te rekenen vanaf het begin van een rusttijd van ten minste 6 uren.

Bij een langduriger tekort dan 5 uur, voor elk uur

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.32

ATBv

5.3:1

5.5:6 lid 4 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid in elke periode van 52 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren arbeid per week verricht.

bedrijfs- onderzoek

gezagvoerend schipper

€ 500

ATB-v 5.5.33

ATBv

5.3:1

5.5:6 lid 4 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat een bemanningslid in elke periode van 52 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren arbeid per week verricht.

bedrijfs- onderzoek

werkgever

€ 1.000

ATB-v 5.5.34

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze A1 en A2 in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste 12 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.35

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze A1 en A2 in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste 12 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.36

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze B in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

gezagvoerend schipper

€ 150

ATB-v 5.5.37

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 1 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid bij de exploitatiewijze B in elke periode van 24 uren een rusttijd geniet, die inclusief de in artikel 5.5:7 lid 4 ATB-v genoemde pauze, ten minste 16 uren bedraagt waarvan ten minste tweemaal 6 uren ononderbroken.

Bij een kortere rusttijd dan 16 uur, voor elk uur tekort

werkgever

€ 300

ATB-v 5.5.38

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 2 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid hetzij een wekelijkse rust heeft van ten minste 2 dagen, waarin de zondag is begrepen, hetzij een wekelijkse ononderbroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren, waarin de zondag is begrepen, hetzij, ingeval van een reis van meer dan 5 dagen in elke periode van 10 weken een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 16 dagen.

 

gezagvoerend schipper

€ 500

ATB-v 5.5.39

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 2 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid hetzij een wekelijkse rust heeft van ten minste 2 dagen, waarin de zondag is begrepen, hetzij een wekelijkse ononderbroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren, waarin de zondag is begrepen, hetzij, ingeval van een reis van meer dan 5 dagen in elke periode van 10 weken een ononderbroken rusttijd heeft van tenminste 16 dagen.

 

werkgever

€ 1.000

ATB-v 5.5.40

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 3 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid tussen 22.00 uur en 06.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 07.00 uur slechts arbeid verricht indien dit in het kader van de opleiding noodzakelijk is.

 

gezagvoerend schipper

€ 500

ATB-v 5.5.41

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 3 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid tussen 22.00 uur en 06.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 07.00 uur slechts arbeid verricht indien dit in het kader van de opleiding noodzakelijk is.

 

werkgever

€ 1.000

ATB-v 5.5.42

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 4 ATBv

Als gezagvoerend schipper de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid een pauze heeft van ten minste 30 minuten ingeval de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur.

 

gezagvoerend schipper

€ 50

ATB-v 5.5.43

ATBv

5.3:1

5.5:7 lid 4 ATBv

Als werkgever de arbeid niet zodanig organiseren dat het jeugdige bemanningslid een pauze heeft van ten minste 30 minuten ingeval de dagelijkse arbeidstijd langer is dan vier en een half uur.

 

werkgever

€ 100

1 Arbeidstijdenbesluit vervoer

Naar boven