Instellingsbesluit Deskundigengroep dierziekten

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-04-2023 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 11 september 2013, nr. WJZ/13131948, houdende instelling van de Deskundigengroep dierziekten (Instellingsbesluit Deskundigengroep dierziekten)

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. de deskundigengroep: de Deskundigengroep dierziekten.

Artikel 2

  • 1 Er is een Deskundigengroep dierziekten.

  • 2 De deskundigengroep heeft tot taak de minister te adviseren over de preventie en bestrijding van dierziekten.

Artikel 3

De deskundigengroep brengt zowel gevraagd als ongevraagd schriftelijk advies uit aan de minister.

Artikel 4

  • 1 De deskundigengroep bestaat uit een voorzitter en ten minste 15 en ten hoogste 25 andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd voor een periode van vier jaar. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3 De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 4 De deskundigengroep kan zich laten bijstaan door een of meer gastdeskundigen.

Artikel 5

  • 1 De deskundigengroep stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2 De minister voorziet zelf in het secretariaat van de deskundigengroep.

  • 3 De minister kan een waarnemer aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de deskundigengroep bij te wonen.

  • 4 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de deskundigengroep geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de deskundigengroep bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 5 De deskundigengroep verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van haar taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de invulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

  • 1 Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 0,095.

  • 2 De andere leden ontvangen een vergoeding per vergadering van € 317,–.

  • 3 Een gastdeskundige ontvangt een vergoeding per vergadering van € 317,–.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de deskundigengroep worden voor een periode van vier jaar tot lid van de deskundigengroep benoemd:

  • a. de heer prof. dr. J.A. Stegeman, te Amersfoort, tevens voorzitter;

  • b. de heer dr. K. de Clercq, te Drongen (België);

  • c. mevrouw dr. Y.T.H.P. van Duijnhoven, te Utrecht;

  • d. de heer drs. T.F. Duinhof, te Wierden;

  • e. de heer drs. P.J.M. Egberink, te Ee;

  • f. de heer prof. dr. R.A.M. Fouchier, te Rotterdam;

  • g. de heer drs. H.M. van Geloof, te Helenaveen;

  • h. de heer drs. J.A.M. van Gils, te Moergestel;

  • i. mevrouw prof. dr. A. Gröne, te Woudenberg;

  • j. de heer dr. J.J. Hage, te Maastricht;

  • k. de heer prof. dr. ir. M.C.M. de Jong, te Almere;

  • l. de heer dr. F.G.V.C. Koenen, te Dilbeek (België);

  • m. de heer drs. T. Kreuger, te 't Loo Oldebroek;

  • n. mevrouw prof. dr. M. Nielen, te Zeist;

  • o. de heer drs. O.J.M. Schreurs, te Heide;

  • p. prof. dr. M.M. Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan, te Bilthoven;

  • q. de heer dr. P. Vellema, te Blije;

  • r. de heer prof. dr. J.A. Wagenaar, te Utrecht;

  • s. de heer dr. J.J. de Wit, te Steenderen.

Artikel 8

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a. het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 mei 2005, kenmerk TRCJZ/2005/1442, houdende instelling van een deskundigengroep inzake de preventie en bestrijding van Newcastle Disease en Aviaire Influenza;

  • b. het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 juni 2005, kenmerk TRCJZ/2005/1772, houdende instelling van een deskundigengroep inzake de preventie en bestrijding van Mond- en klauwzeer, Bluetonge en Runderpest;

  • c. het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 juni 2005, kenmerk TRCJZ/2005/1773, houdende instelling van een deskundigengroep inzake de preventie en bestrijding van klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest en SVD (blaasjesziekte);

  • d. het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 april 2008, kenmerk TRCJZ/2008/298, houdende instelling van een deskundigengroep inzake de preventie en bestrijding van ziekten bij paardachtigen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2013.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Deskundigengroep dierziekten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 11 september 2013

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

S.A.M. Dijksma

Naar boven