Verordening examen Nederlands recht en examen gedrags- en beroepsregels

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2021

Verordening examen Nederlands recht en examen gedrags- en beroepsregels

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19, tweede lid, aanhef en onderdeel l en 54, eerste lid, aanhef en onderdeel c en d, van de Wet op het accountantsberoep en de artikelen 3 en 5 van het Besluit accountantsopleiding 2013;

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Inhoud van de examens

Artikel 2

  • 1 Het examen Nederlands recht is opgebouwd uit onderdelen die overeenkomen met de vakgebieden, bedoeld in artikel 3 van het Besluit accountantsopleiding 2013. Het examen toetst of de kandidaat voldoende kennis heeft van deze vakgebieden, met in achtneming van de door de CEA vastgestelde eindtermen.

  • 2 Het examen gedrags- en beroepsregels toetst of de kandidaat voldoende kennis heeft van Nederlandse wet- en regelgeving voor accountants met betrekking tot dit vakgebied, met inachtneming van de door de CEA vastgestelde eindtermen.

  • 3 Het bestuur kan nadere voorschriften vaststellen met betrekking tot het examen Nederlands recht en het examen gedrags- en beroepsregels.

Hoofdstuk 3. Inrichting van de examens

Artikel 3

  • 1 Het bestuur biedt ten minste tweemaal per jaar gelegenheid tot het afleggen van de examens.

  • 2 Het bestuur wijst personen aan die de examens afnemen.

  • 3 Het bestuur maakt de plaats waar en het tijdstip waarop de examens kunnen worden afgelegd, tijdig bekend.

  • 4 Het examen gedrags- en beroepsregels wordt mondeling afgenomen

  • 5 De onderdelen van het examen Nederlands recht kunnen mondeling of schriftelijk worden afgenomen.

  • 6 In het geval een examen mondeling wordt afgenomen maakt de kandidaat een keuze voor de Nederlandse of de Engelse taal, een schriftelijk examen wordt in de Nederlandse taal afgenomen.

  • 7 De duur van het examen gedrags- en beroepsregels bedraagt ten hoogste anderhalf uur.

  • 8 De duur van het examen Nederlands recht bedraagt voor elk onderdeel van het examen ten hoogste anderhalf uur. In het geval een onderdeel van het examen schriftelijk wordt afgenomen bedraagt de duur van het examenonderdeel maximaal drieënhalf uur.

Hoofdstuk 4. Vrijstelling

Artikel 4

  • 1 Het bestuur kan in individuele gevallen, op schriftelijk verzoek, geheel of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van het afleggen van het examen Nederlands recht of het examen gedrag- en beroepsregels aan degene die beschikt over schriftelijke bewijzen waaruit naar het oordeel van het bestuur blijkt dat hij de kennis heeft die is vereist voor het met goed gevolg afleggen van het desbetreffende examen.

  • 2 Voor de behandeling van het verzoek om vrijstelling wordt een bij verordening vast te stellen bedrag in rekening gebracht.

Artikel 5

Het bestuur verleent geheel of gedeeltelijke vrijstelling van het afleggen van het examen Nederlands recht en of het examen gedrags- en beroepsregels aan de kandidaat die na het behalen van een accountantsdiploma dat recht geeft op het afleggen van het desbetreffende examen:

  • a. in een voltijds dienstverband bij een Nederlandse vestiging van een accountantspraktijk gedurende ten minste drie jaar in de Nederlandse praktijk een aantoonbare staat van dienst heeft opgebouwd van relevante werkzaamheden met betrekking tot de inhoud van het examen, bedoeld in artikel 2, eerste lid onderscheidenlijk het tweede en derde lid; en

  • b. aan het bestuur een overzicht heeft overgelegd waarin hij de werkzaamheden die ten grondslag hebben gelegen aan zijn hiervoor in onderdeel a bedoelde staat van dienst heeft vastgelegd, welk overzicht beoordeeld en goedgekeurd dient te zijn door een accountant werkzaam op de desbetreffende vestiging van de accountantspraktijk; en

  • c. het in artikel 6, eerste lid, bedoelde gesprek heeft gevoerd dat tot een positief oordeel van het bestuur heeft geleid.

Artikel 6

  • 1 Indien aan het gestelde in artikel 5, aanhef en onderdelen a en b, is voldaan, beoordeelt het bestuur of beoordelen de door het bestuur aan te wijzen personen in een gesprek met de kandidaat, in de Nederlandse of Engelse taal naar keuze van de kandidaat, in hoeverre de in artikel 5, onderdeel a, bedoelde kennis op het vereiste niveau aanwezig is.

  • 2 Een herkansing van het gesprek, bedoeld in het eerste lid, wordt niet toegestaan.

Hoofdstuk 5. Examengeld

Artikel 7

  • 1 Alvorens het examen Nederlands recht of het examen gedrags- en beroepsregels, dan wel een gesprek als bedoeld in artikel 6 kan worden gevoerd dan wel afgelegd, betaalt de kandidaat het daarvoor verschuldigde examengeld.

  • 2 Voor het afleggen van het examen Nederlands recht en het examen gedrags- en beroepsregels en het gesprek als bedoeld in artikel 6 wordt een bij verordening vast te stellen bedrag in rekening gebracht.

Hoofdstuk 6. Verzoek tot het afleggen van het examen

Artikel 8

Bij het voor de eerste maal indienen van een verzoek tot het afleggen van het examen Nederlands recht, het examen gedrags- en beroepsregels of een verzoek tot vrijstelling op grond van artikel 4, overlegt de aanvrager een bewijsstuk als bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel a of b, van de wet.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Goedgekeurd bij besluit van de minister van Financiën d.d. 19 augustus 2013, nr. FM/2013/1294 M.

Naar boven