Besluit vaststelling beleidsregels en subsidieplafond subsidiëring activiteiten programma Intensivering FLOW

[Regeling vervallen per 01-10-2014.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 08-06-2013 t/m 30-09-2014

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 29 mei 2013, nr. DSO/EM-073/13, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring van activiteiten in het kader van het programma Intensivering FLOW

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op artikel 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 4.8 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Voor subsidieverlening in het kader van Intensivering van FLOW gelden voor de periode 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014 de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels en een subsidieplafond van € 5 miljoen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Subsidie kan worden verleend voor intensivering van activiteiten waarvoor in het kader van het Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 10 mei 2011, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW)1 reeds subsidie is verleend. Voor subsidiering komen uitsluitend organisaties in aanmerking waaraan reeds subsidie is verleend in het kader van FLOW.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Aanvragen voor een subsidie worden ingediend in de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 15 juli 2013.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd. Uit alle aanvragen komen de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het geplaatst wordt en vervalt met ingang 1 oktober 2014, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

de

Minister

voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
namens deze:

de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking,

R. Swartbol

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Op 10 mei 2011 heeft de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken een besluit genomen waarmee beleidsregels en een subsidieplafond voor FLOW zijn vastgesteld2. Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW) is gericht op de financiering van activiteiten op het gebied van de gelijke rechten en kansen van vrouwen en meisjes die bijdragen tot structurele armoedebestrijding. Op 1 januari 2012 is FLOW van start gegaan. De geselecteerde 34 activiteiten hebben allen een deeltoekenning gekregen en het budget van FLOW is hiermee uitgeput. FLOW loopt af op 31 december 2015.

Intensivering FLOW

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

De Minister voor Internationale Handel en Ontwikkelingssamenwerking besloot naar aanleiding van het amendement Maij c.s. ingediend op 17 december 2012 tot een intensivering van uitgaven ten behoeve van FLOW ter hoogte van € 5 miljoen in 2013. Met deze intensivering wordt organisaties binnen FLOW de kans geboden hun programma naar een hoger plan te tillen door hun activiteiten te verdiepen of te verbreden en zo de inzet voor vrouwenrechten een extra impuls te geven.

Organisaties die voor subsidieverlening in aanmerking komen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Voor additionele subsidieverlening uit deze middelen komen alleen organisaties in aanmerking aan welke reeds subsidie is verleend uit FLOW. Zij kunnen een additionele subsidie krijgen in het verlengde van de reeds aan hen verleende subsidie. Voor het verlenen van een dergelijke subsidie gelden in aanvulling op de bepalingen van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken3 en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20064 de hiernavolgende criteria. Het Standaardkader ontwikkelingssamenwerking is eveneens van toepassing, met dien verstande dat waar deze beleidsregels afwijken van het Standaardkader, deze beleidsregels voorrang hebben5.

Drempelcriteria

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Om voor een additionele subsidie in aanmerking te komen dient een aanvraag in elk geval te voldoen aan de volgende vereisten:

  • 1. De aanvraag bedraagt maximaal 12% van de subsidie die reeds is toegekend uit FLOW;

  • 2. De additionele activiteiten hebben een looptijd van ten hoogste 12 maanden;

  • 3. De additionele activiteiten worden afgerond uiterlijk op 30 september 2014;

  • 4. De activiteiten vormen:

    • a. Een verdieping van de activiteiten waarvoor reeds een subsidie is verleend onder FLOW en hebben betrekking op het-/dezelfde prioriteitsgebied(en);

    • b. Een verbreding van de activiteiten waarvoor reeds subsidie is verleend onder FLOW. De activiteiten hebben dan betrekking op één van de prioriteitsgebieden van FLOW (niet noodzakelijk het-/dezelfde als waarop de huidige gesubsidieerde activiteiten betrekking hebben) mits er aandacht wordt besteed aan de volgende thema’s: kind-huwelijken, seksueel geweld en bijdragen aan het debat ten aanzien van de ontwikkelingsagenda na 2015 (post-MDGs). Ervaring met soortgelijke activiteiten moet blijken uit het track record van de organisatie in de laatste drie jaar.

  • 5. De aanvraag betreft substantiële activiteiten in ten minste één DAC land6;

  • 6. De aanvraag betreft geen activiteiten die proselitisme (mede) beogen;

  • 7. De aanvraag betreft geen commerciële dienstverlening, investeringen of commerciële activiteiten;

  • 8. De aanvraag betreft activiteiten die toe te rekenen zijn aan de ODA middelen volgens de OESO/DAC-criteria7;

  • 9. De activiteiten richten zich op ten minste één van de drie prioriteitsgebieden van FLOW:

    • a. Activiteiten gericht op veiligheid, door bestrijding van geweld tegen vrouwen en actieve participatie van vrouwen in processen van vrede, veiligheid en wederopbouw;

    • b. Activiteiten gericht op economische zelfredzaamheid, via waarbij het gaat om zeggenschap over voedselzekerheid, recht op arbeid maar ook toegang tot veilig drinkwater;

    • c. Activiteiten gericht op participatie van vrouwen in politiek en bestuur

  • 10. De activiteiten richten zich niet op:

    • a. secundair onderwijs voor meisjes en verbeteren van de gezondheidssituatie van vrouwen;

    • b. seksuele en reproductieve gezondheid en rechten;

    • c. het construeren of verbeteren van hardware en infrastructurele werken.

Indien aan één van bovengenoemde vereisten niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen.

Beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

De aanvraag voor een additionele FLOW subsidie zal worden getoetst aan de hand van onderstaande beoordelingscriteria waarmee de kwaliteit van de voorgestelde activiteiten wordt beoordeeld.

  • 1. Beleidsrelevantie: de mate waarin het programma beleidsmatig relevant is. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de volgende factoren:

    • 1. Ontwikkelingsrelevantie: de mate waarin de activiteiten bijdragen aan structurele armoedebestrijding in DAC-landen.

    • 2. Relevantie voor het doel van deze tender: de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het vergroten van gelijke rechten en kansen voor vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden met name op de gebieden van veiligheid (bestrijding van geweld tegen vrouwen en actieve participatie van vrouwen in processen van vrede, veiligheid en wederopbouw), economische zelfredzaamheid (waarbij het gaat om zeggenschap over voedselzekerheid, recht op arbeid maar ook toegang tot veilig drinkwater) en participatie van vrouwen in politiek en bestuur. Inzet van vrouwelijk leiderschap geldt als een belangrijk instrument voor het succesvol bereiken van deze doelstellingen. In geval er wordt gekozen voor verbreding van de activiteiten geldt hier ook de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de genoemde thema’s onder drempelcriterium 5.b.

    • 3. De mate waarin de activiteiten aansluiten bij de speerpunten zoals neergelegd in de beleidsnota ‘Wat de wereld verdient: een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen’.

    • 4. De landen waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

    • 5. Complementariteit: de mate waarin de activiteiten zijn afgestemd op het ontwikkelingsbeleid van Nederland en andere donoren in de landen waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2. Innovatief karakter: de mate waarin het voorstel vernieuwend is, in thematische zin, door verbeteringen in de gehanteerde interventiestrategie (verhoging van de effectiviteit van de programma’s) en door efficiencywinst in de uitvoering van de programma’s.

  • 3. Contextanalyses: de mate waarin het voorstel, in het bijzonder de probleemstelling en doelstelling, is afgestemd op de uitkomsten van een analyse van de context.

  • 4. Positie van de partners in het programma: de mate waarin het programma bijdraagt aan de institutionele capaciteitsopbouw van de partners in de landen van uitvoering en de mate waarin deze dan wel de doelgroep effectieve invloed hebben op de sturing van het programma.

  • 5. Uitwerking van Outcomes, Outputs, Activiteiten en Middelen: de mate waarin het programma is uitgewerkt in outcomes, outputs, voorgenomen activiteiten en middelen en zijn voorzien van een helder verband tussen de te bereiken outputs en de daarvoor benodigde middelen.

  • 6. Uitwerking van beoogde outcomes, outputs en middelen in SMART-systematiek: de mate waarin de outcomes en outputs en middelen Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn uitgewerkt.

  • 7. Risico’s, monitoring en bijsturing: de mate waarin sprake is van adequaat risicomanagement, bestaande uit een adequate risicoanalyse en een adequaat systeem voor monitoring en bijsturing, en de mate waarin de middelen zijn gewaarborgd die complementair aan de gevraagde subsidie nodig zijn voor de uitvoering van het programma.

  • 8. Duurzaamheid: de mate waarin het programma een blijvend effect voor de uiteindelijke doelgroep heeft en bijdraagt aan de institutionele duurzaamheid van de partners en de eigen organisatie van de aanvrager.

  • 9. De huidige voortgang, zowel inhoudelijk als financieel, van het project waarvoor reeds een subsidie uit FLOW is verkregen.

  • 10. In geval van verdieping van de reeds gesubsidieerde activiteiten: de mate waarin de activiteiten en de bijbehorende begroting aansluiten bij het project waarvoor reeds een subsidie uit FLOW is verleend en de mate waarin de activiteiten de impact van het project waarvoor reeds een subsidie uit FLOW is verkregen kunnen maximaliseren.

  • 11. De haalbaarheid van de aanvraag om de activiteiten binnen de daarvoor gestelde termijn uit te kunnen voeren en concrete resultaten te kunnen behalen, zowel in de voorgestelde project activiteiten als in de organisatie.

Eisen aanvraag

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

De termijn waarbinnen aanvragen voor additionele FLOW subsidie kunnen worden ingediend is de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 15 juli 2013. Aanvragen dienen rechtsgeldig ondertekend, volgens het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagstramien, in pdf of met een elektronische handtekening, in de Nederlandse dan wel de Engelse taal elektronisch te worden ingediend bij PwC, via info@flowprogramme.nl. Bij de aanvraag dient te worden gevoegd een activiteitenplan, een begroting en een liquiditeitsprognose voor de gehele looptijd van de activiteiten.

Beoordeling

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

De aanvragen zullen worden beoordeeld met inachtneming van de toepasselijke regelgeving en overeenkomstig de maatstaven die in deze beleidsregels zijn neergelegd. De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een tender: van alle aanvragen die voldoen aan de drempelcriteria wordt de kwaliteit beoordeeld volgens dezelfde inhoudelijke beoordelingscriteria. De aanvragen die het beste aan deze criteria voldoen komen het eerst voor subsidieverlening in aanmerking, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in 8 lid 3 sub d van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Aan de hand van deze beoordeling rangschikt de Minister de aanvragen die voldoen aan de maatstaven zodanig, dat een aanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate deze meer voldoet aan genoemde maatstaven – en daarmee meer bijdraagt aan de doelstelling van FLOW. De Minister verleent subsidie overeenkomstig deze rangorde, met dien verstande dat hoger gerangschikte aanvragen eerder voor toekenning in aanmerking komen, totdat het subsidieplafond is uitgeput.

Besluitvorming over de subsidieaanvragen door de Minister vindt naar verwachting plaats uiterlijk op 30 september 2013.

  1. Stcrt. 2011, 8466. ^ [1]
  2. Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 10 mei 2011, nr. DJZ/BR-0457/11, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW), Stcrt. 2011, nr. 8466. ^ [2]
  3. Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 19 februari 2055, nr. DJZ/BR/1257-99, houdende nadere regels met betrekking tot de verstrekking van subsidies (Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken), Stblad 2005, nr. 137. ^ [3]
  4. Regeling houdende nadere regels met betrekking tot de verstrekking van subsidies door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 21 december 2005, nr. DJZ/BR/1307-2005, (Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006), Stcrt. 2005, nr. 251. ^ [4]
  5. Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 1 december 2010, nr. DJZ/BR/0874-10, tot vaststelling van beleidsregels houdende algemene bepalingen voor subsidieverlening ten behoeve van de activiteiten in het kader van ontwikkelingssamenwerking (Standaardkader Ontwikkelingssamenwerking), Stcrt. 2010, nr. 19701. ^ [5]
  6. Voor de DAC-landen lijst zie http://www.oecd.org/dataoecd/32/40/43540882.pdf ^ [6]
  7. Voor omschrijving ODA criteria zie http://www.oecd.org/dataoecd/21/21/34086975.pdf ^ [7]
Naar boven