Beleidsregels vertraagde reciprociteit

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 23-02-2007 t/m heden

Beleidsregels inzake de maximaal redelijke tarieven voor gespreksafgifte op de markten voor afgifte op geografische nummers, 084/087-nummers en 088-nummers

1. Inleiding

  • 1. Op 21 december 2005 zijn op grond van het marktanalysebesluit ‘De wholesalemarkten voor gespreksafgifte op afzonderlijke openbare telefoonnetwerken, verzorgd op een vaste locatie’ (hierna: het marktanalysebesluit gespreksafgifte) andere aanbieders van gespreksafgifte dan KPN, genoemd onder besluitonderdeel v, aangewezen als partij met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor afgifte op geografische nummers, 084/087-nummers en 088-nummers.1 Onder besluitonderdeel xxiv van voornoemd besluit is aan deze aanbieders op grond van artikel 6a.7 van de Telecommunicatiewet de volgende tariefmaatregel opgelegd: ‘aanbieders mogen vanwege hun relatieve positie ten opzichte van KPN een tarief voor gespreksafgifte rekenen dat niet hoger is dan het tarief dat drie jaar tevoren voor KPN gegolden heeft (‘vertraagde reciprociteit’), conform de in de Beleidsregels inzake de redelijkheid van vaste terminating tarieven2 (hierna: de Beleidsregels) neergelegde methodiek (maar met uitzondering van de in randnummer 23 van die Beleidsregels geformuleerde uitzonderingsgrond).’3

  • 2. In bovengenoemde marktanalysebesluit wordt verwezen naar de Beleidsregels en het geschil KPN-Priority waarin rekenregels zijn opgenomen voor de bepaling van afgiftetarieven voor geografisch verkeer. In dit document worden de bovenbedoelde rekenregels voor geografisch verkeer omgevormd zodat zij toepasbaar zijn op de in het marktanalysebesluit gespreksafgifte aangewezen markten voor afgifte op 084/087-nummers en 088-nummers. Deze rekenregels zijn voor alle markten, zijnde de markten voor geografisch verkeer, voor 084/087-verkeer en voor 088-verkeer, uitgewerkt in onderhavig document. Voor de duidelijkheid bevat dit document de relevante tariefmaatregelen uit het bovengenoemde marktanalysebesluit en de daar uit volgende rekenregels, inclusief rekenvoorbeelden aangaande de maximaal redelijke tarieven voor afgifte van geografisch verkeer en afgifte op 084/087-nummers en 088-nummers. Tezamen vormen zij de nieuwe Beleidsregels inzake de redelijkheid van vaste afgiftetarieven. De bestaande Beleidsregels van 18 april 2003 zullen gelijktijdig met de inwerkingtreding van de nieuwe Beleidsregels worden ingetrokken.

  • 3. De in dit document opgenomen definitie van ‘niet aangewezen aanbieder’ uit de bestaande beleidsregels is aangepast aan de nieuwe situatie. De bepaling ‘niet-aangewezen aanbieder’ is vervangen door ‘andere vaste aanbieders van gespreksafgifte dan KPN op afzonderlijke openbare telefoonnetwerken, verzorgd op een vaste locatie, die zijn aangewezen als partij met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor afgifte op respectievelijk geografische nummers, 084/087-nummers en 088-nummers’ (hierna: andere vaste aanbieders).

2. Beleidsregels

2.1. Definities

  • 4. Onder andere vaste aanbieders worden in deze Beleidsregels verstaan aanbieders van vaste openbare telecommunicatienetwerken of -diensten, anders dan KPN, die aangewezen zijn in het marktanalysebesluit voor gespreksafgifte.

  • 5. Onder ‘nationale’ tarieven (tussen aanhalingstekens) wordt verstaan tarieven die gelden als verkeer op 084/087- en 088-nummers op nationaal niveau wordt aangeleverd. Deze tarieven zijn niet gelijk aan nationale tarieven (zonder aanhalingstekens), die gelden als geografisch verkeer in een andere regio wordt aangeleverd dan de regio waarin het verkeer aan de gebruiker wordt afgeleverd.

2.2. Het maximaal redelijke afgiftetarief

  • 6. Het college gaat bij de bepaling van het maximaal redelijke tariefniveau van andere vaste aanbieders uit van het tarief van een efficiënte aanbieder, zijnde het tarief van KPN. Om recht te doen aan de relatieve positie van andere vaste aanbieders ten opzichte van KPN acht het college het redelijk dat het tarief van deze aanbieders niet hoger is dan het tarief dat drie jaar tevoren voor KPN gegolden heeft. Op deze manier wordt rekening gehouden met de relatieve positie van andere vaste aanbieders ten opzichte van KPN.

  • 7. Het afgiftetarief dat als richtlijn dient te gelden voor het maximaal redelijke tarief wordt gevormd door het afgiftetarief dat voor KPN drie jaar tevoren is vastgesteld. Omdat het verloop van dit tarief door de tijd heen onregelmatig is, wordt uitgegaan van het gemiddelde tariefverloop vanaf het moment waarop de eerste door het college goedgekeurde afgiftetarieven voor KPN van kracht werden, 1 juli 1997, tot aan het moment waarop het tarief wordt bepaald. In paragraaf 3 wordt nader ingegaan op de algemene bepaling van het maximaal redelijke tarief.

  • 8. Het college merkt op dat indien de vertraagd reciproque tarieven lager zouden uitvallen dan de tarieven van KPN, een reciproque tarief redelijk geacht wordt.4

  • 9. Op de markten van gespreksafgifte op 084/087-nummers en op de markten van gespreksafgifte op 088-nummers geldt voor de maximaal te hanteren tarieven drie jaar vertraagde reciprociteit van de op deze markten overeenkomstige ‘nationale’ tarieven van KPN. De tariefbasis voor gespreksafgifte op 084/087-nummers en voor gespreksafgifte op 088-bedrijfsnummers, wordt gevormd door het kostengeoriënteerde afgiftetarief dat KPN aan andere vaste aanbieders in rekening brengt indien het verkeer op één (nationaal) interconnectiepunt wordt aangeboden.5 Het college heeft voor een ‘nationaal’ tarief gekozen omdat de dienst naar haar aard een nationale dienst is.

  • 10. Ook kan het voorkomen dat voor nieuwe diensten, bijvoorbeeld 084/087- en 088-verkeer, geen tarief in 1997 aanwezig was.6 In dat geval dient het bijbehorende (huidige) tarief van KPN ontbonden te worden in een geografisch regionale afgifte component en een geografisch nationale afgifte component. Voor iedere component op zich kan het vertraagde reciproque tarief worden bepaald en in dezelfde verhouding worden samengevoegd.

2.3. De ontmiddeling van het afgiftetarief

  • 11. In de beoordeling van het maximaal redelijke afgiftetarief zal het college zich richten op het door een Andere Vaste Aanbieder gehanteerde gemiddelde afgiftetarief. Dit betekent dat het college geen regels stelt ten aanzien van de nadere opsplitsing (ontmiddeling) van het gemiddelde afgiftetarief in piek- en daltarieven en/of in start- en minuuttarieven. andere vaste aanbieders kunnen in beginsel hun eigen tariefstructuur ten aanzien van KPN kiezen, mits hun gemiddelde afgiftetarief niet hoger is dan het tarief zoals dat voor de verschillende relevante markten door het college als maximaal redelijk wordt beschouwd. Het college beantwoordt de vraag of de tariefstructuur van een Andere Vaste Aanbieder niet resulteert in een hoger dan gemiddeld maximaal redelijk afgiftetarief in beginsel aan de hand van het verkeerspatroon over het voorgaande jaar.7 Een beoordeling aan de hand van een indicatief verkeerspatroon dient naar het oordeel van het college zoveel mogelijk vermeden te worden, omdat de hiervoor noodzakelijke vaststelling van een verwacht verkeerspatroon in beginsel voor discussie tussen aanbieders vatbaar is. Het voordeel van deze benadering is dat een aanbieder vooraf zekerheid kan krijgen of hij voldoet aan het voor hem geldende maximaal redelijke tarief.

  • 12. Een Andere Vaste Aanbieder mag ook op een andere manier de bovengrens vaststellen. Er kan ook van ieder tariefelement van KPN afzonderlijk (start- en minuuttarieven voor de verschillende periodes piek, dal en weekend en nacht) een bovengrens worden afgeleid. Voor het verkrijgen van de bovengrenzen voor de afzonderlijke tariefelementen (hierna: elementniveau) geldt dezelfde berekeningsmethodiek als voor het verkrijgen van één bovengrens voor het gemiddelde tarief.

2.4. De overige voor afgifte relevante tariefcomponenten

  • 13. Naast de in het voorgaande bedoelde afgiftetarieven (start- en minuuttarieven) kunnen andere vaste aanbieders in het kader van hun afgiftedienstverlening ook andere vergoedingen hanteren. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan eenmalige bedragen, die in het kader van het tot stand brengen van de interconnectie dienen te worden betaald, of bepaalde vaste bijdragen, die maandelijks aan de geïnterconnecteerde aanbieder in rekening worden gebracht. Voorbeelden hiervan zijn poortkosten of abonnementen. Het college beschouwt deze elementen in beginsel evenzeer als relevant. Indien de periodieke kosten die andere vaste aanbieders in rekening brengen afwijken van hetgeen KPN zelf in rekening zou brengen aan periodieke kosten in het kader van vergelijkbare afgiftedienstverlening, dient het verschil van de kosten in beginsel te worden meegenomen in het berekenen van het gemiddelde tarief per minuut van de desbetreffende aanbieder. Dit komt overeen met de berekening ten behoeve van de toegestane eindgebruikerstariefdifferentiatie, waarbij poorttarieven van andere vaste aanbieders die hoger zijn dan die van KPN (met betrekking tot de afgiftedienstverlening) worden meegenomen in de bepaling van de toegestane differentiatie (verhoging) van het eindgebruikerstarief. In het geval dat een Andere Vaste Aanbieder juist lagere periodieke tarieven hanteert dan KPN, geldt even zo dat deze lagere tarieven worden meegenomen in de berekening van de bovengrens, ten gunste van de betrokken aanbieder. Uitgangspunt is dat een aanbieder niet meer inkomsten kan verkrijgen door de periodieke kosten te verhogen. Verhoging van de periodieke kosten leidt tot evenredige daling van de bovengrens van de afgiftetarieven. Met andere woorden, indien een aanbieder hogere tarieven hanteert voor andere vergoedingen gaat dit (navenant) ten koste van de maximale inkomsten die hij mag genereren met zijn afgiftedienst.

  • 14. Hierna worden de tariefregels die gelden voor andere vaste aanbieders met betrekking tot het aanbieden van gespreksafgifte op geografische nummers, 084/087-nummers en 088-nummers, nader uitgewerkt.

3. Bepaling van de maximaal redelijke afgiftetarieven

  • 15. Per afgiftemarkt zullen de rekenregels worden beschreven, welke aan de hand van rekenvoorbeelden nader zullen worden toegelicht. Daarnaast zal ook de methodiek van de middeling en ontmiddeling worden uitgewerkt aan de hand van een rekenvoorbeeld. Eindresultaten worden aangegeven door middel van de niet-cursieve getallen in de tabellen met dubbel omlijnde kaders; enkel omlijnde kaders betreffen tussenresultaten. Conform de tarieven van KPN worden de eindresultaten weergegeven in twee decimalen eurocenten. Ook de tussenresultaten worden in twee decimalen weergegeven; voor de berekening daarentegen zijn de exacte getallen (minimaal tien decimalen) gebruikt.

  • 16. Zoals in randnummer 11 en 12 is vastgesteld, mag een Andere Vaste Aanbieder kiezen uit twee verschillende methodes om de bovengrens van de afgiftetarieven te bepalen. Een Andere Vaste Aanbieder mag verschillende keuzes maken voor respectievelijk verkeer naar geografische nummers, 084/087 en 088.

  • 17. Bij de eerste methode wordt uitgegaan van het gemiddelde tarief dat de Andere Vaste Aanbieder hanteert. Het maximaal gemiddelde tarief dat de Andere Vaste Aanbieder mag hanteren, wordt in paragraaf 3.1.1 en 3.1.2 bepaald. In het algemeen worden afgiftetarieven op elementniveau afgesproken. In dat geval moeten de elementen worden teruggerekend naar een gemiddeld tarief. Dit wordt in paragraaf 3.1.3 besproken. Een Andere Vaste Aanbieder is met deze methode geheel vrij in de keuze van piek- en dalperiodes, alsmede de keuze in de verhouding tussen starten minuuttarieven.

  • 18. De andere methode die een Andere Vaste Aanbieder kan toepassen, is vertraagd reciproque tarieven op elementniveau. In dat geval dient een Andere Vaste Aanbieder de structuur van pieken dalperiodes, alsmede de keuze in de verhouding tussen start- en minuuttarieven van KPN te volgen. De berekening wordt in paragraaf 3.2.1 en 3.2.2 verder uitgewerkt. In paragraaf 3.2.3 wordt ingegaan op de berekening indien de Andere Vaste Aanbieder afwijkende periodieke tarieven hanteert.

  • 19. Onderstaand wordt de volgorde van bepaling van het tarief (en daarmee de opbouw van hoofdstuk 3) grafisch weergegeven.

3.1. Vertraagde reciprociteit op basis van gemiddelde tarieven

3.1.1. De markt van gespreksafgifte op geografische nummers

  • 20. Het maximaal redelijke tarief voor gespreksafgifte op geografische nummers van andere vaste aanbieders wordt gevormd door het kostengeoriënteerde afgiftetarief dat KPN aan andere vaste aanbieders in rekening brengt indien het verkeer regionaal (op 20 interconnectiepunten) wordt aangeboden. In het nieuwe kader is het kostengeoriënteerde tarief van KPN voor afgifte op geografische nummers opgebouwd uit afgifte en lokale doorgifte (onder het oude kader aangeduid als regional terminating). De tariefplafonds voor KPN in het nieuwe kader zijn opgenomen in annex B van het WPC-besluit van 27 september 2006, kenmerk OPTA/TN/2006/201811 (hierna: WPCbesluit).

    Variabelen

    Inhoud

    Rmax

    Bovengrens van het regionale afgiftetarief

    R0

    Het regionale afgiftetarief van KPN op 1 juli 1997

    R1

    Het regionale tarief van KPN per 1 september van het jaar waar vanaf de afgiftetarieven worden berekend

    Tj

    Het verschil tussen T1 en T0 in jaren

    T0

    1 juli 1997

    T1

    1 september van het jaar waar vanaf de afgiftetarieven worden berekend

Uitwerking van de rekenregel

  • 21. Het gemiddelde afgiftetarief van KPN dat gold op 1 juli 1997 (het eerste door het college goedgekeurde afgiftetarief, T0) bedroeg 1,23 eurocent per minuut (R0). Stel dat het gemiddelde tarief op 1 september 2006 (T1) 0,65 eurocent per minuut (R1) bedraagt. De periode tussen 1 september 2006 en 1 juli 1997 bedraagt 9 1/6 jaar (Tj). In de berekening wordt een maand als 1/12 jaar gehanteerd. Dit resulteert in een vertraagd reciproque tarief van 0,84 eurocent per minuut.

  • 22. Voor 1 juli 2005 tot en met 31 december 2008 geldt het volgende (eventuele nieuwe marktanalyses daar gelaten):

    Vanaf8

    Regionaal tarief KPN

    Maximaal gemiddeld vertraagd reciproque tarief voor afgifte op geografische nummers

    01-09-2005

    0,65

    0,86

    01-09-2006

    0,65

    0,84

    01-09-2007

    0,65

    0,82

    01-09-2008

    0,65

    0,80

    • 8 De tarieven van KPN gelden vanaf 1 juli van ieder jaar. Dit geldt ook voor de tarieven van KPN in de overige tabellen.

3.1.2. De markt van gespreksafgifte op 084/087-nummers en op 088-bedrijfsnummers

  • 23. In principe geldt voor gespreksafgifte op 084/087-nummers en op 088-bedrijfsnummers hetzelfde als voor afgifte op geografische nummers. Er moet echter rekening worden gehouden met het nationale aspect van deze nummers. Het maximaal redelijke tarief voor gespreksafgifte op 084/087- nummers en op 088-bedrijfsnummers van andere vaste aanbieders wordt gevormd door het kostengeoriënteerde afgiftetarief dat KPN aan andere vaste aanbieders in rekening brengt indien het verkeer op één (nationaal) interconnectiepunt wordt aangeboden. Het kostengeoriënteerde tarief van KPN voor afgifte op 084/087-nummers en op 088-bedrijfsnummers is opgebouwd uit afgifte, lokale doorgifte en interregionale doorgifte (onder het oude kader aangeduid als national terminating).

  • 24. Zoals in het vorige randnummer is aangegeven, is het andere vaste aanbieders toegestaan ‘nationale’ tarieven in rekening te brengen. Bij de bepaling van de bovengrens voor andere vaste aanbieders is het nationale tarief van KPN van belang. Echter gegeven de mogelijkheid dat 084/087 en 088-verkeer op regionaal niveau bij KPN aangeleverd kan worden, is er geen bovengrens verplichting opgelegd voor het nationaal afgiftetarief van KPN. Aangezien er ten aanzien van deze tarieven ook geen transparantieverplichting geldt, is het voor andere vaste aanbieders van 084/087- en 088-afgifte niet transparant welk ‘nationaal’ terminating tarief van KPN, in casu het tarief voor interregionale doorgifte, als uitgangspunt dient te worden genomen bij de bepaling van hun maximaal redelijke tarief voor gespreksafgifte op 084/087-nummers en op 088-bedrijfsnummers conform de methodiek van vertraagde reciprociteit. Het college acht het van belang dat andere vaste aanbieders de mogelijkheid hebben om zelfstandig op basis van de tarieven van KPN een afgiftetarief voor hun 084/087- en hun 088-afgiftedienst te berekenen. andere vaste aanbieders dienen in dat geval als basis voor het vaststellen van het ‘nationale’ afgiftetarief het national terminating tarief van KPN te hanteren, dat heeft gegolden in de periode van 1 juli 2004 tot 31 december 2005. Zoals uit het WPC-besluit blijkt, liggen de afgiftetarieven van de diensten waarvoor in de marktanalysebesluiten een bovengrens is opgelegd, op het hetzelfde niveau van de terminating tarieven die in de vorige reguleringsperiode hebben gegolden. Als het nationale afgiftetarief op bovengrens gereguleerd zou zijn, dan zou het aannemelijk zijn geweest dat deze tarieven hetzelfde zouden zijn als het tarief dat gegolden heeft in de periode van 1 juli 2004 tot 31 december 2005. Gegeven tarievenbouwwerk van KPN in het WPC-besluit en de ongewijzigde voortzetting van de gereguleerde tarieven acht het college het redelijk dat als basis voor de nationale component in het gemiddelde ‘nationale’ afgiftetarief 0,83 eurocent per minuut wordt gehanteerd.

  • 25. Daarnaast geldt dat voor deze diensten geen tarief in 1997 aanwezig is. Het college zal derhalve een geografisch regionale afgifte component en een geografisch nationale afgifte component dienen te bepalen. Voor iedere component op zich kan het vertraagde reciproque tarief worden bepaald.

    Rekenregel

    Rmax = (R0-R1)/(Tj)*3 + R1

    Nmax = (N0-N1)/(Tj)*3 + N1

    N’max = a * Rmax + (1-a) * Nmax

    Variabelen

    Inhoud

    Rmax

    Bovengrens van het regionale afgiftetarief

    R0

    Het regionale afgiftetarief van KPN op 1 juli 1997

    R1

    Het regionale tarief van KPN per 1 september van het jaar waar vanaf de afgiftetarieven worden berekend

    Nmax

    Bovengrens van het nationale afgiftetarief

    N0

    Het nationale afgiftetarief van KPN op 1 juli 1997

    N1

    Het nationale tarief van KPN per 1 september van het jaar waar vanaf de afgiftetarieven worden berekend

    Tj

    Het verschil tussen T1 en T0 in jaren

    T0

    1 juli 1997

    T1

    1 september van het jaar waar vanaf de afgiftetarieven worden berekend

    N’max

    Bovengrens van het afgiftetarief voor 084/087 en 088

    a

    Percentage regionaal verkeer ten opzichte van het regionale en nationale verkeer

    Uitwerking van de rekenregel

    • 26. De verhouding tussen de componenten wordt bepaald door het percentage verkeer dat (bij toeval) in de juiste regio wordt afgeleverd. Dit percentage verkeer wordt in de rekenregel met de parameter ‘a’ aangeduid. Indien alle abonnees volledig evenredig verdeeld zouden zijn over de regionale centrales, zou de waarde van ’a’ 5% bedragen, aangezien er 20 regionale centrales zijn8. De gebruikers zijn echter niet evenredig verdeeld over de regionale centrales. Hierdoor wordt ’a’ groter dan 5%. Het college heeft de verhouding tussen regionale en nationale afgifte voor 084/087 en 088 berekend. Aangezien het voornamelijk verkeer tussen abonnees in het algemeen en gebruikers van de 084/087- en 088-nummers betreft, heeft het college het percentage gebruikers per regionale centrale bepaald. Voor de abonnees in het algemeen is met behulp van de telefoongids een steekproef van circa 1000 willekeurige abonnees genomen. Voor de gebruikers van 084/087- en 088-nummers is gebruik gemaakt van een overzicht van alle 088-abonnees van KPN. Hieruit heeft het college afgeleid dat circa 6% van het verkeer regionaal is. De waarde van ’a’ is derhalve 0,06.

    • 27. Voor Nmax geldt:

      Vanaf

      Nationaal tarief KPN

      Maximaal gemiddeld nationaal vertraagd reciproque tarief

      01-09-2005

      0,83

      1,08

      01-09-2006

      0,83

      1,05

      01-09-2007

      0,83

      1,03

      01-09-2008

      0,83

      1,01

    • 28. Met a = 0,06 geldt voor het maximaal gemiddelde ‘nationale’ afgiftetarief voor 084/087 en 088 (N’max):

      Vanaf

      Maximaal gemiddeld regionaal vertraagd reciproque tarief

      Maximaal gemiddeld nationaal vertraagd reciproque tarief

      Maximaal gemiddeld vertraagd reciproque tarief voor 084/087 en 088

      01-09-2005

      0,86

      1,08

      1,06

      01-09-2006

      0,84

      1,05

      1,04

      01-09-2007

      0,82

      1,03

      1,01

      01-09-2008

      0,80

      1,01

      1,00

3.1.3. De ontmiddelingsmethodiek voor het gemiddelde afgiftetarief

  • 29. In de paragrafen 3.1.1 en 3.1.2 is het maximaal gemiddelde tarief voor gespreksafgifte respectievelijk op geografische nummers en op 084/087- en 088-nummers voor andere vaste aanbieders berekend.

  • 30. Vaste aanbieders komen in het algemeen echter geen gemiddelde tarieven, maar ontmiddelde tarieven (start- en minuuttarieven voor piek, dal en weekend/nacht) met elkaar overeen. De optelsom van de ontmiddelde tariefelementen dient te voldoen aan het maximaal gemiddelde afgiftetarief op geografische nummers en op 084/087- en 088-nummers voor andere vaste aanbieders.

  • 31. Indien de Andere Vaste Aanbieder hogere periodieke tarieven uit hoofde van zijn afgiftedienstverlening hanteert dan KPN zou doen, dienen ook deze tarieven betrokken te worden. Dat betekent dat het totaal aan periodieke tarieven dat de betreffende Andere Vaste Aanbieder gedurende een jaar in rekening zal brengen boven het totaal aan periodieke tarieven dat KPN in rekening zou brengen wordt opgeteld bij de inkomsten van de Andere Vaste Aanbieder.

    Rekenregel

    Tgem = (n1*s1 + n2*s2 + n3*s3 + m1*c1 + m2*c2 + m3*c3 + Dp) / (m1 + m2 + m3)

    Variabelen

    Inhoud

    Waarde in voorbeeld

    n1

    Aantal gesprekken in piek

    40.000

    n2

    Aantal gesprekken in dal

    20.000

    n3

    Aantal gesprekken in weekend

    10.000

    m1

    Aantal minuten in piek

    4.000.000

    m2

    Aantal minuten in dal

    2.000.000

    m3

    Aantal minuten in weekend

    1.000.000

    s1

    Gekozen starttarief piek

    2 eurocent

    s2

    Gekozen starttarief dal

    1 eurocent

    s3

    Gekozen starttarief weekend

    1 eurocent

    c1

    Gekozen minuuttarief piek

    1,4 eurocent

    c2

    Gekozen minuuttarief dal

    0,4 eurocent

    c3

    Gekozen minuuttarief weekend

    0,4 eurocent

    Dp

    Verschil in periodieke kosten per jaar

    10.000 euro

Rekenvoorbeeld

  • 32. Stel dat het maximum toegestane afgiftetarief 1 eurocent per minuut bedraagt. Stel dat aanbieder X gedurende de bepaalde periode in het verleden verkeer met de karakteristieken heeft getermineerd op zijn vaste netwerk zoals is weergegeven in bovenstaande tabel.

  • 33. Ter toetsing of de Andere Vaste Aanbieder onder de bovengrens blijft, wordt de totale omzet berekend die de Andere Vaste Aanbieder op grond van de historische verkeersgegevens zou hebben behaald op basis van de voorgestelde tarieven. Dit totaal komt op 6.920.000 eurocent. Het aantal verkeersminuten over deze periode bedroeg 7.000.000. Dit betekent dat de aanbieder onder de bovengrens blijft: 6.920.000 eurocent gedeeld door 7.000.000 minuten is 0,99 eurocent en is derhalve minder dan het maximaal redelijke gemiddelde tarief van 1 eurocent per minuut.

  • 34. Indien het voor een Andere Vaste Aanbieder redelijkerwijs niet mogelijk is om zijn historische verkeersgegevens vast te stellen op de wijze die in het voorgaande is beschreven, gelden de historische verkeersgegevens van de wederpartij, zijnde KPN.

3.2. Vertraagde reciprociteit op elementniveau

3.2.1. Vertraagde reciprociteit op de ontmiddelde geografische afgiftetarieven

  • 35. Voor de verschillende tariefelementen (start- en minuuttarieven voor piek, dal en weekend/nacht) van KPN kan tevens ieder afzonderlijk een bovengrens worden bepaald. Dit geschiedt op grond van dezelfde berekening als voor het maximaal gemiddelde tarief voor afgifte op geografische nummers.

    Rekenregel

    Emax = (E0-E1)/(Tj)*3 + E1

    Variabelen

    Inhoud

    Emax

    Bovengrens van het elementtarief

    E0

    Het elementtarief van KPN op 1 juli 1997

    E1

    Het elementtarief van KPN per 1 september van het jaar waar vanaf de elementtarief wordt berekend

    Tj

    Het verschil tussen T1 en T0 in jaren

    T0

    1 juli 1997

    T1

    1 september van het jaar waar vanaf de elementtarief wordt berekend

Uitwerking van de rekenregel

  • 36. De regionale ontmiddelde tarieven, in eurocenten, van KPN voor afgifte op geografische nummers op 1 juli 1997 en vanaf 1 juli 2005 zijn:

    Vanaf

    Starttarieven

    Minuuttarieven

     

    piek

    dal

    WNT

    piek

    dal

    WNT

    01-07-1997

    1,04

    0,77

    0,77

    1,23

    0,64

    0,64

    01-09-2005

    0,60

    0,60

    0,60

    0,70

    0,35

    0,26

    01-09-2006

    0,60

    0,60

    0,60

    0,70

    0,35

    0,26

    01-09-2007

    0,60

    0,60

    0,60

    0,70

    0,35

    0,26

    01-09-2008

    0,60

    0,60

    0,60

    0,70

    0,35

    0,26

  • 37. De vertraagde reciproque tarieven, op elementniveau, voor afgifte op geografische nummers zijn dan:

    Vanaf

    Starttarieven

    Minuuttarieven

     

    piek

    dal

    WNT

    piek

    dal

    WNT

    01-09-2005

    0,76

    0,66

    0,66

    0,89

    0,45

    0,40

    01-09-2006

    0,75

    0,66

    0,66

    0,87

    0,44

    0,38

    01-09-2007

    0,73

    0,65

    0,65

    0,85

    0,43

    0,37

    01-09-2008

    0,72

    0,65

    0,65

    0,84

    0,43

    0,36

3.2.2. Vertraagde reciprociteit op de ontmiddelde 084/087- en 088-afgiftetarieven

  • 38. Zoals in randnummer 12 is aangegeven, kan ook per element vertraagde reciprociteit worden toegepast. Dit geldt ook voor 084/087- en 088-afgiftetarieven.

  • 39. Zoals in paragraaf 3.1.2 is uiteengezet, dient voor de berekening van de 084/087- en 088-afgiftetarieven, een gewogen gemiddelde van de vertraagde regionale en nationale afgiftetarieven te worden berekend, in de verhouding 6% / 94%.

  • 40. Eerst zullen de nationale vertraagde reciproque tarieven op elementniveau worden bepaald, met de rekenregel uit paragraaf 3.2.1.

  • 41. De nationale ontmiddelde tarieven, in eurocenten, van KPN voor afgifte op 084/087- en 088- nummers op 1 juli 1997 en vanaf 1 juli 2005 zijn:

    Vanaf

    Starttarieven

    Minuuttarieven

     

    piek

    dal

    WNT

    piek

    dal

    WNT

    01-07-1997

    1,32

    0,91

    0,50

    1,50

    0,82

    0,82

    01-09-2005

    0,75

    0,75

    0,75

    0,90

    0,45

    0,34

    01-09-2006

    0,75

    0,75

    0,75

    0,90

    0,45

    0,34

    01-09-2007

    0,75

    0,75

    0,75

    0,90

    0,45

    0,34

    01-09-2008

    0,75

    0,75

    0,75

    0,90

    0,45

    0,34

  • 42. De nationale vertraagde reciproque tarieven zijn dan, met toepassing van de rekenregel uit randnummer 35:

    Vanaf

    Starttarieven

    Minuuttarieven

     

    piek

    dal

    WNT

    piek

    dal

    WNT

    01-09-2005

    0,96

    0,81

    0,66

    1,12

    0,58

    0,52

    01-09-2006

    0,94

    0,80

    0,67

    1,10

    0,57

    0,50

    01-09-2007

    0,92

    0,80

    0,68

    1,08

    0,56

    0,48

    01-09-2008

    0,90

    0,79

    0,68

    1,06

    0,55

    0,47

  • 43. Met de rekenregel uit paragraaf 3.1.2 worden de regionale vertraagde reciproque tarieven uit paragraaf 3.2.1 en bovenstaande nationale vertraagde reciproque tarieven gewogen gemiddeld. Met a = 0,06 kunnen de vertraagde reciproque tarieven worden berekend, met 6% van de waarde uit de tabel in randnummer 41 en 94% uit de tabel in randnummer 42. De afgiftetarieven op elementniveau, voor afgifte op 084/087- en 088-nummers voor andere vaste aanbieders zijn:

    Vanaf

    Starttarieven

    Minuuttarieven

     

    piek

    dal

    WNT

    piek

    dal

    WNT

    01-09-2005

    0,95

    0,80

    0,66

    1,11

    0,58

    0,51

    01-09-2006

    0,92

    0,79

    0,67

    1,08

    0,56

    0,49

    01-09-2007

    0,91

    0,79

    0,67

    1,06

    0,55

    0,47

    01-09-2008

    0,89

    0,78

    0,68

    1,05

    0,54

    0,46

3.2.3. Afwijkende periodieke tarieven bij vertraagde reciprociteit op elementniveau

  • 44. Zoals in randnummer 12 is aangegeven, dient het verschil aan periodieke kosten meegenomen te worden in de berekening van de bovengrens. De Andere Vaste Aanbieder is vrij te kiezen in welk tarief (of combinatie van tarieven) hij het eventuele verschil in poortkosten wenst te verrekenen, zolang het principe dat dit geen gevolgen heeft voor de uiteindelijke omzet die de aanbieder behaalt op het termineren van het verkeer afkomstig van KPN niet wordt geschaad.

    Rekenregel

    (n1*ds1 + n2*ds2 + n3*ds3 + m1*dc1 + m2*dc2 + m3*dc3) >= Dp

    n1

    Aantal gesprekken in piek

    n2

    Aantal gesprekken in dal

    n3

    Aantal gesprekken in weekend

    m1

    Aantal minuten in piek

    m2

    Aantal minuten in dal

    m3

    Aantal minuten in weekend

    ds1

    Maximale starttarief piek - Gekozen starttarief piek

    ds2

    Maximale starttarief dal - Gekozen starttarief dal

    ds3

    Maximale starttarief weekend - Gekozen starttarief weekend

    dc1

    Maximale minuuttarief piek - Gekozen minuuttarief piek

    dc2

    Maximale minuuttarief dal - Gekozen minuuttarief dal

    dc3

    Maximale minuuttarief weekend - Gekozen minuuttarief weekend

    Dp

    Verschil in periodieke kosten per jaar

  • 45. Rekenvoorbeeld

    Stel dat een Andere Vaste Aanbieder 10.000 euro (Dp) periodieke kosten meer in rekening brengt dan KPN voor een vergelijkbare dienstverlening. Deze aanbieder heeft 10 miljoen geografische minuten per jaar (m1) aan piek-verkeer en wenst de extra kosten in dit element te verwerken. De aanbieder kiest er voor het maximale vertraagde geografische reciproque tarief vanaf 1 september 2006 te verlagen van 0,87 eurocent per minuut naar 0,77. Als dit ingevuld wordt in het rekenvoorbeeld dan geldt dat dc1 = 0,001 euro. m1 * dc1 = 10.000.000 * 0,001 = 10.000 euro. Dit is gelijk aan Dp. Dit is dus toegestaan.

Het college van de OnafhankelijkePost en Telecommunicatie Autoriteit,

C. A. Fonteijn,

Voorzitter.

  1. Marktanalysebesluit ‘De wholesalemarkten voor gespreksafgifte op afzonderlijke openbare telefoonnetwerken, verzorgd op een vaste locatie’ van 21 december 2005, kenmerk OPTA/TN/2005/203466. ^ [1]
  2. Beleidsregels inzake de redelijkheid van vaste terminating tarieven, OPTA/IBT/2003/201171, 18 april 2003; uitgebreid bij besluit inzake geschil KPN-Priority van 1 juli 2003, kenmerk OPTA/IBT/2003/202192, zie randnummer 52 en bijlage 2 (hierna: geschil KPNPriority). ^ [2]
  3. Zie ook randnummers 641, 642 en 646 van het marktanalysebesluit voor gespreksafgifte. ^ [3]
  4. Zie ook randnummer 642 van het marktanalysebesluit gespreksafgifte. ^ [4]
  5. Zie ook randnummer 642 van het marktanalysebesluit gespreksafgifte. ^ [5]
  6. In randnummer 646 van het marktanalysebesluit wordt verondersteld dat er in 2006 wel een ‘nationaal’ 084/087 en 088-afgiftetarief door KPN gehanteerd zou worden. Dit is niet het geval. Om die reden hanteert het college ook voor de bepaling van de huidige tarieven een geografisch regionale en nationale component. ^ [6]
  7. Uitgegaan wordt van verkeersgegevens van het voorgaande jaar of indien het om praktische redenen niet mogelijk is of wenselijker is om deze gegevens te aggregeren over deze periode mag een andere aaneengesloten periode van een jaar worden gehanteerd, mits de meest recente datum van dat aaneengesloten jaar niet meer dan zes maanden in het verleden is gelegen. ^ [7]
  8. De parameter ‘a’ is gelijk aan de som van het kwadraat van het percentage van de gebruikers op iedere regionale centrale: a = 20 * (1/20)^2 = 1/20 = 5%. ^ [8]
Naar boven