Regeling overgang naar een LFNP functie

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 22-12-2016 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 mei 2013, nr. 382428, directoraat-generaal Politie/Programma Arbeidsvoorwaarden, houdende, de overgang van ambtenaren naar een functie van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Regeling overgang naar een LFNP functie)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen d. en e., en onderdeel c., met uitzondering van de aspirant, van het Besluit bezoldiging politie;

  • b. bevoegd gezag: het bevoegd gezag bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j., van het Besluit bezoldiging politie;

  • c. functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem daartoe door het bevoegd gezag is opgedragen;

  • d. functiebeschrijving: een of meer door het bevoegd gezag vastgestelde schriftelijke document(en) waarin ten minste duidelijk herkenbaar de wezenlijke onderdelen van de functie op hoofdlijnen zijn vastgelegd, niet zijnde een LFNP functie;

  • e. functievergelijkingsformulier: het formulier waarin de motivering van de functievergelijking en de match is vastgelegd;

  • f. LFNP: Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie: het door Onze Minister vastgestelde geheel van functiebeschrijvingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel vv., van het Besluit bezoldiging politie;

  • g. LFNP functie: het samenstel van de door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;

  • h. match: het vastgestelde resultaat voor de meest vergelijkbare functie zoals opgenomen in de transponeringstabel die door de Minister is vastgesteld in overeenstemming met het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken;

  • i. de Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • j. het Ministerie: het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • k. organieke matching: het vergelijken op organisatieniveau van functiebeschrijvingen met een LFNP functie;

  • l. overgang naar een LFNP functie: de overgang naar een LFNP functie gebaseerd op de uitgangspositie op de peildatum 31 december 2011 voor de periode vanaf 1 januari 2012;

  • m. politievakorganisaties: de politievakorganisaties vertegenwoordigd in de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken, bedoeld in artikel 2 van het Besluit overleg medezeggenschap politie 1994;

  • n. het reglement: het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching, bedoeld in artikel 4, zesde lid;

  • o. toekenning van een LFNP functie: het door toekenning vervangen van een functiebeschrijving van een ambtenaar door een LFNP functie voor de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011;

  • p. de transponeringstabel: de als bijlage bij deze regeling gevoegde tabel waarin de vastgestelde resultaten van de matching zijn opgenomen;

  • q. de werkgroep matching: de werkgroep, bedoeld in artikel 4;

  • r. uitgangspositie: de functie en in samenhang daarmee de functiebeschrijving en de extra werkzaamheden, bijzondere situaties, afspraken, of specifieke werkzaamheden van een ambtenaar op enig moment vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011, zoals vastgelegd in een besluit.

Artikel 2. Besluit Uitgangspositie(s)

  • 1 De ambtenaar ontvangt een besluit waarin zijn uitgangspositie(s) is of zijn vastgelegd.

  • 2 De ambtenaar ontvangt een aanvullend besluit uitgangspositie waarin – indien van toepassing – de specifieke werkzaamheden zijn vastgelegd op de peildatum 31 december 2011.

  • 3 Zodra de ambtenaar functieonderhoud aanvraagt op basis van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie, komt voor die ambtenaar de uitgangspositie(s) die voorafgaat of voorafgaan aan de werkzaamheden waarvoor functieonderhoud wordt aangevraagd, van rechtswege te vervallen.

Artikel 3. Organieke Matching

  • 1 Bij het proces van organieke matching zijn deze regeling, het reglement en de beleidsregel Instructie organieke matching bepalend.

  • 2 Organieke matching geschiedt uitsluitend op basis van schriftelijke stukken.

  • 3 De matching van alle functies geschiedt door de werkgroep matching.

  • 4 De match wordt op basis van de functiebeschrijving vastgesteld conform de beleidsregel, bedoeld in het eerste lid, en vindt in de hierna aangegeven volgorde plaats:

    • a. ten eerste door te bepalen welke van de drie domeinen in het LFNP – Leiding, Uitvoering en Ondersteuning – het meest vergelijkbaar is;

    • b. ten tweede – en voor zover van toepassing – door het meest vergelijkbare vakgebied binnen het gekozen domein te bepalen;

    • c. ten derde door de meest vergelijkbare LFNP functie in het desbetreffende vakgebied dan wel het domein Leiding te bepalen waarbij geldt dat indien de salarisschaal van de functiebeschrijving overeenkomt met de salarisschaal van een LFNP functie in het gekozen vakgebied dan wel het domein Leiding, die functie wordt beschouwd als de meest vergelijkbare functie.

  • 5 Indien de salarisschaal van de functiebeschrijving niet voorkomt in het gekozen vakgebied dan wel het domein Leiding, wordt de naast hogere of de naast lagere LFNP functie gekozen als de meest vergelijkbare functie.

  • 6 Het resultaat van alle matchingen wordt door de werkgroep matching, conform het reglement voor de werkwijze van die werkgroep, opgenomen in een concept-transponeringstabel met de daarbij behorende functievergelijkingsformulieren.

  • 7 De door de Minister vastgestelde transponeringstabel is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 4. Werkgroep matching

  • 2 De in het eerste lid bedoelde werkgroep bestaat uit:

    • a. elf leden, waaronder de voorzitter, benoemd op voordracht van de Minister en

    • b. elf leden, waaronder de plaatsvervangend voorzitter, benoemd op voordracht van de politievakorganisaties.

  • 3 De werkgroep heeft tot taak:

    • a) het clusteren van de functies, zorg te dragen voor de matching en deze vast te leggen in de functievergelijkingsformulieren en het opmaken van een concept-transponeringstabel opdat het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken kan komen tot overeenstemming;

    • b) het gevraagd en ongevraagd voorstellen te doen en te adviseren terzake van aangelegenheden met betrekking tot matching en overgang en

    • c) het behandelen van matchingszaken nadat de transponeringstabel is vastgesteld.

  • 4 In verband met het derde lid, onderdeel c., bestaat de werkgroep na het vaststellen van de transponeringstabel door de Minister uit drie leden, waaronder de voorzitter, benoemd op voordracht van de Minister en drie leden, waaronder de plaatsvervangend voorzitter, benoemd op voordracht van de politievakorganisaties.

  • 6 Het reglement over de werkwijze van de werkgroep wordt overeengekomen in het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken en wordt door de Minister vastgesteld.

  • 7 Het beheer van de archiefbescheiden van de werkgroep geschiedt door het Landelijk programma HRM met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het beheersreglement van het Ministerie.

  • 8 Bij opheffing van de werkgroep worden de archiefbescheiden overgedragen aan het centraal archief van het Ministerie.

Artikel 5. Voornemen tot toekenning en overgang naar een LFNP functie

  • 1 Het bevoegd gezag maakt een voorgenomen besluit kenbaar aan de ambtenaar.

  • 2 Bepalend voor de toekenning van een LFNP functie van de ambtenaar is een uitgangspositie van de ambtenaar vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011 en de transponeringstabel.

  • 3 Bepalend voor de overgang naar een LFNP functie van de ambtenaar is de uitgangspositie van de ambtenaar op 31 december 2011 en de transponeringstabel.

  • 4 Indien de toepassing van het tweede of derde lid in individuele gevallen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard of indien sprake is van een bijzondere situatie kan het bevoegd gezag na afweging van de belangen van het individu en van de organisatie afwijken van het tweede en derde lid.

Artikel 6. Bedenkingen

  • 1 Binnen drie weken na verzending van het in artikel 5 bedoelde voorgenomen besluit kan de ambtenaar bij het bevoegd gezag tegen het voorgenomen besluit schriftelijk en met redenen omkleed zijn bedenkingen indienen.

  • 2 De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld om zijn bedenkingen mondeling toe te lichten.

Artikel 7. Besluit

  • 1 Indien de ambtenaar geen gebruik maakt van de mogelijkheid, bedoeld in artikel 6, stelt het bevoegd gezag het besluit vast na afloop van een termijn van zes weken na verzending van het voornemen.

  • 2 Het bevoegd gezag neemt binnen zes weken na ontvangst van de bedenkingen, bedoeld in artikel 6, een besluit.

Artikel 8. Horen in bezwaar

  • 1 Indien een ambtenaar zich niet kan verenigen met een besluit, bedoeld in artikel 7, kan hij bij het bevoegd gezag bezwaar maken.

  • 2 Het horen van de ambtenaar geschiedt door twee hoorambtenaren waarvan een is benoemd op voordracht van het bevoegd gezag en een op voordracht van de politievakorganisaties.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde hoorambtenaren maken een verslag van de hoorzitting en doen een aanbeveling ten aanzien van de te nemen beslissing op het bezwaar.

  • 4 Het bevoegd gezag kan een nadere instructie geven ten aanzien van de werkwijze van de hoorambtenaren bedoeld in het tweede lid.

Artikel 9. Behoud van aanspraken

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31 december 2009.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling overgang naar een LFNP functie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en de bijlage zal ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Bijlage

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.]

Naar boven