Besluit taken telecommunicatie en post en vergoedingen post BES

Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-03-2013

Besluit van 19 december 2012, houdende regels inzake taken op het terrein van telecommunicatie en post en inzake vergoedingen op het terrein van post met betrekking tot Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Besluit taken telecommunicatie en post en vergoedingen post BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 30 oktober 2012, nr. WJZ / 12331692;

Gelet op de artikelen 44b, tweede en derde lid, en 44e, vijfde lid, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES en de artikelen 14, vierde lid, en 27, tweede lid, van de Wet post BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 november 2012, nr. W 15.12.0467/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 13 december 2012, nr. WJZ / 12379616;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

Het college heeft tot taak:

Artikel 3

Het college is bevoegd geschillen te beslechten tussen concessiehouders, tussen andere aanbieders van openbare telecommunicatiediensten en tussen concessiehouders en andere aanbieders van openbare telecommunicatiediensten inzake de nakoming van een verplichting ingevolge de hoofdstukken 2, 3 of 4 van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES. De beslissing van het college is bindend.

Artikel 4

Indien concessiehouders of andere aanbieders van openbare telecommunicatiediensten een geschil hebben, kunnen zij zich onder opgaaf van redenen schriftelijk richten tot het college met het verzoek hieromtrent een beslissing te nemen. Een zodanig verzoek wordt ingediend bij het college.

Artikel 5

  • 1 Binnen één maand na de indiening van het verzoek om een beslissing verstrekken beide partijen in het geschil het college alle gegevens die benodigd zijn om een beslissing te kunnen nemen.

  • 2 Indien het college niettemin de verstrekte gegevens onvoldoende acht, verzoekt het de betrokken partij binnen twee weken aanvullende informatie te verstrekken.

Artikel 6

Het college toetst een geschil inzake de toegang tot of de koppeling van infrastructuur in ieder geval aan de volgende uitgangspunten:

  • a. de voorwaarden voor toegang en koppeling dienen non-discriminatoir te zijn; dat wil zeggen dat toegang en koppeling steeds in overeenkomstige situaties tegen overeenkomstige voorwaarden en tarieven worden aangeboden;

  • b. de voorwaarden voor toegang en koppeling dienen transparant te zijn en de tarieven voor toegang en koppeling dienen niet gebundeld te worden; dat wil zeggen dat de tarieven waartegen toegang en koppeling wordt aangeboden, in uitgesplitste vorm worden voorgelegd, zodat netwerkelementen en -diensten die niet nodig zijn of gewenst worden voor de desbetreffende toegang of koppeling, vermeden kunnen worden; en

  • c. de vergoedingen voor toegang en koppeling, als onderdeel van de voorwaarden, dienen kostengeoriënteerd te zijn.

Artikel 7

Binnen drie maanden na de indiening van het verzoek neemt het college een beslissing.

Artikel 8

  • 1 De op grond van artikel 14 van de Wet post BES verschuldigde vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt, geraamde kosten.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing voor zover de door de concessiehouder verschuldigde vergoeding is bepaald in een concessie die is verleend krachtens artikel 2, eerste lid, van de Postlandsverordening 1998 en die nadien is verlengd overeenkomstig artikel 27a, eerste lid, van de Wet post BES.

  • 3 De op grond van artikel 14 van de Wet post BES verschuldigde vergoeding dient bij vooruitbetaling te worden voldaan, welke vooruitbetaling in het geval van een vergoeding voor het toezicht op het bij of krachtens die wet bepaalde per periode van twaalf maanden plaatsvindt.

Artikel 12

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit taken telecommunicatie en post en vergoedingen post BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 december 2012

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de achtentwintigste december 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven