Het bestuur van het Mondriaan Fonds heeft, na de goedkeuring van de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap van 13 december 2012, op 14 december 2012 vastgesteld:
Artikel 1. doelstelling
[Regeling vervallen per 07-12-2016]
Op 1 juli 2013 is het 150 jaar geleden dat de slavernij in de toenmalige Nederlandse
koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen werd afgeschaft. Voor deze bijzondere
gelegenheid wordt een tijdelijke regeling in het leven geroepen.
Het Mondriaan Fonds stimuleert de laboratoriumfunctie van kunst en cultureel erfgoed.
Bijzondere aandacht is er in het kader van erfgoed voor projecten die inspelen op
relevante ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving. Het gaat om projecten waarbij
vorm en inhoud wordt gegeven aan bijvoorbeeld culturele diversiteit of projecten die
belangrijke internationale ontwikkelingen weten te vertalen naar het Nederlandse publiek.
De projecten in het kader van de herdenking van het slavernijverleden leveren bij
voorkeur ook op langere termijn een bijdrage aan de kennis over en het bewustzijn
van het slavernijverleden.
Artikel 2. ondersteuningsmogelijkheden
[Regeling vervallen per 07-12-2016]
Voor cultureel erfgoed en beeldende kunst gelden de volgende ondersteuningsmogelijkheden:
projecten
-
• projecten die de relatie tussen publiek en (immaterieel) cultureel erfgoed versterken;
-
• eenmalige activiteiten met een tijdslimiet, zoals (internationale) presentaties in
Nederland en festivals of andere publieksactiviteiten;
-
• eenmalige, niet-monografische en opiniërende uitgaven die bijdragen aan de gedachtevorming
over de herinnering van het Slavernijverleden;
-
• projecten die bijdragen aan kennisverdieping zoals debatten en symposia;
-
• de productie van nieuw werk of opdrachten aan hedendaagse kunstenaars;
-
• projecten op het raakvlak van beeldende kunst, erfgoed en podiumkunsten.
Niet ondersteund worden aanvragen voor:
-
• vormgeving;
-
• volledige podiumproducties;
-
• bouwkundige voorzieningen;
-
• het behoud van monumenten;
-
• zelfstandige documentaires die niet ingebed zijn in een breder project;
-
• tijdschriften over cultureel erfgoed.
Artikel 3. ontvankelijkheid
[Regeling vervallen per 07-12-2016]
Aanvragen kunnen worden ingediend door culturele instellingen in Nederland en op de
Nederlandse Cariben. Individuele kunstenaars kunnen samen met een instelling een aanvraag
indienen. Het kunstvakonderwijs en sectorinstituten zonder museale functie kunnen
geen aanvraag indienen.
Artikel 4. beoordelingscriteria
[Regeling vervallen per 07-12-2016]
Aanvragen worden beoordeeld op de volgende criteria:
Belang
De aanvraag onderscheidt zich in inhoud, opzet en uitvoering van het landelijke aanbod
aan cultureel erfgoed waarbij het slavernijverleden centraal staat, door het innovatieve,
uitzonderlijke of voorbeeld stellende karakter van het project. Van belang is dat
de projecten die ondersteund worden een brug slaan tussen kunst, cultureel erfgoed
en de burger. We ondersteunen projecten met een duidelijk profiel die iets toevoegen
aan het culturele (digitale) aanbod dat Nederland rijk is.
Zichtbaarheid
De aanvraag geeft blijk van een doordachte en realistische publieksbenadering. Het
programma en de gevolgde methode(s) sluiten aan bij de gekozen doelgroep(en). De aanvraag
omvat een effectief communicatie- en pr-plan. We stellen hierbij vragen als: Voor
wie worden de activiteiten ontwikkeld? Hoe zal dit publiek bereikt worden? Waarom
wordt er voor deze doelgroep(en) gekozen? Ook voor een klein publiek kan een bepaalde
activiteit van groot belang zijn. Het gaat hierbij niet noodzakelijk om het bereiken
van veel publiek. Wel om een weloverwogen publieksbenadering die aangeeft hoe uitgangspunten
naar het publiek vertaald worden. Waarbij het een pre is wanneer het project wat betreft
onderwerp, inhoud of uitvoering bijdraagt aan een groter draagvlak voor de beeldende
kunst en/of cultureel erfgoed.
Samenwerking:
Om de inbedding van cultureel erfgoed over het slavernijverleden in de samenleving
verder te stimuleren hechten wij aan de samenwerking tussen culturele instellingen
onderling en samenwerking met ander maatschappelijke partijen en kunstenaars.
Kwalitatief goede uitvoering
De goede uitvoering van het project moet in de aanvraag aannemelijk worden gemaakt.
De aanvraag en de betrokken instelling(en) moeten bovendien het vertrouwen wekken
dat het eindresultaat succesrijk en van een bijzondere kwaliteit zal zijn.
Artikel 5. financiële bijdragen
[Regeling vervallen per 07-12-2016]
Instellingen kunnen een aanvraag indienen voor activiteiten die buiten de reguliere
begroting vallen. Wij ondersteunen maximaal 50% van de variabele activiteitkosten
(dus geen exploitatiekosten en investeringen). Daarbij wordt gekeken of de begrote
kosten reëel zijn. De totale kosten van het project moeten meer dan € 25.000 bedragen.
Van de aanvrager wordt een redelijke eigen bijdrage aan de projectkosten verwacht.
Projecten rechtstreeks gefinancierd door de overheid (Cultuurnota- of Hgis-Cultuurmiddelen
en sector- en koepelinstituten) zijn uitgesloten van ondersteuning. Tenslotte mag
niet meer dan 60% van het dekkingsplan bestaan uit cultuurmiddelen die afkomstig zijn
van de publieke fondsen.
Artikel 6. overig
[Regeling vervallen per 07-12-2016]
Als de middelen die het Mondriaan Fonds heeft bestemd voor specifieke activiteiten
zijn uitgeput, kan een aanvraag zonder nader onderzoek worden afgewezen. Op dit reglement
is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Dit besluit treedt in werking per 1 januari 2013 en zal geplaatst worden in de Staatscourant.