Circulaire wijziging vergoeding van lid van algemeen bestuur per 1 januari 2013

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Circulaire wijziging vergoeding van lid van algemeen bestuur per 1 januari 2013

Algemene informatie

Door middel van deze circulaire wordt u geïnformeerd over de wijzigingen van het bedrag van de vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur van een waterschap, genoemd onder artikel 3.2, tweede lid, van het Waterschapsbesluit. Daarnaast informeer ik u over de bezoldiging en de eindejaarsuitkering van een lid van het dagelijks bestuur en over de bezoldiging, de ambtstoelage en de eindejaarsuitkering van de voorzitter.

In deze circulaire wordt ook gesproken over de werkkostenregeling. Over de toepassing van de werkkostenregeling bent u eerder geïnformeerd bij circulaire van 8 maart 2011, nr. 2011-2000024839.

1. Vergoeding van een lid van het algemeen bestuur van een waterschap.

Het bedrag van de vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur van een waterschap wordt op grond van artikel 3.2, tweede lid, van het Waterschapsbesluit per 1 januari van elk jaar herzien door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit gebeurt aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar vastgestelde indexcijfer CAO lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen.

Ten aanzien van 2012 heb ik u in de circulaire van 30 november 2011, nr. 2000524134, gemeld dat het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september 2011 op dat moment nog niet bekend was. De vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur van een waterschap is daarom met ingang van 1 januari 2012 niet aangepast.

In de loop van 2012 werd dit indexcijfer wel bekend. Dat indexcijfer was 0,3% lager ten opzichte van het indexcijfer dat voor 2011 gehanteerd werd. Er is toen voor gekozen deze verlaging op dat moment niet door te berekenen in het bedrag over 2012. De bedragen over 2012 blijven dus hetzelfde als de bedragen over 2011.

Met dat percentage (-/- 0,3%) moet echter wel rekening worden gehouden bij de berekening van het bedrag over 2013.

Voor 2013 geldt namelijk wel een verhoogd indexeringspercentage. Het indexcijfer CAO lonen overheid voor 2013 is bepaald op 131,9. Voor 2012 was dit indexcijfer 129,8. Een verhoging van 1,6%.

Concreet is de volgende berekeningswijze gehanteerd.

Het indexcijfer dat over het bedrag van 2011 is toegepast is 130,2. Het indexcijfer voor het bedrag over 2012 is 129,8. Dat betekent dat het bedrag van de vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur van een waterschap per 1 januari 2012 verlaagd had moeten worden met 0,3%. Deze verlaging is nu bij de berekening van het bedrag over 2013 meegenomen, in die zin dat het bedrag van 2011 eerst is verlaagd met 0,3% en dat voor het bedrag voor 2013 op dat verlaagde bedrag de verhoging van 1,6% is toegepast.

Het bedrag genoemd in artikel 3.2, eerste lid, van het Waterschapsbesluit voor de vergoeding van de werkzaamheden bedraagt per 1 januari 2013 € 448,41.

2. Bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

In artikel 3.11 van het Waterschapsbesluit is bepaald op welke wijze de bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap wordt berekend. Uit de toelichting op dit artikel blijkt dat die bezoldiging wordt bepaald op de helft van het salaris van een wethouder in de inwonersklasse 60.001 tot 100.000 inwoners. In het derde lid van artikel 3.11 van het Waterschapsbesluit is geregeld dat deze bezoldiging wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010. Op dit moment is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

U bent over de bezoldiging van een lid van het dagelijks bestuur geïnformeerd bij circulaire van 21 december 2009, kenmerk 2009-726924. Vooralsnog kunt u uitgaan van de bezoldiging die in die circulaire is opgenomen en die geldt per 1 april 2009, namelijk € 3.557,60.

3. Eindejaarsuitkering van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

Gelet op artikel 3.13, eerste lid, van het Waterschapsbesluit ontvangt een lid van het dagelijks bestuur een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 2 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de eindejaarsuitkering voor een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

Voor uw informatie meld ik dat voor leden van het dagelijks bestuur vanaf 1 december 2009 een eindejaarsuitkering geldt van 8,3%.

4. Bezoldiging en ambtstoelage van een voorzitter van een waterschap.

Zowel de bezoldiging als de ambtstoelage van de voorzitter van een waterschap zijn gerelateerd aan het maximum van schaal 18. Dit is bepaald in artikel 3.24 resp. 3.26 van het Waterschapsbesluit. Het bij die schaal behorende bedrag wijzigt als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk wijzigt.

Zoals onder 2 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging en ambtstoelage van de voorzitter van een waterschap.

Voor uw informatie meld ik u dat de bezoldiging voor een voorzitter van een waterschap per 1 april 2009 is vastgesteld op maximaal € 8.541,18 per maand (maximum schaal 18).

Als uw waterschap wel kiest voor de werkkostenregeling dan geldt wat betreft de ambtstoelage van een voorzitter van een waterschap het volgende.

De ambtstoelage bedraagt op grond van artikel 3.26 juncto 3.26a, aanhef en onder b., van het Waterschapsbesluit per 1 april 2009 maximaal € 256,24 (maximaal 3% van het maximum van schaal 18).

Voor uw informatie meld ik u ook het bedrag van de ambtstoelage als uw waterschap nog niet kiest voor de werkkostenregeling. De ambtstoelage bedraagt voor een voorzitter op grond van artikel 3.26 en met toepassing van artikel 7.6a, onder b, van het Waterschapsbesluit per 1 april 2009 maximaal € 533,82 (maximaal 6,25% van het maximum van schaal 18).

5. Eindejaarsuitkering van een voorzitter van een waterschap.

Op grond van artikel 3.41 van het Waterschapsbesluit ontvangt de voorzitter van een waterschap een eindejaarsuitkering, zoals omschreven in artikel 3.13 van het Waterschapsbesluit. Dat houdt in dat de voorzitter een eindejaarsuitkering ontvangt overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 2 is aangegeven, is er nog geen uitkomst bekend van het overleg over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk. De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt dus nog. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de eindejaarsuitkering voor een voorzitter van een waterschap.

Voor uw informatie meld ik u dat voor een voorzitter van een waterschap vanaf 1 december 2009 een eindejaarsuitkering geldt van 8,3%.

Naar boven