Aanwijzing bekostiging epilepsiezorg 2013

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-02-2013 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 november 2012, MC-U-3142052, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake bekostiging epilepsiezorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Overwegende dat de functiegerichte budgettering voor instellingen voor medisch specialistische zorg en de bekostiging op basis van begrotingsfinanciering van audiologische centra is beëindigd en dat daarbij een tijdelijke uitzondering is gemaakt voor de longastmacentra en epilepsie-inrichtingen totdat een voldoende stabiele product en tariefstructuur beschikbaar is;

Overwegende dat de invoering van prestatiebekostiging en een stabiele product- en tariefstructuur essentieel is voor een stelsel waarin zorgaanbieders en zorgverzekeraars met elkaar onderhandelen over kwaliteit, prijs en volume, selectieve contractering door zorgverzekeraars toeneemt en aanbieders daadwerkelijk worden afgerekend op geleverde prestaties;

Overwegende dat met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra, de Orde van Medisch Specialisten, de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, Zorgverzekeraars Nederland en de beide betrokken epilepsiecentra mede in het licht van beperkte macrobudgettair beschikbare middelen de vormgeving van een zorgvuldig overgangstraject is besproken;

Overwegende dat het experiment ten behoeve van de ontwikkeling van een stabiele product- en tariefstructuur voor epilepsiezorg is geslaagd en derhalve bij de twee betrokken epilepsiecentra kan worden beëindigd;

Overwegende dat er geen reden meer is voor de tijdelijke uitzondering omdat een voldoende stabiele product- en tariefstructuur beschikbaar is;

Gelet op artikel 7 en 59 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien de brief van de Nederlandse Zorgautoriteit van 16 augustus 2012, kenmerk EGES/djon/TDZ 11704, aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake bekostiging voor epilepsiecentra en longrevalidatie-instellingen (bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, 29 248, nr. 239);

Na op 1 oktober 2012 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2011/12, 29 248, nr. 239) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien het Verslag van een schriftelijk overleg over de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 oktober 2012 inzake bekostiging voor epilepsiecentra en longrevalidatie-instellingen;

Besluit:

Hoofdstuk I

Artikel 1. definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

Artikel 2. werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op epilepsiezorg als bedoeld in het bepaalde bij of krachtens de Zorgverzekeringswet.

Artikel 3. opdracht

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing tijdig vóór 1 januari 2013 regels of beleidsregels vast.

Artikel 4. transparante prestatiebeschrijvingen

De zorgautoriteit stelt met ingang van het jaar 2013 prestatiebeschrijvingen vast voor epilepsiezorg, op basis van het voorstel in de adviesbrief.

Indien en voor zover prestaties voor epilepsiezorg niet als een DOT-zorgproduct in de adviesbrief zijn omschreven stelt de zorgautoriteit met ingang van 2013 prestatiebeschrijvingen, verder te noemen overige zorgproducten, vast. Onder overige producten wordt ook verstaan toegevoegde prestaties en add-on’s.

Artikel 5. segmentindeling

De zorgautoriteit verdeelt de zorg als bedoeld in artikel 4 in een gereguleerd segment en een vrij segment en stelt voor ieder segment prestatiebeschrijvingen vast.

De indeling in segmenten geschiedt op basis van het voorstel van de zorgautoriteit aan de minister in de adviesbrief.

De overige zorgproducten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, behoren tot het gereguleerde segment met uitzondering van de nader door de zorgautoriteit te specificeren overige zorgproducten met betrekking tot extramurale dieetadvisering, fysiotherapie en oefentherapie, die behoren tot het vrije segment.

Artikel 6. tariefsoorten

  • 1 Voor prestaties in het gereguleerde segment gelden maximumtarieven.

  • 2 Voor prestaties in het vrije segment gelden vrije tarieven.

  • 3 De voorgaande leden zijn niet van toepassing op de honorariumcomponent voor de dienstverlening door medisch specialisten als onderdeel van die prestaties, dat blijft een maximumtarief.

Artikel 7. overgang geopende DOT-zorgproducten

Voor prestaties die zijn omschreven als DOT-zorgproducten en die zijn geopend vóór aanvang van het jaar 2013 blijven de prestatiebeschrijvingen en tarieven van toepassing zoals die luidden op het moment van openen van die DOT-zorgproducten.

Artikel 8. transitiemodel

Ten behoeve van een zorgvuldige overgang van een budgetsysteem naar een systeem van prestatiebekostiging stelt de zorgautoriteit voor epilepsiecentra voor het jaar 2013 en het jaar 2014 een transitiemodel vast overeenkomstig het transitiemodel bedoeld in Hoofdstuk II van de Aanwijzing transitiemodel prestatiebekostiging medisch specialistische zorg 2012 en zoals bedoeld in de adviesbrief.

De verrekenfactor voor het jaar 2013 is vastgesteld op 0,95, de verrekenfactor voor het jaar 2014 is vastgesteld op 0,70.

Artikel 9. garantieregeling kapitaallasten

De zorgautoriteit voorziet voor de epilepsiecentra in een overgangsregeling voor kapitaallasten overeenkomstig de overgangsregeling voor kapitaallasten in de hoofdstukken III en IV van de Aanwijzing kapitaallasten transitiemodel prestatiebekostiging medisch specialistische zorg 2012.

De garantie wordt voor instellingen als bedoeld in het eerste lid als volgt afgebouwd:

Jaar

Garantiepercentage

2013

85%

2014

80%

2015

75%

2016

70%

2017 e.v.

0%

Artikel 10. einde Epilepsie-experiment

Met de invoering van de product- en tariefstructuur voor epilepsiezorg op grond van onderhavige aanwijzing wordt het experiment bij epilepsie-inrichtingen als bedoeld in de aanwijzing van 14 december 2007 (Staatscourant 2007, nr. 248) en de aanwijzing van 12 februari 2012 (Staatscourant 2012, 3505) met ingang van 2013 als afgehandeld beschouwd overeenkomstig het bepaalde in artikel 58 van de wet.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven