Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2013

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2015

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 december 2012, AV/AR/2012/173362012-0000048827, tot vaststelling van de beleidsregel in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Beleidsregel Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2013)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 18f, zesde lid, en 18n, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Indien een werkgever de op hem rustende verplichting, bedoeld in artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, niet of onvoldoende nakomt wordt hem per werknemer ten aanzien van wie de overtreding is begaan een bestuurlijke boete opgelegd waarvan de hoogte wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel.

    Boetebedragen overtreding artikel 7

    Duur

    % onderbetaling

    ≤ 1 maand

    >1 – < 3 maanden

    3 – < 6 maanden

    ≥ 6 maanden

    < 5%

    € 500

    € 750

    € 1.000

    € 1.250

    5% – < 10%

    € 750

    € 1.000

    € 1.250

    € 2.000

    10% – < 25%

    € 1.250

    € 2.000

    € 3.000

    € 4.500

    25% – < 50%

    € 2.000

    € 3.000

    € 4.500

    € 7.000

    ≥ 50%

    € 3.000

    € 4.500

    € 7.000

    € 10.000

    Minder dan € 50 onderbetaling: € 500.

  • 2 Indien een werkgever de op hem rustende verplichting, bedoeld in artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, niet of onvoldoende nakomt wordt hem per werknemer ten aanzien van wie de overtreding is begaan een bestuurlijke boete opgelegd waarvan de hoogte wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel, met dien verstande dat een bestuurlijke boete uitsluitend wordt opgelegd als de betaalde vakantiebijslag minder bedraagt dan 8% van het minimumloon, bedoeld in artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

    Boetebedragen overtreding artikel 15

    % onderbetaling

     

    < 5% of minder dan € 50

    € 250

    5% – < 10%

    € 500

    10% – < 25%

    € 1.000

    25% – < 50%

    € 1.500

    ≥ 50%

    € 2.000

  • 3 Indien een werkgever niet (tijdig) bescheiden verstrekt waaruit het door hem betaalde loon, de door hem betaalde vakantiebijslag of het aantal door zijn werknemer gewerkte uren blijken wordt hem voor iedere werknemer die het betreft een bestuurlijke boete opgelegd van € 12.000.

    De boete voor een overtreding van artikel 18b lid 2 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt gematigd als de werkgever aan kan tonen dat sprake is geweest van een arbeidsduur die korter is dan 6 maanden. In dat geval wordt de boetehoogte bepaald aan de hand van onderstaande tabel.

    Boetebedragen overtreding artikel 18b lid 2 bij arbeidsduur korter dan 6 maanden

    duur tewerkstelling

     

    ≤ 1 maand

    € 5.000

    >1 – < 3 maanden

    € 7.000

    3 – < 6 maanden

    € 9.000

  • 4 De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, ingeval er sprake is van meer werknemers ten aanzien van wie overtredingen zijn begaan, uit de som van het per werknemer vastgestelde boetebedrag.

  • 5 Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt bij een overtreding van de wet als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete gehanteerd: 0,6 maal het boetenormbedrag.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 In afwijking van artikel 1 wordt geen boete opgelegd indien de mate waarin de verplichtingen, bedoeld in artikel 1, eerste of tweede lid niet worden nagekomen minder bedraagt dan 5% of minder bedraagt dan € 50, tenzij deze onderbetaling ten minste 50% bedraagt. Er wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing waarbij de werkgever in de gelegenheid wordt gesteld alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen en binnen vier weken na het constateren van de overtreding schriftelijke bewijsstukken te overleggen waaruit dat blijkt. Indien de werkgever in gebreke blijft wordt alsnog een bestuurlijke boete opgelegd.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien de overtreding is geconstateerd binnen een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de dag waarop eerder eenzelfde of soortgelijke overtreding is geconstateerd waarvoor een schriftelijke waarschuwing is gegeven of een bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Bij de vaststelling of sprake is van herhaling van dezelfde of soortgelijke overtredingen wordt bij zelfstandig opererende nevenvestigingen van rechtspersonen gehandeld alsof deze afzonderlijke ondernemingen zijn.

  • 2 Indien rechtspersonen langer dan zes aaneengesloten maanden op dezelfde bouwlocatie werkzaamheden verrichten, wordt die bouwlocatie beschouwd als nevenvestiging als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Indien de werkgever een bestuurlijke boete is opgelegd wegens het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt hem tevens een last onder dwangsom opgelegd. De hoogte van de dwangsom wordt bepaald aan de hand van de onderstaande tabel.

    Dwangsom per dag

    Duur

    % onderbetaling

    ≤ – 1

    maand

    >1 – < 3 maanden

    3 – < 6 maanden

    ≥ 6 maanden

    < 5%

    € 20

    € 25

    € 50

    € 75

    5% – < 10%

    € 25

    € 50

    € 75

    € 100

    10% – < 25%

    € 50

    € 75

    € 100

    € 150

    25% – < 50%

    € 75

    € 100

    € 150

    € 200

    ≥ 50%

    € 100

    € 200

    € 300

    € 400

  • 2 Indien de werkgever een bestuurlijke boete is opgelegd wegens het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 1, tweede lid, wordt hem tevens een last onder dwangsom opgelegd. De hoogte van de dwangsom wordt bepaald aan de hand van de onderstaande tabel.

    Dwangsom per dag

    % onderbetaling

    dwangsom per dag

    < 5%

    € 20

    5% – < 10%

    € 25

    10% – < 25%

    € 50

    25% – < 50%

    € 75

    ≥ 50%

    € 100

  • 3 De last onder dwangsom, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt niet opgelegd als de werkgever uit eigen beweging aan zijn verplichtingen heeft voldaan en daarvan binnen vier weken na het constateren van de overtreding schriftelijk bewijs heeft geleverd.

  • 4 Het maximale bedrag dat een werkgever per werknemer aan dwangsom kan verbeuren bedraagt € 40.000,–.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2013.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 december 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher.

Naar boven