Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2013

[Regeling vervallen per 16-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 22-03-2014.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 15-10-2019

Verordening van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2013 (Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2013)

Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93, 95, 100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

§ 1. Begripsbepalingen en het toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

heffingsplichtige

:

een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap die één of meer ondernemingen waarvoor het bedrijfschap is ingesteld drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2013;

basisheffing

:

de heffing, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; loonsomheffing de op de loonsom gebaseerde heffing, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

loonsomheffing

:

de op de loonsom gebaseerde heffing, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

loonsom

:

het voor de premieheffing ingevolge de Werkloosheidswet als loon der werknemers aan te merken bedrag voor aftrek van de franchise, van alle werknemers in alle door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen. Met loonsom wordt gelijkgesteld de vergoeding, exclusief btw, die wordt uitgekeerd aan uitzendbureaus, payrollingbedrijven of overeenkomstige bedrijven, ten behoeve van het beschikbaar stellen van personeel, dat onder directe gezagsverhouding van de heffingsplichtige arbeid verricht in de door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen;

heffing

:

het totaal van de basisheffing en de loonsomheffing;

secretaris

:

de secretaris van het bedrijfschap

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1

    • a. De heffingsplichtige is voor het jaar 2013 per onderneming een basisheffing van € 23,- aan het bedrijfschap verschuldigd.

    • b. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek toegekend op de basisheffing ter hoogte van de basisheffing, voor iedere onderneming die in 2013 is aangevangen.

  • 2 De heffingsplichtige is in aanvulling op het eerste lid over het jaar 2013 een loonsomheffing volgens een tariefschaal verschuldigd. Deze tariefschaal luidt als volgt:

    Loonsom in 2013 (in €)

    van

    tot en met

    Loonsomheffing (in €)

    0

    20.000

    0

    20.001

    40.000

    95,00

    40.001

    80.000

    185,00

    80.001

    160.000

    295,00

    160.001

    320.000

    415,00

    320.001

    640.000

    630,00

    640.001

    1.280.000

    940,00

    Meer dan

    1.280.000

    1350,00

  • 3 Aan de heffingsplichtige kan een aftrek van 30% worden toegekend op de heffing, indien hij over het jaar 2012 contributie heeft betaald als lid van:

    • Koninklijke Horeca Nederland,

    • de Vereniging van Recreatie-Ondernemers Nederland RECRON,

    • het Nederlands Horeca Gilde of een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

      • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen,

      • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal-Economische Raad,

      • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

      • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

      • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 4 Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van € 6,- toegekend op de basisheffing voor iedere onderneming die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Ambachten en in het kalenderjaar aan dit bedrijfslichaam voor de onderneming heffing is verschuldigd.

  • 5 Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van € 6,- toegekend op de basisheffing voor iedere onderneming die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en in het kalenderjaar aan dit bedrijfslichaam voor de onderneming heffing is verschuldigd.

  • 6 De heffingsplichtige die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Ambachten en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en in het kalenderjaar aan deze bedrijfslichamen voor de onderneming heffing is verschuldigd wordt een aftrek toegekend in overeenstemming met het vierde lid.

  • 7 De heffingsplichtige wordt een aftrek toegekend op de basisheffing ter hoogte van de basisheffing, voor iedere onderneming die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en in het kalenderjaar aan dit bedrijfslichaam voor de onderneming heffing is verschuldigd, indien de heffingsplichtige aantoont dat de horecaomzet in de onderneming minder dan € 45.378,- per jaar bedraagt.

  • 8 Aan de heffingsplichtige kan per onderneming per jaar slechts eenmaal, de voor de heffingsplichtige meest gunstige, aftrek, als bedoeld in het eerste lid onder b en het vierde tot en met zevende lid, worden toegekend.

§ 3. De vaststelling en oplegging van de heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 De heffingsplichtige verstrekt op verzoek daartoe binnen vier weken de loonsom.

  • 2 Een verzoek daartoe kan achterwege blijven indien de loonsom reeds via het Pensioenfonds Horeca en Catering aan het bedrijfschap bekend is.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Gegevens met betrekking tot de heffing zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende:

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap;

    • b. niet onder vermelding van de persoon of onderneming waarop de heffing betrekking heeft worden bekendgemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de manager of andere personen van de afdeling Registratie en Heffing van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en het Hoofdbedrijfschap Ambachten en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voor zover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens met betrekking tot de heffing blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon of onderneming waarop zij betrekking hebben achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens of uit één of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 De heffing wordt vastgesteld op basis van loonsomgegevens als bedoeld in artikel 3, dan wel op basis van een schatting van de loonsom.

  • 2 Indien binnen drie jaar na vaststelling van de heffing uit een opgave van de heffingsplichtige of uit nader onderzoek vanwege het bedrijfschap blijkt dat de heffing op basis van een onjuiste schatting is vastgesteld, kan de heffing worden herzien en opnieuw worden vastgesteld.

§ 4. De betaling van de heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 De heffingsplichtige voldoet de heffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 2 Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van de betaling in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

  • 3 Bij niet tijdige betaling van de heffing:

    • a. kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht, welke minimaal € 6,- en maximaal € 14,- van het openstaande bedrag bedragen;

    • b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten.

    De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo artikel 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden vastgesteld volgens de staffel incassokosten kantonrechters.

§ 5. Vermindering van de heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Het bestuur van het bedrijfschap kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, de heffing in algemene zin verminderen.

§ 6. Mandaatsbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, mogen door de secretaris worden ondergemandateerd.

  • 3 De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris.

§ 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening wordt afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2013.

Zoetermeer, 10 oktober 2012

P.J. Biesheuvel

voorzitter

W. Spaink

secretaris

Naar boven