Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2024. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling vervalt per 01-04-2024.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-01-2024 t/m heden

Besluit van 8 november 2012, strekkende tot uitvoering van EU-verordeningen op het terrein van de financiële markten en tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in verband daarmee (Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 5 september 2012, Directie Financiële Markten, FM/2012/1280M;

Gelet op de artikelen 1:24, derde lid, 1:25, derde lid, 1:25a, tweede lid, 1:25c, 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, 1:81, en 1:97, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 oktober 2012, nr. W06.12.0379/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 2 november 2012, Directie Financiële Markten, nr. FM/2012/1478 M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • bevoegde autoriteit: de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2;

  • verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus): verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PbEU 2009 L 302);

  • verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie): verordening (EU) nr. 583/2010 van de Europese Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt (PbEU 2010 L 176);

  • verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten): verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Europese Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PbEU 2010 L 302);

  • verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps): verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PbEU 2012 L 86);

  • verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten): verordening (EU) nr. 260/2012 van 14 maart 2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PbEU 2012 L 94);

  • verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR): verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli inzake otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201);

  • verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen): verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PbEU 2013, L 115);

  • verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen): verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PbEU 2013, L 115);

  • verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten): verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176);

  • verordening (EU) nr. 596/2014 (marktmisbruik): verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie;

  • verordening (EU) nr. 600/2014 (MiFIR): verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173);

  • verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme): verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 225);

  • verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen): verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PbEU 2014, L 257);

  • verordening (EU) nr. 1286/2014 (PRIIP’s): verordening (EU) Nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PbEU 2014, L 352);

  • Verordening (EU) nr. 2015/760 (Europese langetermijnbeleggingsinstellingen): verordening (EU) nr. 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PbEU 2015, L 123);

  • verordening (EU) nr. 2015/35 (Solvabiliteit II): gedelegeerde verordening (EU) nr. 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PbEU L 12);

  • verordening (EU) nr. 2015/751 (afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties): verordening (EU) nr. 2015/751 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties (PbEU 2015, L 123);

  • verordening (EU) nr. 2016/1011 (benchmarks): Verordening (EU) nr. 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PbEU 2016, L 171);

  • verordening (EU) nr. 2017/565 (MiFID II organisatorische vereisten): gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PbEU 2017, L 87);

  • verordening (EU) nr. 2017/1129 (prospectus): verordening (EU) nr. 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PbEU 2017, L 168);

  • verordening (EU) nr. 2015/2365 (SFTR): verordening (EU) nr. 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2015, L 337);

  • verordening (EU) nr. 2017/2358 (productontwikkeling en -governance): gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/2358 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2016/97/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot vereisten inzake producttoezicht en -governance voor verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs (PbEU 2017, L 341);

  • verordening (EU) nr. 2017/2359 (verzekeringen met een beleggingscomponent): gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/2359 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2016/97/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van informatievereisten en gedragsregels die van toepassing zijn op de distributie van verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PbEU 2017, L 341);

  • verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties): verordening (EU) nr. 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot vaststelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2017, L 347);

  • verordening (EU) nr. 2017/1131 (geldmarktfondsen): verordening (EU) nr. 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PbEU 2017, L 169);

  • verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s): Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014 (PbEU 2019, L 188);

  • verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP): Verordening (EU) nr. 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (PbEU 2019, L 198);

  • verordening (EU) nr. 2019/2033 (prudentiële vereisten beleggingsondernemingen): verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PbEU 2019, L 134);

  • verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid): Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PbEU 2019, L 317);

  • verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen): Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PbEU 2020, L 198);

  • verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven): Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (PbEU 2020, L 347);

  • verordening (EU) nr. 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen): verordening (EU) nr. 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22);

  • verordening (EU) nr. 2021/1230 (grensoverschrijdende betalingen): Verordening (EU) 2021/1230 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Unie (codificatie) (PbEU 2021, L 274);

  • verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime): Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU (PbEU 2022, L 151).

Artikel 2

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2024. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Als bevoegde autoriteit in de zin van de hierna genoemde verordeningen, belast met de uitvoering en handhaving van de bij of krachtens die verordeningen gestelde regels, worden aangewezen:

    • a. voor verordening (EU) nr. 2017/1129 (prospectus): de Autoriteit Financiële Markten;

    • b. [Red: vervallen;]

    • c. voor verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus):

      • 1°. ten aanzien van de gehele verordening met uitzondering van artikel 4, eerste lid, voor zover het een bank, centrale tegenpartij, herverzekeraar, pensioenfonds, premiepensioeninstelling of verzekeraar betreft, en artikel 5 bis, eerste lid: de Autoriteit Financiële Markten;

      • 2°. ten aanzien van artikel 4, eerste lid, voor zover het een bank, centrale tegenpartij, herverzekeraar, pensioenfonds, premiepensioeninstelling of verzekeraar betreft, en artikel 5 bis, eerste lid: de Nederlandsche Bank;

    • d. voor verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie): de Autoriteit Financiële Markten;

    • e. voor verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten), voor zover het betreft de bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 18, tweede en derde lid, en tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van die vergunningen: de Autoriteit Financiële Markten;

    • f. voor verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps): de Autoriteit Financiële Markten;

    • g. voor verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 3 tot en met 6 en 9 de Nederlandsche Bank;

      • 2°. ten aanzien van artikel 8 de Autoriteit Consument en Markt;

    • h. voor verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 4, eerste tot en met derde lid, 4 bis, 6 bis, tweede lid, 11, 12, voor zover de tegenpartij een bank, verzekeraar, herverzekeraar of pensioenfonds is, alsmede ten aanzien van de artikelen 14 tot en met 21, 25, tot en met 35 en 40 tot en met 54: de Nederlandsche Bank;

      • 2°. ten aanzien van de artikelen 4, eerste tot en met derde lid, 4 bis, 6 bis, tweede lid, 11, 12, voor zover de tegenpartij geen bank, verzekeraar, herverzekeraar of pensioenfonds is, alsmede ten aanzien van de artikelen 4, derde lid bis, 5 tot en met 10, 36 tot en met 39, 57, 59, 61 tot en met 63, 68 en 71 tot en met 74: de Autoriteit Financiële Markten;

    • i. voor verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen): de Autoriteit Financiële Markten;

    • j. voor verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen): de Autoriteit Financiële Markten;

    • k. voor verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten): de Nederlandsche Bank;

    • l. voor verordening (EU) nr. 596/2014 (marktmisbruik): de Autoriteit Financiële Markten;

    • m. voor verordening (EU) nr. 600/2014 (MiFIR): de Autoriteit Financiële Markten;

    • n. voor verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstelllingen):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 9, voor zover het een bank betreft, 39 tot en met 47, 54 tot en met 57 en 59 en 60: de Nederlandsche Bank;

      • 2°. ten aanzien van de artikelen 3 tot en met 7, 9, voor zover het een andere onderneming dan een bank betreft, 16 tot en met 20, 23, 26 tot en met 38 en 48 tot en met 53: de Autoriteit Financiële Markten;

    • o. voor verordening (EU) br. 1286/2014 (PRIIP’s): de Autoriteit Financiële Markten;

    • p. voor verordening (EU) nr. 2015/760 (Europese langetermijnbeleggingsinstellingen): de Autoriteit Financiële Markten;

    • q. voor verordening (EU) nr. 2015/35 (Solvabiliteit II): de Nederlandsche Bank;

    • r. voor verordening (EU) nr. 2015/751 (afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 3 tot en met 6, 8, eerste lid en derde tot en met zesde lid, 10 en 11: de Autoriteit Consument en Markt;

      • 2°. ten aanzien van artikel 7: de Nederlandsche Bank;

      • 3°. ten aanzien van de artikelen 8, tweede lid, 9 en 12: de Autoriteit Financiële Markten;

    • s. voor verordening (EU) nr. 2016/1011 (benchmarks): de Autoriteit Financiële Markten;

    • t. voor verordening (EU) nr. 2017/565 (MiFID II organisatorische vereisten): de Autoriteit Financiële Markten;

    • u. voor verordening (EU) nr. 2017/2358 (productontwikkeling en -governance): de Autoriteit Financiële Markten;

    • v. voor verordening (EU) nr. 2017/2359 (verzekeringen met een beleggingscomponent): de Autoriteit Financiële Markten;

    • w. voor verordening (EU) nr. 2015/2365 (SFTR):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 4, 13, 14 en, 24, derde lid, voor wat betreft de verwijzing naar artikel 4: de Autoriteit Financiële Markten;

      • 2°. ten aanzien van andere artikelen dan die, genoemd onder 1°:

        • i. voor zover de tegenpartij een bank, verzekeraar, herverzekeraar of pensioenfonds is: de Nederlandsche Bank;

        • ii. voor zover de tegenpartij geen bank, verzekeraar, herverzekeraar of pensioenfonds is: de Autoriteit Financiële Markten;

    • x. voor verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties):

      • 1°. de Nederlandsche Bank: ten aanzien van:

        • de artikelen 6 tot en met 9, 30, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, indien het een SSPE betreft als bedoeld in artikel 29, vierde lid, van de verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties), die is verbonden aan een initiator, oorspronkelijke kredietverstrekker of sponsor met een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning;

        • de artikelen 5 tot en met 9, 29, zesde lid, 30, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, 43, vijfde tot en met achtste lid, voor zover het betreft een bank, tenzij de Europese Centrale Bank bevoegd is toezicht uit te oefenen op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht, beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten, verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming als bedoeld in artikel 13, eerste onderdeel, onderscheidenlijk vierde onderdeel, van de richtlijn solvabiliteit II, een pensioenfonds of premiepensioeninstelling; en

        • de artikelen 18, 27, 30, tweede lid, onderdelen b en c, 43, tweede lid, en 43 bis, eerste en tweede lid;

      • 2°. de Autoriteit Financiële Markten: ten aanzien van:

        • de artikelen 3, 4, aanhef en onderdelen a tot en met b, en 28;

        • de artikelen 6 tot en met 9, 30, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, indien het een SSPE betreft als bedoeld in artikel 29, vierde lid, van de verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties), die is verbonden aan een initiator, oorspronkelijke kredietverstrekker of sponsor zonder door een toezichthouder verleende vergunning of met een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning of indien het een initiator of oorspronkelijke kredietverstrekker als bedoeld in artikel 29, vierde lid, van die verordening betreft; en

        • de artikelen 5 tot en met 9, 29, zesde lid, 30, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en artikel 43, vijfde tot en met achtste lid, voor zover het een beleggingsinstelling, of icbe betreft;

    • y. voor verordening (EU) nr. 2017/1131 (geldmarktfondsen):

      • 1°. ten aanzien van de gehele verordening met uitzondering van de artikelen 28 en 37, tweede lid, onderdeel c: de Autoriteit Financiële Markten;

      • 2°. ten aanzien van de artikelen 28 en 37, tweede lid, onderdeel c: de Nederlandsche Bank;

    • z. voor verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s): de Autoriteit Financiële Markten;

    • aa. voor verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 4 tot en met 13, de hoofdstukken III en IV, de artikelen 42 tot en met 44, 45, tweede lid, 48 en 50, eerste tot en met zesde lid, de hoofdstukken VII en VIII, artikel 63 en hoofdstuk X: de Autoriteit Financiële Markten;

      • 2°. ten aanzien van de artikelen 41, 45, eerste lid, 46, en 49, tweede en derde lid: de Nederlandsche Bank;

    • ab. voor verordening (EU) nr. 2019/2033 (prudentiële vereisten beleggingsondernemingen):

      • 1°. ten aanzien van de gehele verordening met uitzondering van de artikelen 48, 51 en 53: de Nederlandsche Bank;

      • 2°. ten aanzien van de artikelen 48, 51 en 53: de Autoriteit Financiële Markten;

    • ac. voor verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid): de Autoriteit Financiële Markten;

    • ad. voor verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen): de Autoriteit Financiële Markten;

    • ae. voor verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven):

      • 1°. ten aanzien van ten aanzien van de gehele verordening met uitzondering van artikel 11: de Autoriteit Financiële Markten;

      • 2°. ten aanzien van artikel 11: De Nederlandsche Bank;

    • af. voor verordening (EU) nr. 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen): de Nederlandsche Bank;

    • ag. voor verordening (EU) nr. 2021/1230 (grensoverschrijdende betalingen): de Autoriteit Financiële Markten;

    • ah. voor verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime):

      • 1°. ten aanzien van de artikelen 3, 4, 8, 9, 10 en 11, derde en vijfde lid: de Autoriteit Financiële Markten;

      • 2°. ten aanzien van de artikelen 5 tot en met 7: de Autoriteit Financiële Markten of de Nederlandsche Bank al naar gelang de uit artikel 2, eerste lid, onderdelen m, n en ab van dit besluit, met betrekking tot verordening (EU) nr. 600/2014 (MiFIR), verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarstellingen), verordening (EU) nr. 2019/2033 (prudentiële vereisten beleggingsondernemingen) en, met betrekking tot beleggingsondernemingen en marktexploitanten, de Wet op het financieel toezicht voortvloeiende taakverdeling.

  • 2 De Europese Centrale Bank treedt in de plaats van de Nederlandsche Bank als bevoegde autoriteit als bedoeld in het eerste lid, indien dit volgt uit de artikelen 4, 5 en 6 van verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287).

Artikel 2a

  • 1 De Nederlandsche Bank vraagt advies aan de Autoriteit Financiële Markten voordat zij:

    • a. beslist op een aanvraag als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 17 van verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR), of in het kader van artikel 3:28a van de wet, voor zover betrekking hebbend op de artikelen 26 tot en met 35 en 51 tot en met 54 van die verordening, indien in dat kader dient te worden beoordeeld of wordt voldaan aan het bij of krachtens het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen bepaalde; of

    • b. een vergunning intrekt op grond van artikel 20 van verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR).

  • 2 De Autoriteit Financiële Markten brengt het advies schriftelijk uit binnen zes weken na het verzoek.

  • 3 De Nederlandsche Bank volgt het advies, bedoeld in het eerste lid, tenzij zwaarwegende redenen betreffende de soliditeit van de aanvrager of de stabiliteit van het financiële stelsel naar het oordeel van de Nederlandsche Bank aanleiding tot afwijking geven. Indien de Nederlandsche Bank overweegt af te wijken, stelt zij de Autoriteit Financiële Markten in de gelegenheid om haar advies mondeling toe te lichten. De Nederlandsche Bank motiveert een afwijking schriftelijk.

  • 4 Het advies, bedoeld in het eerste lid, maakt deel uit van het besluit ten aanzien van de vergunning, instemming of intrekking.

Artikel 2b

  • 1 Indien de Autoriteit Financiële Markten voornemens is een vergunning te verlenen als bedoeld in de artikelen 16 of 19 van verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen), een vergunning in te trekken op grond van artikel 20 van die verordening of op grond van artikel 1:79 of 1:80 van de wet een besluit te nemen ter zake van overtreding van de artikelen 26 tot en met 31 en 48 tot en met 53 van die verordening, stelt zij de Nederlandsche Bank van het voorgenomen besluit in kennis.

  • 2 Indien de Nederlandsche Bank naar aanleiding van een inkennisstelling als bedoeld in het eerste lid, oordeelt dat zwaarwegende redenen betreffende de soliditeit van de betrokken onderneming of de stabiliteit van het financiële stelsel daar aanleiding toe geven, kan zij een bindende aanbeveling doen aan de Autoriteit Financiële Markten omtrent een besluit als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Een bindende aanbeveling als bedoeld in het tweede lid is met redenen omkleed en wordt binnen zes weken na de inkennisstelling, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk ingediend.

  • 4 De Autoriteit Financiële Markten geeft uitvoering aan de bindende aanbeveling, bedoeld in het tweede lid. Indien de Autoriteit Financiële Markten uitvoering geeft aan de aanbeveling door een besluit te nemen, maakt de aanbeveling deel uit van het te nemen besluit.

Artikel 2c

  • 1 Voordat de Autoriteit Financiële Markten beslist op een aanvraag tot registratie van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP), vraagt zij advies aan de Nederlandsche Bank inzake de beoordeling van de regelingen betreffende portefeuille- en risicobeheer en administratie met betrekking tot het paneuropese persoonlijke pensioenproduct en de identiteit van de aanvrager indien de aanvrager een onderneming als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, b of c, van genoemde verordening is, en, indien van toepassing, de identiteit van de bewaarder, indien de aanvrager een onderneming als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, e of f, van genoemde verordening is.

  • 2 De Nederlandsche Bank brengt schriftelijk advies uit binnen zes weken na ontvangst van het verzoek.

  • 3 Indien de Nederlandsche Bank naar aanleiding van de adviesaanvraag als bedoeld in het eerste lid oordeelt dat de aanvraag tot registratie, met inachtneming van artikel 6, vierde lid, van verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP), afgewezen dient te worden, doet zij een bindende aanbeveling tot afwijzing van de aanvraag tot registratie en geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.

  • 4 Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.

  • 5 Indien de Autoriteit Financiële Markten uitvoering geeft aan de aanbeveling door een besluit te nemen, maakt de aanbeveling deel uit van het te nemen besluit.

Artikel 2d

  • 1 De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om op grond van artikel 8, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP) de registratie van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct door te halen.

  • 2 De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om op grond van artikel 8 van de in het eerste lid genoemde verordening de registratie van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct door te halen op een of meer van de volgende gronden:

    • a. de PEPP-aanbieder heeft, naar later blijkt, bij de aanvraag van de registratie onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens zou ertoe hebben geleid dat de Nederlandsche Bank op grond van artikel 2c, tweede lid, had geadviseerd om de aanvraag tot registratie af te wijzen;

    • b. de PEPP-aanbieder heeft omstandigheden of feiten verzwegen op grond waarvan, zo zij voor het tijdstip waarop het paneuropese persoonlijke pensioenproduct was geregistreerd zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest, de Nederlandsche Bank op grond van artikel 2c, tweede lid, zou hebben geadviseerd om de aanvraag van de registratie af te wijzen;

    • c. de PEPP-aanbieder heeft de in het eerste lid genoemde verordening ernstig of stelselmatig geschonden en de Nederlandsche Bank is ervan overtuigd dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de schending of schendingen een risico vormen voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste één lidstaat;

    • d. de PEPP-aanbieder of het paneuropese persoonlijke pensioenproduct voldoet niet meer aan de voorwaarden waaronder het paneuropese persoonlijke pensioenproduct is geregistreerd, en de Nederlandsche Bank is ervan overtuigd dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat dat een risico vormt voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste één lidstaat.

  • 3 Indien de Nederlandsche Bank op grond van het tweede lid een bindende aanbeveling doet om de registratie door te halen, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.

  • 4 Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.

  • 5 Indien de Autoriteit Financiële Markten uitvoering geeft aan de aanbeveling door een besluit te nemen, maakt de aanbeveling deel uit van het te nemen besluit.

Artikel 2e

  • 1 De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om op grond van artikel 63, eerste lid, van de verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP) het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct te verbieden of te beperken.

  • 2 De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om op grond van artikel 63, eerste lid, van de in het eerste lid genoemde verordening het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct te verbieden of te beperken op de grond dat redelijkerwijs is aan te nemen dat het paneuropese persoonlijke pensioenproduct een risico vormt voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste een lidstaat, mits is voldaan aan artikel 63, eerste lid, onderdelen b tot en met d.

  • 3 Indien de Nederlandsche Bank op grond van het tweede lid de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doet om te besluiten tot het verbieden of beperken van het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees persoonlijk pensioenproduct, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.

  • 4 Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.

  • 5 Indien de Autoriteit Financiële Markten besluit tot het verbieden of beperken van het op de markt brengen en distribueren van een paneuropees Europees persoonlijk pensioenproduct naar aanleiding van een bindende aanbeveling van De Nederlandsche Bank, maakt dat advies deel uit van het besluit.

Artikel 2f

  • 1 De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om:

    • a. op grond van artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid, of artikel 10, eerste lid, van verordening (EU) 2022/858 (DLT pilot regime) een specifieke toestemming te verlenen;

    • b. op grond van artikel 8, twaalfde lid, artikel 9, twaalfde lid, of 10, twaalfde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) een specifieke toestemming in te trekken;

    • c. op grond van artikel 8, dertiende lid, artikel 9, dertiende lid, of 10, dertiende lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) een materiële wijziging goed te keuren;

    • d. op grond van artikel 11, derde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) het doorvoeren van corrigerende maatregelen te eisen.

  • 2 De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om:

    • a. op grond van artikel 8, eerste of dertiende lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) additionele prudentiële waarborgen als bedoeld in artikel 7, zesde lid, derde alinea, van die verordening op te leggen danwel op grond van artikel 8, twaalfde lid, onderdeel b of f, van die verordening de specifieke toestemming in te trekken wegens het niet voldoen aan artikel 7, zesde lid, derde alinea van die verordening;

    • b. op grond van artikel 9, eerste lid, of artikel 10, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) een specifieke toestemming te verlenen;

    • c. op grond van artikelen 9, twaalfde lid, of 10, twaalfde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) een specifieke toestemming in te trekken;

    • d. op grond van artikel 9, dertiende lid, of artikel 10, dertiende lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) een goedkeuring te verlenen aan een materiële wijziging;

    • e. op grond van artikel 11, derde lid, van verordening (EU) nr. 2022/858 (DLT pilot regime) het doorvoeren van corrigerende maatregelen te eisen.

  • 3 Indien de Nederlandsche Bank op grond van het tweede lid de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doet, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.

  • 4 Een bindende aanbeveling als bedoeld in het derde lid is met redenen omkleed.

  • 5 Indien de Autoriteit Financiële Markten besluit tot het niet verlenen van een specifieke toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of besluit tot het intrekken van een specifieke toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of besluit tot het niet goedkeuren van een materiële wijziging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, naar aanleiding van een bindende aanbeveling van de Nederlandsche Bank, maakt dat advies deel uit van het besluit.

Artikel 3

  • 2 Met betrekking tot verordening (EU) nr. 2021/1230 (grensoverschrijdende betalingen) staan de buitengerechtelijke klachten- en verhaalprocedures, bedoeld in artikel 10 van de verordening, alleen open voor consumenten en micro-ondernemingen als bedoeld in artikel 2, onderdeel 12, van de verordening.

Artikel 3a

Als nationale afwikkelingsautoriteit in de zin van verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme) en verordening (EU) nr. 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen), belast met de uitvoering en handhaving van de bij of krachtens die verordeningen gestelde regels, wordt aangewezen de Nederlandsche Bank. De artikelen 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3b

Een melding als bedoeld in artikel 4, tweede alinea, van verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties) kan gedaan worden op de website van de Belastingdienst, www.belastingdienst.nl, onder «Meldpunt securitisatieverordening».

Artikel 4

De bevoegde autoriteit kan ter zake van overtreding van voorschriften gesteld ingevolge de in de bijlage 1 genoemde artikelen een last onder dwangsom opleggen.

Artikel 5

  • 1 De bevoegde autoriteit kan ter zake van overtreding van voorschriften gesteld ingevolge de in de bijlage 2 genoemde artikelen een bestuurlijke boete opleggen, met toepassing van het basisbedrag, maximumbedrag en, indien van toepassing, het percentage van de netto-omzet van de boetecategorie waarin het voorschrift is gerangschikt.

  • 3 Indien de bijlage, ter uitvoering van artikel 1:81, derde lid, een verhoogd maximumbedrag vermeldt, geldt als basisbedrag de helft van dat maximumbedrag.

Artikel 6

Als in bijlage 2 in de kolom «Bijzondere termijn openbaarmaking» een «P» staat opgenomen, maakt de toezichthouder op grond van artikel 1:97, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete zo spoedig mogelijk openbaar.

Artikel 6a

De maximale afwikkelingsvergoeding voor een binnenlandse debetkaarttransactie, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, eerste volzin, van verordening (EU) nr. 2015/751 (afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties), bedraagt € 0,02 per transactie.

Artikel 6aa

De bevoegde autoriteit kan ter zake van overtreding van voorschriften gesteld ingevolge de in bijlage 3 genoemde artikelen aan de overtreder of, indien de overtreding is begaan door een rechtspersoon, de natuurlijke personen die tot de betrokken gedraging opdracht hebben gegeven of daaraan feitelijk leiding hebben gegeven, tijdelijk de bevoegdheid ontzeggen om de in die bijlage genoemde functies uit te oefenen bij andere ondernemingen dan die, genoemd in artikel 1:87, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 7

De toezichthouder kan met een openbare verklaring een overtreding en de naam van de overtreder openbaar maken bij een overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens:

  • a. verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten), indien die overtreding is gerangschikt in de derde boetecategorie, bedoeld in artikel 1:81, tweede lid, van de wet;

  • b. verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen);

  • c. artikel 4, eerste lid, eerste zin, en derde tot en met vijfde lid, en 15, eerste en tweede lid, van verordening (EU) nr. 2015/2365 (SFTR);

  • d. verordening (EU) nr. 600/2014 (MiFIR);

  • e. verordening (EU) nr. 2017/565 (MiFID II organisatorische vereisten);

  • f. de verordening (EU) nr. 2017/2358 (productontwikkeling en -governance);

  • g. de verordening (EU) nr. 2017/2359 (verzekeringen met een beleggingscomponent);

  • h. de verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties);

  • i. verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP);

  • j. de verordening (EU) nr. 2019/2033 (prudentiële vereisten beleggingsondernemingen);

  • k. verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven);

  • l. verordening (EU) nr. 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen).

Artikel 8

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9

  • 1 Dit besluit, met uitzondering van de artikelen 7 en 8, treedt in werking met ingang van:

    • a. ten aanzien van verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps): de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst;

    • b. ten aanzien van de overige in artikel 1 genoemde verordeningen: 1 januari 2013.

  • 2 Artikel 7 treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 3 Artikel 8 treedt in werking op het tijdstip waarop de in dat artikel bedoelde wet in werking treedt.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 november 2012

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. R. V. A. Dijsselbloem

Uitgegeven de twintigste november 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Bijlage 1. Last onder dwangsom

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]

(bijlage als bedoeld in artikel 4)

Verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus)

Artikel 4, eerste lid

Artikel 5 bis, eerste lid

Artikel 8 quater

Artikel 8 quinquies

Verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie)

Artikel 3, eerste tot en met derde lid

Artikel 4, eerste tot en met dertiende lid

Artikel 5, eerste tot en met derde lid

Artikel 6

Artikel 7, eerste tot en met vierde lid

Artikel 8, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 9

Artikel 10, eerst en tweede lid

Artikel 11, eerste en tweede lid

Artikel 12, eerste tot en met derde lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 14

Artikel 15, eerste tot en met zesde lid

Artikel 16

Artikel 17, eerste en tweede lid

Artikel 18, eerste en tweede lid

Artikel 19, eerste tot en met vierde lid

Artikel 20, eerste tot en met derde lid

Artikel 21, eerste en tweede lid

Artikel 22, eerste tot en met derde lid

Artikel 23, eerste tot en met derde lid

Artikel 24, eerste en tweede lid

Artikel 25, eerste tot en met derde lid

Artikel 26, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31, eerste en tweede lid

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34, eerste en tweede lid

Artikel 35, eerste en tweede lid

Artikel 36, eerste tot en met zesde lid

Artikel 37

Artikel 38, eerste tot en met derde lid

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III

Verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten)

Artikel 59, tweede, derde en vijfde lid

Verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps)

Artikel 12, eerste lid

Artikel 13, eerste lid

Artikel 14, eerste lid

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 23, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

Artikel 28, eerste tot en met derde lid

Verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten)

Artikel 3, eerste en tweede lid

Artikel 4, eerste tot en met derde lid

Artikel 5, eerste tot en met derde lid en zesde tot en met achtste lid

Artikel 6, eerste tot en met derde lid

Artikel 8

Artikel 9

Verordening (EU) nr. 648/2012 (Emir)

Artikel 4, eerste, derde en derde lid bis

Artikel 4 bis

Artikel 7, eerste tot en met vierde lid

Artikel 8, eerste tot en met vierde lid

Artikel 9, eerste lid, eerste lid bis, eerste lid sexies, tweede en derde lid

Artikel 10, eerste en tweede lid

Artikel 11, eerste tot en met vierde en elfde lid

Artikel 14, eerste en vierde lid

Artikel 15, eerste lid

Artikel 16, eerste en tweede lid

Artikel 26, eerste tot en met achtste lid

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29, eerste tot en met derde lid

Artikel 31, eerste en tweede lid

Artikel 33

Artikel 34, eerste en tweede lid

Artikel 35, eerste en derde lid

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39, eerste tot en met achtste lid

Artikel 40

Artikel 41, eerste tot en met vierde lid

Artikel 42, eerste tot en met vierde lid

Artikel 43

Artikel 44, eerste lid

Artikel 45, eerste tot en met vierde lid

Artikel 45 bis

Artikel 46, eerste en tweede lid

Artikel 47, eerste tot en met zevende lid

Artikel 48

Artikel 49, eerste tot en met derde lid

Artikel 50

Artikel 51, tweede tot en met derde lid

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54, eerste lid

Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)

Artikel 4

artikel 4bis, eerste, derde tot en met zesde lid

Artikel 5, eerste tot en met het derde lid

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12, eerste en tweede lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 15

Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Artikel 4

artikel 4bis, eerste, derde tot en met zesde lid

Artikel 5

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

Artikel 10, eerst lid

Artikel 11

Artikel 12, eerste en tweede lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 14, eerste en tweede lid

Artikel 16

Verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten)

Deel 1. Algemene bepalingen

Artikelen 6, 11, 12 bis, 13, 14, 18, eerste, tweede en zevende lid, en 22.

Deel 2. Eigenvermogen en in aanmerking komende passiva

Artikelen 26, eerste en tweede lid, 28, eerste lid, 29, eerste lid, 32, eerste lid, 33, eerste en derde lid, 34, 35, 36, eerste lid, 48, 50, 51, 56, 61, 62, 63, 66, 71, 72, 72 bis, 72 sexies, 72 duodecies, 72 terdecies, 73, eerste en derde lid, 74, 76, eerste en tweede lid, 77, 79 bis, 84, eerste en tweede lid, 85, eerste en tweede lid, 86, 87, eerste en tweede lid, 88, 89 en 91.

Deel 3. Kapitaalvereisten

Artikelen 92, 92 bis, 92 ter, 93, 94, 95, eerste en tweede lid, 96, 97, eerste en derde lid, 98, 102, derde lid, 103, 104, 104 bis, eerste tot en met vierde lid, 104 ter, 105, eerste tot en met dertiende lid, 106, 109, 110, eerste tot en met derde lid, 111, 112, 113, 128, eerste lid, 129, derde lid, 135, eerste lid, 138, 139, eerste, tweede en vierde lid, 140, 141, 143, tweede tot en met vierde lid, 146, 147, 148, eerste en derde tot en met vijfde lid, 149, eerste en tweede lid, 150, eerste lid, 151, 152, eerste tot en met vierde lid, 153, eerste tot en met achtste lid, 154, 155, 156, 157, eerste tot en met derde lid, 158, 159, 160, 161, eerste lid, 162 163, 164, eerste tot en met vierde lid, zevende en tiende lid, 166 tot en met 172, 173, eerste en tweede lid, 174, 175, 176, 177, 178, vierde en vijfde lid, 179, 180, eerste en tweede lid, 181, eerste en tweede lid, 182, eerste tot en met derde lid, 183, eerste en tweede lid, 184, eerste lid, 185 tot en met 191, 193, 194, eerste, tweede, achtste en negende lid, 211, 213, 215, 216, 219 tot en met 226, 228, 229, eerste en derde lid, 230, eerste lid, 231, 232, tweede en derde lid, 234, 235, 237, 236, 238, 239, 243, 244, eerste tot en met vierde lid, 245, eerste tot en met vierde lid, 247, 248, 249, 250, eerste tot en met derde en vijfde lid, 251, 252, 253, 254, eerste tot en met zevende lid, 255, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 263, 264, 265, 266, 267, 268, 269, 269 bis, 270, 270a, eerste lid, 270b, 270c, 270d, 271, 273, 273 bis, 273 ter, 274, 276, 277, 280, 281, 282, 283, vijfde en zesde lid, 284, 286 tot en met 294, 297, 299, 301, 303, 306, 307, 308, 309, 312 tot en met 318, 323, 325, 325 bis, 326 tot en met 334, 336, 337, 338, 339, 341, 342, 343, 345, tweede lid, 346, 348, 351, 352, 355, 356, tweede lid, 359, 360, 364 tot en met 370, 372, 373, 374, 376, 378, 379, 382, 383, 384 en 386.

Deel 4. Grote risicoblootstellingen

Artikelen 387, 390, eerste tot en met zevende lid, 393, 394, eerste tot en met derde lid, 395 tot en met 403, eerste tot en met derde lid.

Deel 5. Blootstellingen aan overgedragen kredietrisico’s

Artikelen 405, 406, 408 en 409.

Deel 6. Liquiditeit

Artikelen 412, 413, 414, 415, eerste en tweede lid, 416, 417, 418, 420 tot en met 425, 427, 428, 428 bis, 428 ter, 428 nonies en 428 sextricies.

Deel 7. Hefboomfinanciering

Artikel 429.

Deel 7 bis. Rapportagevereisten

Artikelen 430, eerste tot en met derde lid, 430 bis, eerste en tweede lid, en 430 ter.

Deel 8. Openbaarmaking door instellingen

Artikelen 431 tot en met 434, 435 tot en met 455.

Deel 10. Overgangsbepalingen, verslagen, toetsingen en wijzigingen

Artikelen 471, 478, 492, vierde lid, 494 quater, 499, 500, 501 en 501 bis, eerste tot en met derde lid.

Verordening (EU) nr. 596/2014 (marktmisbruik)

Artikelen 4, eerste, vierde en vijfde lid, 14, 15, 16, eerste, tweede en vijfde lid, 17, eerste, tweede, zesde tot en met achtste en tiende lid, 18, eerste tot en met vierde lid en negende lid, 19, eerste, tweede, vijfde, zesde, tiende tot en met twaalfde lid, 20, eerste tot en met derde lid.

Verordening (EU) nr. 600/2014 (MiFIR)

Artikel 3

Artikel 5, zevende lid

Artikel 6

Artikel 7, eerste lid, derde alinea

Artikel 8

Artikel 10

Artikel 11, eerste lid, derde alinea en derde lid, derde alinea

Artikel 12

Artikel 13, eerste lid

Artikel 14, eerste, tweede, vierde en zevende lid

Artikel 15, eerste, tweede en vierde lid

Artikel 17, eerste lid

Artikel 17bis

Artikel 18, eerste, tweede, vierde t/m zesde, achtste en negende lid

Artikel 20

Artikel 21, eerste tot en met derde en vijfde lid

Artikel 22, tweede en vierde lid

Artikel 23, eerste en tweede lid

Artikel 25, tweede en derde lid

Artikel 26, eerste tot en met zevende en negende lid

Artikel 27, eerste en derde lid

Artikel 27 ter, eerste en tweede lid

Artikel 27 septies, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

Artikel 27 octies, eerste tot en met vijfde lid en achtste lid

Artikel 27 decies, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 28, eerste en tweede lid

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31, tweede en derde lid

Artikel 35, eerste, derde en zesde lid

Artikel 36, eerste, derde en zesde lid

Artikel 37, eerste, derde en vierde lid

Artikel 40, eerste lid

Artikel 41, eerste lid

Artikel 42, eerste lid

Verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme)

Artikel 8, achtste lid en twaalfde lid, tweede alinea

Artikel 10, negende en elfde lid

Artikel 10 bis, eerste lid

Artikel 12 tot en met 12 decies

Artikel 13, derde lid

Artikel 27, vierde lid, derde alinea, en zestiende lid, vierde alinea

Verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen):

Artikelen 3, 5, eerste en tweede lid, 6, eerste tot en met vierde lid, 7, eerste tot en met derde en achtste tot en met tiende lid, 9, eerste lid, 16, eerste, derde en vierde lid, 18, eerste tot en met derde lid, 19, eerste, derde, vijfde, zesde en achtste lid, 20, vijfde lid, 23, eerste, derde, zesde en zevende lid, 26, eerste tot en met zevende lid, 27, eerste tot en met zevende lid, 28, eerste tot en met derde lid, vijfde en zesde lid, 29, eerste en tweede lid, 30, eerste tot en met vierde lid, 32, eerste en tweede lid, 33, eerste tot en met vierde lid, 34, eerste tot en met achtste lid, 35, 36, 37, eerste tot en met derde lid, 38, eerste tot en met zevende lid, 39, eerste tot en met derde lid en vijfde tot en met zevende lid, 40, 41, eerste tot en met derde lid, 42, 43, 44, 45, eerste tot en met zesde lid, 46, eerste tot en met vijfde lid, 47, eerste en tweede lid, 48, eerste tot en met negende lid, 49, eerste tot en met vierde lid, 50, 51, 52, eerste en tweede lid, 53, eerste tot en met derde lid, 54, eerste en zevende lid, 56, eerste lid, 57, vijfde lid, en 59, eerste tot en met vierde lid.

Verordening (EU) nr. 1286/2014 (PRIIP’s):

Artikel 5, eerste lid

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8, eerste tot en met derde lid

Artikel 9

Artikel 10, eerste lid

Artikel 13, eerste, derde en vierde lid

Artikel 14

Artikel 19

Verordening (EU) nr. 2015/35 (Solvabiliteit II)

Artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 22, derde lid, 23, derde lid, 24, 25, 26, 40, vierde lid, 79, eerste lid, 81, eerste lid, 254, 256, eerste lid, 257, eerste lid, 258, 259, 261, 262, eerste lid, 263, 264, 265, eerste lid, 266, 267, 268, 269, 270, eerste lid, 271, 272, 273, eerste lid, 274, 275, 290, 299, tweede lid, 300, 301, 302, 304, eerste en tweede lid, 312, 313, 314, 319, 320, eerste lid, 321, 322, 323, tweede lid, 324, eerste en derde lid, 325, tweede tot en met vijfde lid, 327, 359, 360, 361, 362, 363, 365, tweede en derde lid, 366, 367, 368, 369, 370, 373, 374, 375, 376, eerste en tweede lid, en 377.

Verordening (EU) nr. 2015/63 (afwikkelingsfonds):

Artikel 14, eerste tot en met zesde lid

Verordening (EU) nr. 2015/760 (Europese langetermijnbeleggingsinstellingen)

Artikel 3, eerste lid

Artikel 4, eerste en tweede lid

Artikel 6, zesde lid

Artikel 9, eerste en tweede lid

Artikel 12

Artikel 13, eerste tot en met vijfde lid

Artikelen 14 tot en met 16

Artikel 18, eerste tot en met vijfde lid

Artikelen 19, eerste tot en met vierde lid, en 20

Artikel 21, eerste en tweede lid

Artikelen 22 tot en met 24

Artikel 25, eerste en tweede lid

Artikelen 29 en 30, eerste, tweede lid en vierde tot en met achtste lid

Artikel 31, eerste tot en met vierde lid

Verordening (EU) nr. 2015/751 (afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties)

Artikel 3, eerst lid en derde tot en met vijfde lid

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10, eerste, vierde en vijfde lid

Artikel 11, eerste en tweede lid

Artikel 12, eerste lid

Verordening (EU) nr. 2016/1011 (benchmarks)

Artikelen 4, 5, 6, 7, 8, eerste lid, 9, 10, eerste en derde lid, 11, 12, 13, 14, 15, eerste, tweede, vierde tot en met zesde lid, 16, 18, 19, eerste lid, 21, eerste en derde lid, 23, tweede, derde, vijfde, zesde en elfde lid, 24, derde lid, 25, tweede, zevende tot en met negende lid, 26, tweede, derde en vijfde lid, 27, 28, 29, 34, eerste en tweede lid.

Verordening (EU) nr. 2017/565 (MiFID II organisatorische vereisten)

Artikel 17

Artikel 19, vijfde lid

Artikel 21

Artikel 22, eerste tot en met derde lid

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25, eerste tot en met derde lid

Artikel 26

Artikel 27, eerste tot en met derde lid

Artikel 29, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 31, eerste lid

Artikel 31, tweede en derde lid

Artikel 32, eerste en tweede lid

Artikel 33

Artikel 34, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 35

Artikel 37, eerste en tweede lid

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44, eerste tot en met achtste lid

Artikel 46, eerste tot en met zesde lid

Artikel 47

Artikel 48, eerste lid

Artikel 48, tweede tot en met vijfde lid

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54, tweede lid, vierde tot en met dertiende lid

Artikel 55, eerste en tweede lid

Artikel 56

Artikel 58

Artikel 59, eerste tot en met vierde lid

Artikel 60

Artikel 62

Artikel 63, eerste en tweede lid

Artikel 64

Artikel 65, eerste tot en met zevende lid

Artikel 66

Artikel 67, eerste en tweede lid

Artikel 67, derde lid

Artikel 68, eerste lid

Artikel 68, tweede lid

Artikel 69

Artikel 71, tweede en derde lid

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76, eerste tot en met tiende lid

Artikel 81, eerste lid

Artikel 82, eerste lid

Artikel 83, eerste, vierde en vijfde lid

Artikel 84, eerste lid

Artikel 86, eerste en tweede lid

Artikel 88, eerste en tweede lid

Artikel 89, eerste lid

Verordening (EU) 2015/2365 (SFTR)

Artikel 4, eerste lid, eerste zin, en derde tot en met vijfde lid

Artikel 15, eerste en tweede lid

Artikel 24, derde lid

Verordening (EU) nr. 2017/2358 (productontwikkeling en -governance)

Artikel 3, vierde lid

Artikel 4, eerste tot en met vierde lid

Artikel 4, zesde lid

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8, eerste en tweede lid

Artikel 8, vierde en vijfde lid

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Verordening (EU) nr. 2017/2359 (verzekeringen met een beleggingscomponent)

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties)

Artikelen 3, eerste en tweede lid, 4, aanhef en onderdelen a tot en met b, 5, 6, 7, 8, eerste lid, 9, eerste tot en met derde lid, 18, 27, eerste tot en met vierde lid, 28, tweede lid, 29, zesde lid, 30, tweede en derde lid, 43, tweede lid en vijfde tot en met achtste lid, 43 bis, eerste en tweede lid.

Verordening (EU) nr. 2017/1131 (geldmarktfondsen)

Artikel 4, eerste lid

Artikel 5, derde lid

Artikel 6, eerste lid

Artikel 9, eerste en tweede lid

Artikel 10, eerste en tweede lid

Artikel 11, eerste tot en met derde lid

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15, eerste tot en met zesde lid

Artikel 16, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid

Artikel 17, eerste tot en met zesde lid en achtste en negende lid

Artikel 18, eerste lid

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 23

Artikel 24, eerste en tweede lid

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 29, eerste tot en met vijfde lid en zevende lid

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35, eerste lid

Artikel 36

Artikel 37, eerste tot en met derde ld

Verordening (EU) nr. 2017/1129 (prospectus)

3

 

5

 

6

 

7, eerste tot en met elfde lid

 

8

 

9

 

10

 

11, eerste en derde lid

 

14, eerste en tweede lid

 

15, eerste lid

 

16, eerste tot en met derde lid

 

17

 

18

 

19, eerste tot en met derde lid

 

20, eerste lid

 

21, eerste tot en met vierde lid en zevende tot en met elfde lid

 

22, tweede tot en met vijfde lid

 

23, eerste tot en met derde lid bis en vijfde lid

 

27

 

32

 

Verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s)

artikel 4, eerste tot en met vierde lid

 

Verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP)

Artikel 4

Artikel 5, eerste lid

Artikel 9

Artikel 15, eerste lid

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20, eerste, derde, vierde, vijfde en zesde lid

Artikel 21, eerste, tweede en zesde lid

Artikel 22

Artikel 24

Artikel 25, eerste lid

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31, vijfde lid

Artikel 33

Artikel 34, eerste tot en met vierde lid

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37, eerste en tweede lid

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41, eerste lid

Artikel 42, eerste, tweede, derde en vijfde lid

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 48

Artikel 49, derde lid

Artikel 50, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 52, eerste, derde en vierde lid

Artikel 53, eerste, derde tot en met vijfde lid

Artikel 54

Artikel 55, eerste lid

Artikel 56

Artikel 58, eerste en tweede lid

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 67, tweede lid, onderdeel a

Verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid)

artikel 3, eerste en tweede lid

 

artikel 4, eerste tot en met vijfde lid

 

artikel 5, eerste en tweede lid

 

artikel 6, eerste tot en met derde lid

 

artikel 7, eerste en tweede lid

 

artikel 8, eerste en tweede lid, tweede lid bis

 

artikel 9, eerste tot en met vierde lid, vierde lid bis

 

artikel 10, eerste lid

 

artikel 11, eerste en tweede lid

 

artikel 12, eerste lid

 

artikel 13, eerste lid

 

artikel 15, eerste en tweede lid

 

Verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen)

artikel 5

 

artikel 6

 

artikel 7

 

Verordening (EU) nr. 2019/2033 (prudentiële vereisten beleggingsondernemingen)

Artikel 5

Artikel 7, eerste, derde en vijfde lid

Artikel 8, derde lid en vijfde lid

Artikel 9, eerste tot en met derde lid

Artikel 10, eerste en tweede lid

Artikel 11, eerste en derde lid

Artikel 15, derde lid

Artikel 21,tweede lid

Artikel 35

Artikel 37

Artikel 40

Artikel 43, eerste lid

Artikel 45

Artikel 46, eerste, tweede en vierde lid

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55, eerste, tweede en vijfde lid

Verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven)

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste en tweede lid

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12, eerste, elfde en zestiende lid

Artikel 13, tweede lid

Artikel 15, tweede en derde lid

Artikel 16, eerste en derde lid

Artikel 18, eerste en vierde lid

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23, eerste tot en met veertiende lid

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27, eerste tot en met derde lid

Artikel 30, eerste lid

Verordening (EU) 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen)

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid, zesde tot en met elfde lid, dertiende en veertiende lid, zestiende tot en met eenentwintigste lid en drieëntwintigste lid

Artikel 10, eerste lid en achtste tot en met tiende lid

Artikel 12, zesde lid

Artikel 13

Artikel 15, derde lid

Artikel 16, derde lid, zesde en zevende lid

Artikel 18, eerste, vijfde en zevende lid

Artikel 19, eerste lid

Artikel 20, eerste lid

Artikel 23, derde lid

Artikel 27, derde, vijfde en zesde lid

Artikel 29, derde, vijfde en zesde lid

Artikel 30, tweede, vierde en zesde lid

Artikel 31

Artikel 33, zesde lid

Artikel 34

Artikel 35, eerste lid

Artikel 36, eerste lid

Artikel 38, tweede lid

Artikel 39

Artikel 40, zesde, negende en elfde lid

Artikel 42, zevende en elfde lid

Artikel 48, eerste lid

Artikel 49, eerste lid

Artikel 51, eerste en tweede lid

Artikel 53, eerste en tweede lid

Artikel 70, eerste lid

Artikel 77, derde lid

Verordening (EU) nr. 2021/1230 (grensoverschrijdende betalingen)

artikel 3, eerste en tweede lid

artikel 4

artikel 5

artikel 6

Bijlage 2. Bestuurlijke boete

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]

(bijlage als bedoeld in artikel 5)

Verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4, eerste lid

2

Artikel 5 bis, eerste lid

2

Artikel 8 quater

2

Artikel 8 quinquies

2

Verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie)

Artikel

Boetecategorie

3, eerste tot en met derde lid

2

4, eerste tot en met dertiende lid

2

5, eerste tot en met derde lid

2

6

2

7, eerste tot en met vierde lid

2

8, eerste tot en met vijfde lid

2

9

2

10, eerst en tweede lid

2

11, eerste en tweede lid

2

12, eerste tot en met derde lid

2

13, eerste lid

2

14

1

15, eerste tot en met zesde lid

2

16

2

17, eerste en tweede lid

2

18, eerste en tweede lid

2

19, eerste tot en met vierde lid

2

20, eerste tot en met derde lid

2

21, eerste en tweede lid

2

22, eerste tot en met derde lid

2

23, eerste tot en met derde lid

2

24, eerste en tweede lid

2

25, eerste tot en met derde lid

2

26, eerste tot en met vijfde lid

2

27

2

28

2

29

2

30

2

31, eerste en tweede lid

2

32

2

33

2

34, eerste en tweede lid

2

35, eerste en tweede lid

2

36, eerste tot en met zesde lid

2

37

2

38, eerste tot en met derde lid

2

Bijlage I

2

Bijlage II

2

Bijlage III

2

Verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten)

Artikel

Boetecategorie

59, tweede, derde en vijfde lid

2

Verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps)

Artikel

Boetecategorie

5, eerste en tweede lid

2

6, eerste en tweede lid

2

7, eerste en tweede lid

2

8

2

9, eerste en tweede lid

2

12, eerste lid

3

13, eerste lid

3

14, eerste lid

3

17, zevende, en negende tot en met elfde lid

2

18

2

19

2

20

3

21

3

23, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

3

28, eerste tot en met derde lid

3

Verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten)

Artikel

Boetecategorie

3, eerste en tweede lid

3

4, eerste tot en met derde lid

3

5, eerste tot en met derde lid en zesde tot en met achtste lid

2

6, eerste tot en met derde lid

3

8

3

9

3

Verordening (EU) nr. 648/2012 (Emir)

Artikel

Boetecategorie

4, eerste en derde lid

3

4, derde lid bis

2

4 bis

3

7, eerste tot en met vierde lid

2

8, eerste, tweede en vierde lid

2

8, derde lid

1

9, eerste lid, eerste lid bis, eerste lid sexies en derde lid

2

9, tweede lid

1

10, eerste en tweede lid

2

11, eerste en vierde lid

3

11, tweede en derde lid

2

11, elfde lid

1

14, eerste en vierde lid

3

15, eerste lid

3

16, eerste en tweede lid

3

26, eerste tot en met zesde lid en achtste lid

2

26, zevende lid

1

27

2

28

2

29, eerste tot en met derde lid

1

31, eerste en tweede lid

2

33

2

34, eerste en tweede lid

2

35, eerste lid

2

35, derde lid

1

36

2

37

2

38

1

39, eerste tot en met zesde lid

2

39, zevende en achtste lid

1

40

2

41, eerste tot en met vierde lid

2

42, eerste tot en met vierde lid

2

43

2

44, eerste lid

2

45, eerste tot en met vierde lid

2

45 bis

2

46, eerste en tweede lid

2

47, eerste tot en met zevende lid

2

48

2

49, eerste en tweede lid

2

49, derde lid

1

50

2

51, tweede en derde lid

2

52

2

53

2

54, eerste lid

3

Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4

3

artikel 4bis, eerste, derde en vijfde lid

3

artikel 4bis, vierde lid

2

artikel 4bis, zesde lid

1

Artikel 5, eerste tot en met het derde lid

2

Artikel 6, eerste lid

2

Artikel 7

2

Artikel 8

2

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 10

2

Artikel 11

2

Artikel 12, eerste en tweede lid

1

Artikel 13, eerste en tweede lid

2

Artikel 15

1

Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4

3

artikel 4bis, eerste, derde en vijfde lid

3

artikel 4bis, vierde lid

2

artikel 4bis, zesde lid

1

Artikel 5

2

Artikel 6, eerste lid

2

Artikel 7

2

Artikel 8

2

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 10, eerst lid

2

Artikel 11

2

Artikel 12, eerste en tweede lid

2

Artikel 13, eerste en tweede lid

1

Artikel 14, eerste en tweede lid

2

Artikel 16

1

Verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten)

Deel 1. Algemene bepalingen

Boetecategorie 2: artikelen 6, 13, 14, 18, eerste, tweede en zevende lid en 22.

Boetecategorie 3: artikel 11 en 12 bis.

Deel 2. Eigenvermogen en in aanmerking komende passiva

Boetecategorie 2: artikelen 29, eerste lid, 32, eerste lid, 33, eerste en derde lid, 34, 35, 36, eerste lid, 48, 56, 66, 72 sexies, 73, eerste en derde lid, 74, 76, eerste en tweede lid, 77, 79 bis, 84, eerste en tweede lid, 85, eerste en tweede lid, 86, 87, eerste en tweede lid en 88.

Boetecategorie 3: artikelen 26, eerste en tweede lid, 28, eerste lid, 50, 51, 61, 62, 63, 71, 72, 72 bis, 72 duodecies, 72 terdecies, 89 en 91.

Deel 3. Kapitaalvereisten

Boetecategorie 1: artikelen 345, tweede lid, en 356, tweede lid.

Boetecategorie 2: artikelen 102, derde lid, 103, 104, 104 bis, eerste tot en met vierde lid, 104 ter, 105, eerste tot en met dertiende lid, 106, 110, eerste tot en met derde lid, 129, derde lid, 135, eerste lid, 138, 139, eerste, tweede en vierde lid, 140, 141, 146, 147, 148, eerste en derde tot en met vijfde lid, 149, eerste en tweede lid, 150, eerste lid, 151, 152, eerste tot en met vierde lid, 153, eerste tot en met achtste lid, 154, 155, 156, 157, eerste tot en met derde lid, 158, 159, 160, 161, eerste lid, 162, 163, 164, eerste tot en met vierde lid, zevende en tiende lid, 166 tot en met 172, 173, eerste en tweede lid, 174, 175, 176, 177, 178, vierde en vijfde lid, 179, 180, eerste en tweede lid, 181, eerste en tweed lid, 182, eerst tot en met derde lid, 183, eerste en tweede lid, 184, eerste lid, 185, 186, 187, 188, 191, 211, 213, 215, 216, 219 tot en met 226, 228, 229, eerste en derde lid, 230, eerste lid, 231, 232, tweede en derde lid, 234 tot en met 239, 243, 244, eerste tot en met vierde lid, 245, eerste tot en met vierde lid, 248, 249, 250, vijfde lid, 251, 252, 255, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 263, 264, 265, 266, 267, 268, 269, 269 bis, 270, 270a, 270c, 270d, 271, 273, 273 bis, 273 ter, 274, 276, 277, 280, 281, 282, 283, vijfde en zesde lid, 284, 286 tot en met 294, 297, 299, 301, 303, 306, 308, 309, 315, 316, 318, 323, 325, 325 bis, 326 tot en met 334, 336, 337, 338, 339, 341, 342, 343, 346, 348, 351, 352, 355, 359, 360, 365, 366, 367, 368, 370, 372, 373, 374, 376, 378, 379, 382, 383, 384 en 386.

Boetecategorie 3: artikelen 92, 92 bis, 92 ter, 93, 94, 95, eerste en tweede lid, 96, 97, eerste en derde lid, 98, 109, 111, 112, 113, 128, eerste lid, 143, tweede tot en met vierde lid, 189, 190, 193, 194, eerste, tweede, achtste en negende lid, 247, 250, eerste tot en met derde lid, 253, 254, eerste tot en met zevende lid, 270b, 307, 312, 313, 314, 317, 364 en 369.

Deel 4. Grote risicoblootstellingen

Boetecategorie 2: artikelen 390, eerste tot en met zevende lid, 393, 396, 397, 398 en 400.

Boetecategorie 3: artikelen 387, 394, eerste tot en met derde lid, 395, 399, 401, 402 en 403, eerste tot en met derde lid.

Deel 5. Blootstellingen aan overgedragen kredietrisico’s

Boetecategorie 2: artikel 408.

Boetecategorie 3: artikelen 405, 406 en 409.

Deel 6. Liquiditeit

Boetecategorie 2: artikelen 417, 418, 420 tot en met 425, 427 en 428.

Boetecategorie 3: artikelen 412, 413, 414, 415, eerste en tweede lid, 416, 428 bis, 428 ter, 428 nonies en 428 sextricies.

Deel 7:. Hefboomfinanciering

Boetecategorie 3: artikel 429.

Deel 7 bis. Rapportagevereisten

Boetecategorie 3: artikelen 430, eerste tot en met derde lid, 430 bis, eerste en tweede lid, en 430 ter.

Deel 8. Openbaarmaking door instellingen

Boetecategorie 2: artikelen 432 tot en met 434, 435 tot en met 450, 452 tot en met 455.

Boetecategorie 3: artikelen 431 en 451.

Deel 10. Overgangsbepalingen, verslagen, toetsingen en wijzigingen

Boetecategorie 2: artikelen 471, 478 en 492, vierde lid.

Boetecategorie 3: artikelen 494 quater, 499, 500, 501 en 501 bis, eerste tot en met derde lid.

Verordening (EU) nr. 596/2014 (marktmisbruik)

Artikel

Boetecategorie

Bijzondere termijn openbaarmaking

4, eerste lid

2

 

14

3 (€ 15.000.000; 15%)

 

15

3 (€ 15.000.000; 15%)

 

16, eerste lid, eerste alinea en tweede lid, eerste volzin

2 (€ 2.500.000; 5%)

 

16, eerste lid, tweede alinea en tweede lid, tweede volzin

2 (€ 2.500.000; 5%)

P

17, eerste,tweede, vierde, zesde, zevende en achtste lid

3

 

18, eerste en tweede lid

3

 

18, derde tot en met vijfde lid

2

 

19, eerste en tweede lid

2

P

19, vijfde, zesde, tiende, elfde en twaalfde lid

2

 

20, eerste en tweede lid

2

P

Artikelen uit de volgende verordeningen die zijn vastgesteld krachtens verordening (EU) nr. 596/2014 (marktmisbruik)

Verordening

Boetecategorie

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/909 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen voor de inhoud van bij de bevoegde autoriteiten in te dienen kennisgevingen en het opstellen, openbaar maken en bijhouden van de lijst van kennisgevingen (PbEU 2016 L 88)

2

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/378 van de Commissie van 11 maart 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het tijdstip, het formaat en het model van de kennisgevingen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad bij de bevoegde autoriteiten moeten worden ingediend (PbEU 2016 L 72)

2

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/960 van de Commissie van 17 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de passende regelingen, systemen en procedures voor openbaar makende marktdeelnemers die marktpeilingen verrichten (PbEU 2016 L 160)

2

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/959 van de Commissie van 17 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor marktpeilingen met betrekking tot de systemen en kennisgevingsmodellen die moeten worden gebruikt door openbaar makende marktdeelnemers en het model voor de overzichten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2016 L 160)

2

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/957 van de Commissie van 9 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen voor de passende regelingen, systemen en procedures alsook kennisgevingstemplates die dienen te worden gebruikt voor het voorkomen, opsporen en melden van misbruikpraktijken of verdachte orders of transacties (PbEU 2016 L 160)

2 (€ 2.500.000; 5%)

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1055 van de Commissie van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende openbaarmaking van voorwetenschap en voor het uitstellen van de openbaarmaking van voorwetenschap overeenkomstig Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2016 L 173)

3

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/347 van de Commissie van 10 maart 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de precieze indeling van lijsten van personen met voorwetenschap en voor het bijwerken van lijsten van personen met voorwetenschap overeenkomstig Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2016 L 65)

2

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/523 van de Commissie van 10 maart 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de vorm en het model voor de mededeling en de openbaarmaking van transacties door leidinggevenden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2016 L 88)

2

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/958 van de Commissie van 9 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de technische regelingen voor objectieve presentatie van beleggingsaanbevelingen of andere informatie waarin beleggingsstrategieën worden aanbevolen of voorgesteld en ter openbaarmaking van specifieke belangen of indicaties van belangenverstrengeling (2016 L 160)

2

Verordening (EU) nr. 600/2014 (MiFIR)

Artikel 3, eerste lid

3

Artikel 3, tweede en derde lid

2

Artikel 5, zevende lid

3

Artikel 6, eerste lid

3

Artikel 6, tweede lid

2

Artikel 7, eerste lid, derde alinea

3

Artikel 8, eerste lid

3

Artikel 8, tweede, derde en vierde lid

2

Artikel 10, eerste lid

3

Artikel 10, tweede lid

2

Artikel 11, eerste lid, derde alinea, en derde lid, derde alinea

3

Artikel 12

3

Artikel 13, eerste lid

2

Artikel 14, eerste, tweede, derde en zevende lid

2

Artikel 15, eerste, tweede en vierde lid

2

Artikel 17, eerste lid

2

17bis

2

Artikel 18, eerste, tweede, vierde tot en met zesde, achtste en negende lid

2

Artikel 20

2

Artikel 21, eerste tot en met derde en vijfde lid

2

Artikel 22, tweede en vierde lid

2

Artikel 23

3

Artikel 25

2

Artikel 26, eerste tot en met zevende en negende lid

2

Artikel 27, eerste en derde lid

2

Artikel 27 ter, eerste en tweede lid

3

Artikel 27 septies, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

3

Artikel 27 octies, eerste tot en met vijfde lid en achtste lid

3

Artikel 27 decies, eerste tot en met vijfde lid

3

Artikel 28, eerste en tweede lid

3

Artikel 29, eerste en derde lid

3

Artikel 29, tweede lid

2

Artikel 30

2

Artikel 31, tweede en derde lid

2

Artikel 35, eerste, derde en zesde lid

2

Artikel 36, eerste, derde en zesde lid

2

Artikel 37, eerste, derde en vierde lid

2

Artikel 40, eerste lid

3

Artikel 41, eerste lid

3

Artikel 42, eerste lid

3

Verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 8, achtste lid

2

Artikel 8, twaalfde lid, tweede alinea

3

Artikel 10, negende en elfde lid

3

Artikel 10 bis, eerste lid

3

artikel 12 tot en met 12 decies

3

Artikel 13, derde lid

2

Artikel 27, vierde lid, derde alinea

3

Artikel 27, zestiende lid, vierde alinea

2

Verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen)

Artikel

Boetecategorie

3

3 (€ 20.000.000)

5, eerste en tweede lid

3 (€ 20.000.000)

6, eerste tot en met vierde lid

2

7, eerste, tweede, negende en tiende lid, onderdelen b en c

2

7, derde lid

3 (€ 20.000.000)

7, achtste lid

1

9, eerste lid

1

16, eerste, derde en vierde lid

3 (€ 20.000.000)

18, eerste tot en met derde lid

3 (€ 20.000.000)

19, eerste, derde en zesde lid

3 (€ 20.000.000)

19, vijfde lid

2

19, achtste lid

1

20, vijfde lid

2

23, eerste lid

3 (€ 20.000.000)

23, derde, zesde en zevende lid

2

26, eerste tot en met derde, en vijfde tot en met zevende lid

2

26, vierde lid

1

27, eerste tot en met zevende lid

2

28, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

2

28, zesde lid

1

29, eerste en tweede lid

1

30, eerste en tweede lid

2

30, derde lid

1

30, vierde lid

3 (€ 20.000.000)

32, eerste en tweede lid

2

33, eerste tot en met vierde lid

2

34, eerste tot en met achtste lid

1

35

1

36

 

37, eerste tot en met derde lid

2

38, eerste tot en met vijfde lid

3 (€ 20.000.000)

38, zesde lid

1

38, zevende lid

2

39, eerste tot en met derde lid en vijfde tot en met zevende lid

2

40

2

41, eerste tot en met derde lid

2

42

2

43

2

44

2

45, eerste tot en met zesde lid

2

46, eerste tot en met vijfde lid

2

47, eerste en tweede lid

2

48, eerste, derde tot en met zesde lid, en achtste en negende lid

2

48, tweede lid

3 (€ 20.000.000)

48, zevende lid

1

49 eerste tot en met vierde lid

2

50

2

51, eerste en tweede lid

2

52, eerste en tweede lid

2

53, eerste tot en met derde lid

2

54, eerste lid

3 (€ 20.000.000)

54, zevende lid

2

56, eerste lid

3 (€ 20.000.000)

57, vijfde lid

2

59, eerste tot en met vierde lid

3 (€ 20.000.000)

Verordening (EU) nr. 1286/2014 (PRIIP’s):

Artikel

Boetecategorie

Artikel 5, eerste lid

3

Artikel 6

3

Artikel 7

3

Artikel 8, eerste tot en met derde lid

3

Artikel 9

3

Artikel 10, eerste lid

3

Artikel 13, eerste, derde en vierde lid

3

Artikel 14

3

Artikel 19

3

Verordening (EU) nr. 2015/35 (Solvabiliteit II)

Boetecategorie 1: artikelen 301, 313, 360 en 366.

Boetecategorie 2: artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 22, derde lid, 23, derde lid, 24, 25, 26, 40, vierde lid, 79, eerste lid, 81, eerste lid, 254, 256, eerste lid, 257, eerste lid, 258, 259, 261, 262, eerste lid, 263, 264, 265, eerste lid, 266, 267, 268, 269, 270, eerste lid, 271, 272, 273, 274, 275, 299, tweede lid, 300, 302, 304, eerste en tweede lid, 312, 314, 319, 320, eerste lid, 321, 322, 324, eerste en derde lid, 325, tweede tot en met vijfde lid, 327, 359, 361, 362, 363, 365, tweede en derde lid, 367, 368, 369, 370, 373, 374, 375, 376, eerste en tweede lid, en 377.

Verordening (EU) nr. 2015/63 (afwikkelingsfonds):

Artikel

Boetecategorie

14, eerste tot en met zesde lid

1

Verordening (EU) nr. 2015/760 (Europese langetermijnbeleggingsinstellingen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 3, eerste lid

3

Artikel 4, eerste lid

3

Artikel 4, tweede lid

2

Artikel 6, zesde lid

2

Artikel 9, eerste en tweede lid

2

Artikel 12

2

Artikel 13, eerste tot en met vijfde lid

2

Artikel 14

2

Artikel 15

2

Artikel 16

2

Artikel 18, eerste tot en met vijfde lid

2

Artikel 19, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 20

2

Artikel 21, eerste en tweede lid

2

Artikel 22

2

Artikel 23, eerste lid

3

Artikel 23, tweede lid

2

Artikel 23, derde tot en met vijfde lid

1

Artikel 24

1

Artikel 25, eerste en tweede lid

2

Artikel 29

2

Artikel 30, eerste, tweede lid en vierde tot en met achtste lid

2

Artikel 31, eerste tot en met vierde lid

2

Verordening (EU) nr. 2015/751 (afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties)

Artikel

Boetecategorie

3, eerste, derde en vierde lid

3

3, vijfde lid

2

4

3

5

3

6

3

7, eerste en tweede lid

2

7, derde lid

1

7, vierde lid

3

7, vijfde lid

2

8

3

9

2

10, eerste lid

3

10, vierde lid

1

10, vijfde lid

2

11, eerste en tweede lid

3

12, eerste lid

2

Verordening (EU) nr. 2016/1011 (benchmarks)

Boetecategorie 3: artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, eerste en derde lid, 11, 12, 13, 14, 15, eerste, tweede, vierde tot en met zesde lid, 16, 18, 19, eerste lid, 21, eerste en derde lid, 23, tweede, derde, vijfde, zesde en elfde lid, 24, derde lid, 25, tweede, zevende tot en met negende lid, 26, tweede, derde en vijfde lid, 27, 28, 29, 34, eerste en tweede lid.

Verordening (EU) nr. 2017/565 (MiFID II organisatorische vereisten)

Artikel 17

2

Artikel 19, vijfde lid

2

Artikel 21

2

Artikel 22, eerste en tweede lid

2

Artikel 22, derde lid

1

Artikel 23

2

Artikel 24

2

Artikel 25, eerste tot en met derde lid

1

Artikel 26, eerste en tweede lid

2

Artikel 26, derde tot en met vijfde lid

1

Artikel 26, zesde en zevende lid

1

Artikel 27, eerste tot en met derde lid

2

Artikel 29, eerste tot en met vijfde lid

2

Artikel 31, eerste lid

3

Artikel 31, tweede en derde lid

2

Artikel 32, eerste en tweede lid

2

Artikel 33

2

Artikel 34, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 34, vijfde lid

1

Artikel 35

1

Artikel 36, tweede lid

1

Artikel 37, eerste en tweede lid

2

Artikel 38

2

Artikel 39

2

Artikel 40, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 40, vijfde lid

1

Artikel 41

2

Artikel 42

2

Artikel 43

1

Artikel 44, eerste tot en met zevende lid

2

Artikel 44, achtste lid

3

Artikel 46, eerste en tweede lid

2

Artikel 46, derde lid

1

Artikel 46, vierde tot en met zesde lid

2

Artikel 47

2

Artikel 48, eerste lid

3

Artikel 48, tweede lid

2

Artikel 48, derde lid

1

Artikel 48, vierde en vijfde lid

2

Artikel 49

2

Artikel 50

2

Artikel 51

2

Artikel 52

2

Artikel 53

2

Artikel 54, eerste lid

1

Artikel 54, tweede lid

3

Artikel 54, vierde tot en met zevende lid

2

Artikel 54, achtste lid

3

Artikel 54, negende lid

2

Artikel 54, tiende lid

3

Artikel 54, elfde tot en met dertiende lid

3

Artikel 55, eerste en tweede lid

3

Artikel 56

2

Artikel 58

2

Artikel 59, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 60

2

Artikel 62

2

Artikel 63, eerste en tweede lid

2

Artikel 64, eerste tot en met zevende lid

2

Artikel 65, eerste tot en met vijfde lid

2

Artikel 65, zesde en zevende lid

1

Artikel 66, eerste en tweede lid

1

Artikel 66, derde tot en met vijfde lid

2

Artikel 66, zesde lid

3

Artikel 66, zevende tot en met negende lid

1

Artikel 67, eerste en tweede lid

2

Artikel 67, derde lid

3

Artikel 68, eerste lid

3

Artikel 68, tweede lid

2

Artikel 69

2

Artikel 71, tweede en derde lid

2

Artikel 72

2

Artikel 73

2

Artikel 74

2

Artikel 75

2

Artikel 76, eerste en tweede lid

2

Artikel 76, derde tot en met achtste lid

1

Artikel 76, negen en tiende lid

2

Artikel 81, eerste lid

2

Artikel 82, eerste lid

2

Artikel 83, eerste, vierde en vijfde lid

2

Artikel 84, eerste lid

2

Artikel 86, eerste en tweede lid

2

Artikel 88, eerste en tweede lid

2

Artikel 89, eerste lid

2

Verordening (EU) nr. 2015/2365 (SFTR):

Artikel

Boetecategorie

4, eerste lid, eerste zin, en derde tot en met vijfde lid

3

13, eerste en tweede lid

3

14, eerste en tweede lid

3

15, eerste en tweede lid

3 (15.000.000)

24, derde lid

2

Verordening (EU) nr. 2017/2358 (productontwikkeling en -governance)

Artikel 3, vierde lid

2

Artikel 4, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 4, zesde lid

1

Artikel 5

2

Artikel 6, eerste lid

1

Artikel 6, tweede lid

2

Artikel 7, eerste en tweede lid

1

Artikel 7, derde lid

3

Artikel 8

2

Artikel 9

1

Artikel 10, eerste tot en met vijfde lid

2

Artikel 10, zesde lid

1

Artikel 11

2

Artikel 12

1

Verordening (EU) nr. 2017/2359 (verzekeringen met een beleggingscomponent)

Artikel 9, eerste lid

1

Artikel 9, tweede lid

2

Artikel 9, vierde tot en met zesde lid

3

Artikel 9, zevende lid

2

Artikel 10

2

Artikel 11

1

Artikel 13

1

Artikel 14

2

Artikel 15

2

Artikel 17, eerste en tweede lid

3

Artikel 18

1

Artikel 19

2

Verordening (EU) nr. 2017/2402 (securitisaties)

Boetecategorie 2: artikelen 3, eerste en tweede lid, 5, 29, zesde lid, 30, tweede en derde lid.

Boetecategorie 3: artikelen 4, aanhef en onderdelen a tot en met b, 6, 7, 8, eerste lid, 9, eerste tot en met derde lid, 18, 27, eerste tot en met vierde lid, 28, tweede lid, 43, tweede lid en vijfde tot en met achtste lid, 43 bis, eerste en tweede lid.

Verordening (EU) nr. 2017/1131 (geldmarktfondsen)

Artikelen

Boetecategorie

Artikel 4, eerste lid

3

Artikel 5, derde lid

1

Artikel 6, eerste lid

3

Artikel 9, eerste en tweede lid

2

Artikel 10, eerste en tweede lid

2

Artikel 11, eerste tot en met derde lid

2

Artikel 12

2

Artikel 13

2

Artikel 14

2

Artikel 15, eerste tot en met zesde lid

2

Artikel 16, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid

2

Artikel 17, eerste tot en met zesde lid, en achtste en negende lid

2

Artikel 18, eerste lid

2

Artikel 19

2

Artikel 20

2

Artikel 21, eerste en derde lid

1

Artikel 21, tweede lid

2

Artikel 23, eerste, derde en vierde lid

2

Artikel 23, tweede lid

1

Artikel 24, eerste en tweede lid

2

Artikel 25, eerste en tweede lid

2

Artikel 25, derde lid

3

Artikel 26

1

Artikel 27, eerste, tweede en vierde lid

2

Artikel 27, derde lid

1

Artikel 28, eerste en tweede lid

2

Artikel 28, derde, vierde en vijfde lid

1

Artikel 29, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 29, vijfde lid

1

Artikel 29, zevende lid

2

Artikel 30

2

Artikel 31

2

Artikel 32

2

Artikel 33

2

Artikel 34, eerste en tweede lid

2

Artikel 34, derde lid

1

Artikel 35, eerste lid

3

Artikel 36

2

Artikel 37, eerste tot en met derde lid

1

Verordening (EU) nr. 2017/1129 (prospectus)

Artikel

Boetecategorie

3

3

5

3

6

3

7, eerste tot en met elfde lid

3

8

3

9

3

10

3

11, eerste en derde lid

3

14, eerste en tweede lid

3

15, eerste lid

3

16, eerste tot en met derde lid

3

17

3

18

3

19, eerste tot en met derde lid

3

20, eerste lid

3

21, eerste tot en met vierde lid en zevende tot en met elfde lid

3

22, tweede tot en met vijfde lid

3

23, eerste tot en met derde lid bis en vijfde lid

3

27

3

32

3

Verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s)

Artikel

Boetecategorie

artikel 4, eerste tot en met vierde lid

2

Verordening (EU) nr. 2019/1238 (PEPP)

Artikel

Boetecategorie:

4

3

5, eerste lid

3

9

3

15, eerste lid

3

18

3

19

3

20, eerste, derde, vierde, vijfde en zesde lid

3

21, eerste, tweede en zesde lid

3

22

3

24

3

25, eerste lid

3

26

3

27

3

28

3

29

3

30

3

31, vijfde lid

3

33

3

34, eerste tot en met vierde lid

3

35

3

36

3

37, eerste en tweede lid

3

38

3

39

3

40

3

41, eerste lid

3

42, eerste, tweede, derde en vijfde lid

3

44

3

45

3

46

3

48

3

49, derde lid

3

50, eerste tot en met vijfde lid

3

52, eerste, derde en vierde lid

3

53, eerste, derde tot en met vijfde lid

3

54

3

55, eerste lid

3

56

3

58, eerste en tweede lid

3

59

3

60

3

67, tweede lid, onderdeel a

3

Verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid)

Artikelen

Boetecategorie

artikel 3, eerste en tweede lid

2

artikel 4, eerste tot en met vijfde lid

2

artikel 5, eerste en tweede lid

2

artikel 6, eerste tot en met derde lid

2

artikel 7, eerste en tweede lid

2

artikel 8, eerste en tweede lid, tweede lid bis

2

artikel 9, eerste tot en met vierde lid, vierde lid bis

2

artikel 10, eerste lid

2

artikel 11, eerste en tweede lid

2

artikel 12, eerste lid

2

artikel 13, eerste lid

2

artikel 15, eerste en tweede lid

2

Verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen)

artikel 5

2

artikel 6

2

artikel 7

2

Verordening (EU) nr. 2019/2033 (prudentiële vereisten beleggingsondernemingen)

Artikel

Boetecategorie

5

3

7, eerste, derde en vijfde lid

3

8, derde en vijfde lid

3

9, eerste tot en met derde lid

3

10, eerste en tweede lid

3

11

3

15, derde en vijfde lid

3

21, tweede lid

3

35

3

37

3

38

3

40

3

43, eerste lid

3

45

3

46, eerste, tweede en vierde lid

3

47

3

48

3

49

3

50

3

51

3

53

3

54

3

55, eerste, tweede en vijfde lid

3

Verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven)

Artikel

Boetecategorie

Bijzondere termijn openbaarmaking

3

3

 

4

2

p

5

2

p

6, eerste tot en met vijfde lid

2

p

6, zevende lid

2

 

7, eerste tot en met vierde lid

2

p

7, vijfde lid

2

 

8, eerste tot en met zesde lid

2

p

8, zevende lid

2

 

9, eerste en tweede lid

3

 

10

2

p

11

3

 

12, eerste , elfde en zestiende lid

3

 

13, tweede lid

3

 

15, tweede en derde lid

2

p

16, eerste lid

2

p

16, derde lid

2

 

18, eerste en vierde lid

2

 

19, eerste tot en met zesde lid

2

p

19, zevende lid

2

 

20, eerste en tweede lid

2

p

20, derde lid

2

 

21, eerste tot en met zevende lid

2

p

21, achtste lid

2

 

22

2

p

23, eerste tot en met veertiende lid

2

p

23, zestiende lid

2

 

24

2

p

25, eerste en derde tot en met vijfde lid

2

p

25, tweede lid

3

 

26

2

p

27, eerste en derde lid

2

p

27, derde lid

3

 

30, eerste lid

2

p

Verordening (EU) 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen)

Artikel

Boetecategorie

9, eerste tot en met vierde lid, zesde tot en met elfde lid, dertiende en veertiende lid, zestiende tot en met eenentwintigste lid en drieëntwintigste lid

3

10, eerste lid en achtste tot en met tiende lid

2

12, zesde lid

2

13

3

15, derde lid

2

16, derde lid, zesde en zevende lid

2

18, eerste, vijfde en zevende lid

2

19, eerste lid

2

20, eerste lid

2

23, derde lid

2

27, derde, vijfde en zesde lid

2

29, derde, vijfde en zesde lid

2

30, tweede, vierde en zesde lid

2

31

2

33, zesde lid

2

34

2

35, eerste lid

2

36, eerste lid

2

38, tweede lid

2

39

2

40, zesde, negende en elfde lid

2

42, zevende en elfde lid

2

48, eerste lid

2

49, eerste lid

2

51, eerste en tweede lid

2

53, eerste en tweede lid

2

70, eerste lid

3

77, derde lid

2

Verordening (EU) nr. 2021/1230 (grensoverschrijdende betalingen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 3, eerste en tweede lid

2

Artikel 4

1

Artikel 5

1

Artikel 6

1

Bijlage 3. Ontzegging bevoegdheid om bepaalde functies uit te oefenen

Verordening (EU) nr. 2015/2365 (SFTR)

Artikel

Functie

4, eerste lid, eerste zin, en derde tot en met vijfde lid

beleid bepalen en leiding geven bij iedere andere onderneming dan die, genoemd in artikel 1:87, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht

15, eerste en tweede lid

beleid bepalen en leiding geven bij iedere andere onderneming dan die, genoemd in artikel 1:87, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht

Verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven)

Artikel

Functie

Artikelen 3 tot en met 8, 9, eerste en tweede lid, 10, 11, 12, eerste, elfde en zestiende lid, 13, tweede lid, 15, tweede en derde lid, 16, eerste en derde lid, 18, eerste en vierde lid, 19 tot en met 22, 23, eerste tot en met veertiende lid, 24, 25, 26, 27, eerste tot en met derde lid, 30, eerste lid

beleid bepalen en leiding geven bij een crowdfundingdienstverlener als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van verordening (EU) 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven)

Verordening (EU) 2021/23 (herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen)

Artikel

Functie

Artikelen 9, eerste tot en met vierde lid, zesde tot en met elfde lid, dertiende en veertiende lid, zestiende tot en met eenentwintigste lid en drieëntwintigste lid, 13 en 70, eerste lid

beleid bepalen en leiding geven bij een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR)

Naar boven