Uitvoeringsbesluit wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-11-2012 t/m heden

Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Uitvoeringsbesluit wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 27 april 2012, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 254194;

Gelet op de artikelen 2:7, eerste lid, 2:9, 2:28, eerste lid en achtste lid, 3:2, tweede lid, 3:7, eerste lid, 3:15, tweede lid, en 3:20, eerste lid van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 mei 2012, nr. W03.12.0149/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 29 augustus 2012, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 294806;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het model van het certificaat, bedoeld in de artikelen 2:7, eerste lid, en 2:28, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties, wordt als volgt vastgesteld:

CERTIFICAAT

bedoeld in artikel 4 van Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie

Bijlage 250831.png
Bijlage 250832.png
Bijlage 250833.png
Bijlage 250834.png
Bijlage 250835.png
Bijlage 250836.png
Bijlage 250837.png
Bijlage 250838.png
Bijlage 250839.png
Bijlage 250840.png

Artikel 3

Het model van het certificaat, bedoeld in de artikelen 3:7, eerste lid, en 3:20, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties, wordt als volgt vastgesteld:

CERTIFICAAT

bedoeld in artikel 6 van Kaderbesluit 2008/947/JBZ van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen

Bijlage 250842.png
Bijlage 250843.png
Bijlage 250861.png
Bijlage 250845.png
Bijlage 250846.png
Bijlage 250847.png
Bijlage 250848.png
Bijlage 250849.png
Bijlage 250850.png
Bijlage 250851.png
Bijlage 250852.png
Bijlage 250853.png

Artikel 4

Het model van de kennisgeving, bedoeld in de artikel 3:15, tweede lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties, wordt als volgt vastgesteld:

FORMULIER

bedoeld in artikel 17 van Kaderbesluit 2008/947/JBZ van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen

Bijlage 250854.png
Bijlage 250855.png
Bijlage 250856.png
Bijlage 250857.png

Artikel 6

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie.]

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 september 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Uitgegeven de dertiende september 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven