Wijzigingswet Wet ruimtelijke ordening, enz. (voorzien in wettelijke grondslag voor [...] en mogelijkheid tot afwijking van algemene regels)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-11-2014 t/m heden

Wet van 21 juni 2012 tot wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten (voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor het vorderen van medebewind van de provinciebesturen voor de behartiging van nationale ruimtelijke belangen, alsmede voor het voorzien in de mogelijkheid tot afwijking van bij algemene maatregel van bestuur of provinciale verordening gestelde regels, wenselijk is de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

Een besluit van gedeputeerde staten waarbij toestemming is verleend tot afwijking van een provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening, dat is vastgesteld voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van deze wet, wordt gelijkgesteld met een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a, eerste lid, van die wet.

Artikel V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 21 juni 2012

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de vijfde juli 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven