Beleidsregel vergunningverlening schelpdierverplaatsingen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-08-2017 t/m heden

Beleidsregels van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 6 juni 2012, nr. 267278, houdende vaststelling van beleidsregels inzake schelpdierverplaatsingen

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998;

Besluit:

Hoofdstuk I. Definities

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • minister: Minister van Economische Zaken;

  • probleemsoorten: een soort waarvan op basis van de best beschikbare wetenschappelijke kennis kan worden aangenomen dat deze een significant negatief effect kan hebben voor de instandhoudingsdoelen van een Natura 2000-gebied.

Hoofdstuk II. Importvoorwaarden Oosterschelde

Artikel 2

De minister kan voor het importeren en uitzaaien in de Oosterschelde van mariene schelpdieren een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verlenen als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De vergunningaanvraag heeft betrekking op mariene schelpdieren afkomstig uit kustgebieden uit OSPAR regio II (Noordzee) en regio III (Keltische zee).

  • 2. Er is aangetoond dat voldoende maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat probleemsoorten levend in de Oosterschelde terecht kunnen komen.

  • 3. Er is gebruik gemaakt van een integrale risicobeoordeling en er zijn kritische beheerspunten opgesteld in een control- en managementplan.

  • 4. Het control- en managementplan bevat een schelpdier afhankelijke soorten inventarisatie van het herkomstgebied waaruit blijkt dat er geen probleemsoorten voor het importgebied in het herkomstgebied zijn aangetroffen.

  • 5. Onderdeel van het control- en managementplan is een retrospectieve monitoring om te bewaken dat er toch geen probleemsoorten zijn of worden geïntroduceerd in het importgebied.

  • 6. Indien uit de retrospectieve monitoring blijkt dat probleemsoorten of in potentie probleemsoorten worden gevonden dan dienen er corrigerende maatregelen te worden genomen. Mogelijk te nemen corrigerende maatregelen zijn in het plan vastgelegd.

Hoofdstuk III. Zuid-Noordtransporten

Artikel 3

De minister kan voor het transport van mosselzaad uit de Oosterschelde naar de Nederlandse Waddenzee een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verlenen als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. Er is aangetoond dat voldoende maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat probleemsoorten levend in de Waddenzee terecht kunnen komen.

  • 2. Er is gebruik gemaakt van een integrale risicobeoordeling en er zijn kritische beheerspunten opgesteld in een control- en managementplan.

  • 3. Het control- en managementplan bevat een schelpdier afhankelijke soorten inventarisatie van het herkomstgebied binnen de Oosterschelde waaruit blijkt dat er geen probleemsoorten voor de Waddenzee in het herkomstgebied zijn aangetroffen.

  • 4. Onderdeel van het control- en managementplan is een retrospectieve monitoring van het importgebied om te bewaken dat er toch geen probleemsoorten zijn of worden geïntroduceerd in de Waddenzee.

  • 5. Indien er probleemsoorten of in potentie probleemsoorten worden gevonden als gevolg van de retrospectieve monitoring dan dienen er corrigerende maatregelen te worden genomen. Mogelijk te nemen corrigerende maatregelen zijn in het plan vastgelegd.

Hoofdstuk IV. Slotbepalingen

Artikel 3a

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vergunningverlening schelpdierverplaatsingen.

Artikel 4

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven