Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. IVV/OOG/2012/6311, houdende nadere regels in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)

Artikel 1. Woonlandfactor

Het percentage, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, derde lid, 25, tweede lid, 29, derde lid, 29a, achtste lid, en 67, twaalfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, tiende en elfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor een woonland anders dan:

  • a. Nederland,

  • b. een van de andere lidstaten van de Europese Unie,

  • c. een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

  • d. Zwitserland;

    bedraagt het in de bijlage bij deze regeling opgenomen percentage.

Artikel 2. Hoogte kindgebonden budget bij aanspraak voor meer dan een kind

  • 1 Indien:

    • a. de ouder aanspraak heeft op kindgebonden budget voor meer dan een kind; en

    • b. voor een of meer van die kinderen voor de toepassing van de Algemene Kinderbijslagwet een ander land dan een van de in artikel 1, onder a tot en met d, bedoelde landen als woonland in aanmerking wordt genomen,

    wordt voor de vaststelling van de hoogte van het kindgebonden budget het hoogste bedrag aan kindgebonden budget gekoppeld aan het kind dat woont in het land met het hoogste percentage, bedoeld in artikel 1, en wordt vervolgens steeds het daarop volgende hoogste bedrag aan kindgebonden budget gekoppeld aan het kind dat woont in het land met het daarop volgende hoogste percentage. Bij een gelijk percentage wordt het hoogste bedrag aan kindgebonden budget gekoppeld aan het kind met de hoogste leeftijd.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt voor wat betreft de artikelen I, II, III en IV van de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid in werking op het tijdstip waarop de respectievelijke artikelen of onderdelen daarvan in werking treden.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

Land:

Woonlandfactor:

Afghanistan

50%

Albanië

40%

Algerije

60%

Angola

80%

Antigua en Barbuda

70%

Argentinië

60%

Armenië

50%

Australië

100%

Azerbeidzjan

60%

Bahamas

70%

Bahrein

70%

Bangladesh

40%

Barbados

60%

Belarus

40%

Belize

60%

Benin

50%

Bhutan

40%

Boeroendi

40%

Bolivia

50%

Bosnië en Herzegovina

50%

Botswana

60%

Brazilië

100%

Brunei Darussalam

60%

Burkina Faso

40%

Cambodja

40%

Canada

100%

Centraal Afrikaanse Republiek

60%

Chili

80%

China

60%

Colombia

70%

Comoren

70%

Congo, Dem. Rep.

60%

Congo, Rep.

70%

Costa Rica

70%

Cuba

60%

Djibouti

50%

Dominica

50%

Dominicaanse Republiek

50%

Ecuador

50%

Egypte

40%

El Salvador

50%

Equatoriaal Guinea

70%

Eritrea

80%

Ethiopië

30%

Fiji

80%

Filippijnen

50%

Gabon

70%

Gambia

30%

Georgië

60%

Ghana

80%

Grenada

70%

Guatemala

60%

Guinea

40%

Guinea-Bissau

50%

Guyana

80%

Haïti

60%

Honduras

50%

Hong Kong SAR, China

60%

India

40%

Indonesië

70%

Irak

80%

Iran

70%

Israel

100%

Ivoorkust

60%

Jamaica

60%

Japan

100%

Jemen, Rep.

60%

Jordanië

70%

Kaapverdië

80%

Kameroen

50%

Katar

100%

Kazakstan

80%

Kenia

50%

Kirgizië

40%

Kiribati

70%

Koeweit

100%

Kosovo

60%

Kroatië

70%

Laos

50%

Lesotho

60%

Libanon

60%

Liberia

50%

Libië

50%

Macau SAR, China

80%

Macedonië, FYR1

40%

Madagascar

50%

Malawi

40%

Malediven

70%

Maleisië

60%

Mali

60%

Marokko

60%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesië

80%

Moldavië

60%

Monaco

100%

Mongolië

60%

Montenegro

50%

Mozambique

50%

Namibië

70%

Nepal

50%

Nicaragua

40%

Nieuw Zeeland2

100%

Niger

50%

Nigeria

50%

Oeganda

40%

Oekraïne

50%

Oezbekistan

50%

Oman

80%

Pakistan

40%

Palau

60%

Panama

50%

Papoea Nieuw Guinea

60%

Paraguay

60%

Peru

60%

Russische Federatie

60%

Rwanda

50%

Samoa

70%

Sao Tomé en Principe

70%

Saoedi-Arabië

80%

Senegal

50%

Servië

50%

Seychellen

40%

Sierra Leone

40%

Singapore

70%

Soedan

50%

Solomon Eilanden

50%

Somalië

50%

Sri Lanka

50%

St. Kitts en Nevis

80%

St. Lucia

70%

St. Vincent en de Grenadines

60%

Suriname

100%

Swaziland

60%

Syrië

50%

Tadzjkistan

40%

Tanzania

40%

Thailand

50%

Timor-Leste

50%

Togo

50%

Tonga

80%

Trinidad en Tobago

60%

Tsjaad

50%

Tunesië

40%

Turkije

60%

Turkmenistan

50%

Uruguay

80%

Vanuatu

70%

Venezuela

80%

Verenigde Arabische Emiraten

90%

Verenigde Staten

90%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

50%

Zambia

80%

Zimbabwe

50%

Zuid Afrika

70%

Zuid-Korea

70%

Koninkrijksgebieden

 

Aruba

70%

St Maarten

70%

Curacao

70%

Saba

70%

St Eustatius

70%

Bonaire

70%

1 Met betrekking tot Macedonië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag voor de wezenuitkering vooralsnog een woonlandfactor van 100%.

2 Met betrekking tot Nieuw-Zeeland geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag vooralsnog een woonlandfactor van 100%.

Naar boven