Regeling vertrouwelijke stukken

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 09-12-2021 t/m heden

Regeling vertrouwelijke stukken

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. vertrouwelijke stukken: aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden schriftelijke stukken of ander materiaal dat gegevens bevat, die na ontvangst een Kamerstuknummer worden toegekend en die door de afzender op enigerlei wijze zijn aangemerkt als zijnde vertrouwelijk;

  • b. Parlis: het Parlementair informatiesysteem;

  • c. embargo: door de afzender aangegeven vertrouwelijkheid met een beperkte tijdsduur;

  • d. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk 7 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Paragraaf 2. Vertrouwelijke stukken

Artikel 2. Registratie van vertrouwelijke stukken

  • 1 De Griffie plenair registreert vertrouwelijke stukken in Parlis.

  • 2 In Parlis worden van een vertrouwelijk stuk de volgende gegevens geregistreerd:

    • a. de afzender;

    • b. de datum van ontvangst;

    • c. het onderwerp, tenzij het onderwerp tevens is aangemerkt als zijnde vertrouwelijk.

  • 3 Indien door de afzender is aangegeven dat op het stuk een embargo rust, wordt het einde van het embargo door de Griffie plenair aangegeven op het stuk. Na afloop van het embargo doet de Voorzitter mededeling van de ontvangst van het stuk. De Griffie plenair draagt vervolgens zorg voor de openbaarmaking van het stuk.

Artikel 3. Openbaarmaking registratie, ter inzage legging en bewaring van vertrouwelijke stukken

  • 1 Na de registratie in Parlis worden in ieder geval de geregistreerde gegevens van een vertrouwelijk stuk openbaar gemaakt.

  • 2 Het vertrouwelijke stuk wordt vervolgens ter inzage gelegd bij het Centraal Informatie Punt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

  • 3 Vertrouwelijke stukken worden ter Griffie plenair dan wel ter Centraal Informatie Punt bewaard in een afgesloten ruimte, waarvan de sleutel berust bij de Griffie plenair dan wel het Centraal Informatie Punt.

Artikel 4. Inzage in vertrouwelijke stukken

  • 1 De volgende personen kunnen bij het Centraal Informatie Punt verzoeken om inzage in een vertrouwelijk stuk:

    • a. de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;

    • b. de Griffier;

    • c. de plaatsvervangend griffiers;

    • d. de adjunct-griffiers;

    • e. het Hoofd van de Dienst Analyse en Onderzoek;

    • f. de kenniscoördinatoren van de Dienst Analyse en Onderzoek;

    • g. het Hoofd van de Griffie plenair/Bureau Wetgeving;

    • h. de medewerkers van de Griffie plenair/Bureau Wetgeving.

  • 2 De personen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en f, hebben slechts inzage wanneer een commissie de Dienst Analyse en Onderzoek verzocht heeft om onderzoek te doen naar het vertrouwelijke stuk.

  • 3 Het inzien van vertrouwelijke stukken vindt plaats op een door het Centraal Informatie Punt aangewezen plaats. Het meenemen van het vertrouwelijke stuk naar een andere plaats dan bedoeld in de vorige volzin is niet toegestaan.

  • 4 De personen, bedoeld in het eerste lid, onder a, kunnen aantekeningen maken. De aantekeningen worden op naam van de betreffende persoon bewaard bij het Centraal Informatie Punt en liggen slechts voor hem ter inzage. Een plaatsvervangend griffier kan de aantekeningen ophalen ten behoeve van een besloten overleg van de betreffende commissie. Na het betreffende overleg worden de aantekeningen direct geretourneerd door de plaatsvervangend griffier aan het Centraal Informatie Punt.

  • 5 Het is niet toegestaan om op enigerlei wijze het vertrouwelijke stuk dan wel delen van het vertrouwelijke stuk te vermenigvuldigen.

  • 6 Het vijfde lid is niet van toepassing in het geval de afzender van het vertrouwelijke stuk toestemming heeft gegeven voor de vermenigvuldiging van het vertrouwelijke stuk.

  • 7 Indien de afzender kopieën van het vertrouwelijke stuk voegt bij het vertrouwelijke stuk, draagt de Griffie plenair zorg voor het verspreiden van deze kopieën onder de fracties en de groepen. Het vijfde lid is tevens op de kopieën van toepassing, tenzij de afzender van het vertrouwelijke stuk toestemming heeft gegeven voor de vermenigvuldiging.

  • 8 Na overleg tussen de plaatsvervangend griffier en de Griffie plenair kan op verzoek van de afzender worden afgeweken van het eerste lid. Hiervan wordt mededeling gedaan bij het openbaar maken van de geregistreerde gegevens van het vertrouwelijk stuk, bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 9 Het Centraal Informatie Punt registreert de naam van degene die inzage in een vertrouwelijk stuk is gegeven. De registratie is in te zien door de plaatsvervangend griffier. De registratie is verder slechts in uitzonderlijke gevallen in te zien indien daarvoor toestemming is verkregen van de Griffier.

Artikel 4a. Behandeling vertrouwelijkheid

  • 1 De brief waarmee een vertrouwelijk stuk is aangeboden aan de Kamer, wordt op de procedurevergadering van de behandelende commissie geagendeerd voor behandeling. Hierbij wordt vermeld dat de motivering van de vertrouwelijkheid van het stuk en andere voorwaarden daaromtrent ter bespreking zijn.

  • 2 De commissie kan, indien zij van oordeel is dat de vertrouwelijkheid en voorwaarden waaronder het stuk is aangeboden niet genoegzaam zijn gemotiveerd, besluiten:

    • a. een nadere motivering omtrent de vertrouwelijkheid van het betreffende stuk te verzoeken aan de afzender;

    • b. aanpassing van de voorwaarden te verzoeken aan de afzender, of

    • c. een overleg, al dan niet besloten, te voeren met de afzender over de vertrouwelijkheid van het betreffende stuk of de voorwaarden waaronder het is aangeboden aan de Kamer.

  • 3 Indien de commissie na een besluit als bedoeld in het tweede lid een ander oordeel dan de afzender heeft over de vertrouwelijkheid van het stuk of over de voorwaarden waaronder het stuk is aangeboden, kan zij de Kamer verzoeken hierover een uitspraak te doen.

  • 4 De personen die op grond van het artikel 4, eerste lid, om inzage in een vertrouwelijk stuk kunnen verzoeken, kunnen de inhoud van het vertrouwelijke stuk onderling bespreken, ongeacht of zij inzage in het betreffende stuk hebben gehad.

Paragraaf 2a. Tijdelijke terinzagelegging

Artikel 4b. Tijdelijk ter inzage gelegde vertrouwelijke stukken

  • 1 In uitzonderlijke gevallen kan een vertrouwelijk stuk slechts tijdelijk ter inzage worden gelegd. Bij de brief ter aanbieding van het stuk wordt nadrukkelijk gemotiveerd waarom het stuk slechts tijdelijk ter inzage wordt gelegd en wordt de termijn voor de ter inzagelegging vermeld.

  • 2 De Kamer kan na afloop van de termijn, bedoeld in het eerste lid, de afzender verzoeken het betreffende stuk opnieuw aan de Kamer aan te bieden.

Paragraaf 2c. Staatsgeheime stukken

Artikel 4c. Staatsgeheime stukken

  • 1 In zeer uitzonderlijke gevallen kan een staatsgeheim stuk ter inzage worden gelegd. Bij de brief ter aanbieding van het stuk wordt nadrukkelijk het staatsgeheime karakter van het stuk gemotiveerd.

  • 2 Artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 3, eerste lid, zijn van toepassing, met dien verstande dat uitsluitend de brief ter aanbieding van het staatsgeheime stuk aan de Griffie plenair wordt verstrekt en het staatsgeheime stuk uitsluitend wordt verstrekt aan de plaatsvervangend griffier die de behandelende commissie bijstaat.

  • 3 Het staatsgeheime stuk wordt ter inzage gelegd bij de plaatsvervangend griffier die de behandelende commissie bijstaat. Deze bewaart het stuk op een daartoe geschikte plaats.

  • 4 Slechts leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Griffier en de plaatsvervangend griffier die de behandelende commissie bijstaat hebben inzage in het staatsgeheime stuk. De inzage door leden vindt niet eerder plaats dan nadat zij schriftelijk zijn gewezen op het juridisch kader omtrent de behandeling van staatsgeheime stukken en zij dit kader gezien verklaren. Artikel 4, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aantekeningen slechts ten behoeve van een besloten overleg kunnen worden opgehaald.

  • 5 De plaatsvervangend griffier die de behandelende commissie bijstaat registreert de naam van degene die inzage in een staatsgeheim stuk is gegeven. De registratie is slechts in uitzonderlijke gevallen in te zien indien daarvoor toestemming is verkregen door de Griffier.

Paragraaf 3. Positie niet-beëdigde personen

Artikel 5. Positie niet-beëdigde personen

Personen die niet op grond van een dienstverband als ambtenaar werkzaam zijn bij de ambtelijke diensten van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ondertekenen voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden een verklaring, inhoudende dat zij bekend zijn met de inhoud van deze regeling en dat zij deze in acht zullen nemen.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op hetzelfde tijdstip waarop de wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in verband met de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie Prinsjesdagstukken alsmede in verband met enige technische wijzigingen in werking treedt. (Kamerstukken II, 32391, nr. 2)

Naar boven