Verordening PT vakheffing handel bloemkwekerijproducten 2011

[Regeling materieel uitgewerkt per 19-02-2012.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 19-02-2012 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 10 november 2010, houdende de vaststelling van een vakheffing voor de handel in bloemkwekerijproducten (Verordening PT vakheffing handel bloemkwekerijproducten 2011)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Commissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 12 oktober 2010;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt voorts verstaan onder:

    a.

    aankoopwaarde

    :

    het totaal van de bruto inkoopfactuurbedragen van in Nederland aangekochte bloemkwekerijproducten exclusief BTW;

    b.

    bloemkwekerijproducten

    :

    • I. siergewassen,

    • II. teeltmateriaal,

    • III. hydrocultuur, en

    • IV. bloemzaden;

    c.

    hydrocultuur

    :

    siergewassen die bestemd zijn voor gebruik in plantenbakken of potten, waarbij de plant met zijn wortels houvast heeft in poreuze korrels in een bak of pot, met daarin een laag water en voedingsstoffen;

    d.

    ondernemer

    :

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft voor wie het productschap is ingesteld;

    e.

    siergewassen

    :

    gewassen voor de sier in blad-, bloem- of vruchtdragende toestand in hun geheel of gedeeltelijk, met uitzondering van:

    • I. winterharde houtgewassen in hun geheel voor zover niet vervroegd of verlaat, alsmede kerstbomen zonder wortels en delen van winterharde houtgewassen welke voor vermeerdering zijn bestemd,

    • II. voor zover in groene toestand de Japanse azalea's, alsmede variëteiten en hybriden daarvan,

    • III. dahliastekken, begonia- en gloxiniaplantjes, uitsluitend bestemd voor de teelt van knollen, en

    • IV. aquariumplanten en niet-levende bloemkwekerijproducten;

    f.

    teeltmateriaal

    :

    planten en plantendelen, die bestemd zijn om voor de teelt van bloemkwekerijproducten, of ter vermeerdering te dienen dan wel daartoe gebruikt worden;

    g.

    telersvereniging

    :

    een samenwerkingsverband van producenten van bloemkwekerijproducten;

    h.

    veiling

    :

    een organisatie die bemiddelt bij aan- en verkopen van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is over de door hem aangekochte bloemkwekerijproducten jaarlijks een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd ten behoeve van activiteiten als: promotie en marketing, innovatie en onderzoek, kwaliteitszaken, milieuaangelegenheden, arbeid en sector public relations alsmede ten behoeve van de algemene kosten van het productschap.

  • 3 De heffing bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgelegd bij wege van aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

Artikel 3

  • 1 Ter uitvoering van artikel 2 doet de ondernemer bij het productschap aangifte van de door hem aangekochte bloemkwekerijproducten in het betreffende kalenderjaar.

  • 2 De opgave, als bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier of via elektronische aangifte, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen.

Artikel 4

Ondernemers kunnen verzoeken tot het doen van een gezamenlijke aangifte. Hiervoor dient te worden aangetoond dat:

  • a. een financiële, organisatorische en economische verwevenheid bestaat tussen de ondernemingen binnen de voorgenomen eenheid, en

  • b. ieder van de ondernemers is te beschouwen als een zelfstandige ondernemer.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 5

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd wordt berekend over de aankoopwaarde van de door hem in Nederland aangekochte bloemkwekerijproducten in het betreffende kalenderjaar.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde en bedraagt:

    vanaf

    € 0

    tot

    € 11.000.000

    0,28%

    vanaf

    € 11.000.000

    tot

    € 50.000.000

    0,19%

    vanaf

    € 50.000.000

       

    0,10%.

  • 3 Voor de berekening van de heffing in het tweede lid worden aankopen voor doorteelt binnen eigen bedrijf op de aankoopwaarde in mindering gebracht.

  • 4 Voor de berekening van de heffing in het tweede lid worden aankopen van bloemzaden op de aankoopwaarde in mindering gebracht.

  • 5 Voor de berekening van de heffing in het tweede lid worden aankopen door de ondernemer of de telersvereniging van door hem, respectievelijk door haar leden, geteeld product op de aankoopwaarde in mindering gebracht.

  • 6 Voor de berekening van de heffing in het tweede lid worden aankopen waarover op basis van deze verordening reeds heffing wordt afgedragen vanwege een voorafgaande transactie op de aankoopwaarde in mindering gebracht.

  • 7 Voor de vaststelling van de aankoopwaarde dient de ondernemer zich bij aankoop van bloemkwekerijproducten te vergewissen van de heffingplicht van de verkopende ondernemer over deze aangekochte bloemkwekerijproducten op grond van deze verordening.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 6

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing geschiedt door toezending of uitreiking van een heffingsnota aan de ondernemer na afloop van het betreffende kalenderjaar.

  • 2 Indien geen aangifte is gedaan kan de ondernemer een ambtshalve heffing worden opgelegd.

  • 3 Nadat door de ondernemer alsnog aangifte is gedaan, wordt de ambtshalve heffing verrekend met de op basis van deze aangifte verschuldigde heffing.

Artikel 7

Indien uit ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een ambtshalve schatting, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 8

  • 1 Indien een ondernemer aantoont dat hij aangekochte bloemkwekerijproducten geheel of gedeeltelijk door tussenkomst van de Nederlandse veiling heeft verhandeld en dat over deze transactie reeds een voorschot aan de veiling is betaald, wordt dit betaalde voorschot in mindering gebracht op de berekende heffing ingevolge artikel 5.

  • 2 In de in het eerste lid bedoelde situatie wordt op de ingevolge artikel 5 over veilingtransacties berekende heffing een korting toegepast ter hoogte van 5%.

Artikel 9

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap gesteld.

  • 2 Deze gegevens worden slechts gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2011, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT vakheffing handel bloemkwekerijproducten 2011.

Zoetermeer, 10 november 2010

T.H.J. Joustra

voorzitter

J.M. Gerritsen

secretaris

Naar boven