Sanctieregeling Syrië 2012

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 16-03-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 15 februari 2012, nr. DJZ/BR/0065-2012, houdende beperkende maatregelen jegens Syrië (Sanctieregeling Syrië 2012)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011 (Pb L 16);

Gelet op Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van Besluit 2011/273/GBVB (Pb L 319);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2bis, eerste lid, artikel 2 ter, eerste lid, artikel 2 quater, eerste lid, artikel 3, eerste en vierde lid, artikel 3 bis, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, artikel 7 bis, eerste lid, artikel 8, eerste lid, artikel 9, artikel 11, artikel 11 bis, eerste lid, artikel 11 ter, eerste lid, artikel 11quater, eerste lid, artikel 12, eerste lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 19, tweede lid, artikel 24, artikel 25, artikel 26, eerste en vierde lid, artikel 26 bis, eerste lid aanhef en derde lid, artikel 27 bis en artikel 29, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2012 (Pb L16).

  • 2 Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2bis, tweede lid en derde lid, artikel 3, derde lid en vijfde lid, artikel 3ter, artikel 4, eerste lid, in geval van voorafgaandelijke toestemming, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, in geval van voorafgaandelijke toestemming, bedoeld in artikel 5, eerste lid, artikel 6bis, eerste en tweede lid, artikel 6ter, artikel 7, artikel 7 bis, derde en vijfde lid, artikel 9bis, eerste lid, artikel 10, eerste lid, artikel 11ter, tweede lid, artikel 11quater, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, vierde lid, artikel 13bis, eerste lid, artikelen 16 tot en met 21ter, artikel 21quater, eerste lid, artikel 25bis, eerste lid, artikel 26, tweede en derde lid, of artikel 26bis, eerste lid, onder a en b, of tweede lid, van Verordening 36/2012 van toepassing is.

Artikel 2

De bevoegde autoriteit in de artikelen 2bis, tweede lid en derde lid, 2 ter, tweede lid, 2quater, tweede lid, 3, derde tot en met vijfde lid, 4, eerste lid en tweede lid, 5, eerste lid, artikel 6bis, tweede lid, 7, 7 bis, derde lid, 9bis, eerste en tweede lid, 10, eerste lid, 12, tweede lid, 13bis, eerste en tweede lid, 16, artikel 16 bis, derde en vierde lid, 17, 18, eerste lid, 19, tweede lid, 20, 20bis, 21, 21bis, 21quater, eerste lid, 25bis, eerste en tweede lid, en 29, eerste lid, van Verordening 36/2012 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dan wel, indien de uitoefening van de bevoegdheid betrekking heeft op financiële en bancaire aangelegenheden, zoals het verlenen van financiering en financiële bijstand, de verstrekking van leningen en kredieten, het openen van bankrekeningen, de vestiging van financiële instellingen en de overdracht, de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden, de Minister van Financiën.

Artikel 3

  • 1 Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te kopen, in te voeren of te vervoeren in geval de goederen afkomstig zijn uit Syrië of van oorsprong uit Syrië.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing in geval de invoer of vervoer van chemische wapens of gerelateerd materiaal plaatsvindt overeenkomstig punt 10 van Resolutie 2118 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de desbetreffende besluiten van de Uitvoerende Raad van de OPCW, conform de doelstelling van het Verdrag inzake chemische wapens.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven