Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de cichorei- en witlofteelt tegen onkruid

[Regeling vervallen per 28-06-2012.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-03-2012 t/m 27-06-2012

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 17 februari 2012, kenmerk WJZ 259416, houdende een tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de cichorei- en witlofteelt (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de cichorei- en witlofteelt)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de wet en artikel 53, eerste lid, van de verordening wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Safari (toelatingsnummer 11754) ter bescherming van de cichorei- en witlofteelt tegen onkruiden (composieten en kruisbloemigen).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

De vrijstelling bedoeld in artikel 2 is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2012 en vervalt met ingang van 28 juni 2012. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 maart 2012, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 maart 2012.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de cichorei- en witlofteelt tegen onkruid.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 februari 2012

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
namens deze:

J.P. Hoogeveen,

Directeur-generaal.

Bijlage Wettelijk gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Algemeen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Deze vrijstelling staat het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Safari met toelatingsnummer 11754 toe ter bescherming van de cichoreiteelt en de pennen- en zaadteelt van witlof tegen diverse onkruiden, indien het hierna volgende wettelijke gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing in acht wordt genomen.

Wettelijk gebruiksvoorschrift

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • 1. Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van cichorei en de pennen- en zaadteelt van witlof.

  • 2. Niet meer dan 60 gram middel per 12 maanden toepassen op hetzelfde perceel in de zaadteelt en pennenteelt van witlof (pennenteelt) en in de teelt van cichorei.

  • 3. Het loof van behandelde gewassen mag niet aan vee worden vervoederd.

  • 4. Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Algemeen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • 1. Safari is een systemisch bladherbicide ter bestrijding van tweezaadlobbige onkruiden; het werkt voornamelijk tegen onkruiden uit de groep van de composieten en de kruisbloemigen. De groei van de onkruiden wordt snel gestopt, maar de snelheid van afsterven is afhankelijk van de soort, leeftijd en groeiomstandigheden en kan enkele weken duren. De soorten vogelmuur, varkensgras, melganzenvoet en zwaluwtong zijn minder gevoelig.

  • 2. Het middel niet toepassen als het gewas beschadigd is door bijvoorbeeld bladluizen of hagel.

  • 3. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer.

  • 4. Niet toepassen wanneer grote schommelingen tussen dag- en nachttemperatuur (bijvoorbeeld nachtvorst) wordt verwacht.

  • 5. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25°C of als binnen 4 uur regen wordt verwacht.

  • 6. De hoeveelheid spuitvloeistof: 150–400 liter/ha.

Opmerkingen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • 1. De toepassing van Safari in de juiste periode heeft geen invloed op een volggewas in een normale rotatie. Desalniettemin wordt, bij gebreke aan informatie, het afgeraden bloemen, sierplanten, heesters of boomkwekerijgewassen te planten binnen een periode van 12 maanden na toepassing van Safari.

  • 2. Onder stresscondities kunnen enkele dagen na toepassing gele vlekjes op het blad verschijnen welke echter weer snel verdwijnen.

Attentie:

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • 1. Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.

  • 2. Direct na de behandeling dient de apparatuur uiterst zorgvuldig te worden schoongemaakt met huishoudammonia of een ander geschikt middel, daar een residu van het middel aan veel gewassen grote schade kan doen.

  • 3. In geval van akkerdistel Safari niet mengen met middelen op basis van clopyralid. Er dient een interval van minimaal 10 dagen in acht te worden opgenomen.

  • 4. Grassenbehandeling, insectenbestrijding en meststoffen: Het heeft de voorkeur een behandeling ter bestrijding van grassen in een aparte behandeling uit te voeren, evenals de behandeling met insecticiden. Boriummeststoffen kunnen toegevoegd worden tot een maximum van 1,0 kg/ha.

  • 5. Uit oogpunt van resistentiemanagement wordt het langdurig en eenzijdig gebruik van het middel afgeraden. Wissel zo nodig de behandelingen af met een middel met een ander werkingsmechanisme. Raadpleeg hiervoor de adviezen van de HRAC (Herbicide Resistance Action Committee).

  • 6. Het middel kan chlorose en een (tijdelijke) groeiremming veroorzaken. Deze verschijnselen zijn vooral te verwachten als te vroeg in het ontwikkelingsstadium van het gewas wordt gespoten (voordat het merendeel van de planten 1 echt blad heeft gevormd) en bij koude en natte omstandigheden ten tijde van de behandelingen en daarna.

Toepassingen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • 1. Zaadteelt en pennenteelt van witlof (pennenteelt) en de teelt van cichorei, toepassen op zeer jongen onkruiden, kiemblad- tot 2e bladstadium.

  • 2. Om een goede werking te krijgen dient het middel herhaaldelijk te worden toegepast op zeer jonge kruiden (bij voorkeur in het kiemlobstadium). De eerste behandeling niet eerder uitvoeren dan wanneer 70% van de planten opgekomen is. Vervolgbespuitingen uitvoeren bij nieuwe komst van onkruiden.

  • 3. Na behandeling kan 1–2 weken groeivertraging optreden. Vervolgbespuitingen dienen bij voorkeur te worden uitgesteld wanneer het gewas nog een reactie laat zien van de eerdere bespuiting(en).

  • 4. Overlap tussen bespuitingen voorkomen, omdat dit bij ongunstige omstandigheden opbrengstderving kan veroorzaken.

  • 5. Om het werkingsspectrum te verbreden kan Safari worden gemengd met andere in de teelt toegelaten herbiciden.

  • 6. Dosering: 10-30 gram middel per toepassing, in totaal mag maximaal 60 gram middel per ha per teelt of teeltseizoen worden toegepast.

  • 7. In geval van mislukking van het gewas, kunnen alleen bieten, zomergerst en olievlas worden geteeld. Indien een kerende grondbewerking wordt uitgevoerd kan ook maïs worden geteeld.

  • 8. Het gereedmaken van de spuitvloeistof geschiedt op de volgende wijze: Eerst de tank voor de helft vullen met water, vervolgens onder voortdurend roeren het middel toevoegen en de tank verder met water vullen. Ook tijdens het spuiten dient de spuitvloeistof in beweging te worden gehouden.

Naar boven