1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-05-2014]
De beslissing tot het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel
moet zijn gebaseerd op gezondheidsbelangen. De kwaliteit van zo’n beslissing dient
niet op onwenselijke wijze te worden beïnvloed door verkoopbevorderende activiteiten.
Deze gedachte heeft geleid tot regelgeving over geneesmiddelenreclame in Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een
communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEU 2001,
L311) (hierna: richtlijn 2001/83) en in de artikelen 82 tot en met 96 van de Geneesmiddelenwet (Gnw). De richtlijn en de Geneesmiddelenwet gaan onder meer over het begrip gunstbetoon. In de onderhavige beleidsregels gunstbetoon
worden de inhoud en reikwijdte van het begrip gunstbetoon meer concreet gemaakt.
De beleidsregels worden herzien om aan te sluiten bij recente wijzigingen in de Geneesmiddelenwet als gevolg waarvan voor verschillende beroepsgroepen voorschrijfbevoegdheid mogelijk
is gemaakt en waarin groepen verpleegkundigen gastvrijheid mogen genieten bij bijeenkomsten.
Daarnaast worden in deze beleidsregels tekstuele wijzigingen doorgevoerd om interpretatieverschillen
te voorkomen. Verder worden enkele criteria (o.a. eisen die worden gesteld aan samenkomsten)
nader ingevuld.
Deze beleidsregels zullen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden gehanteerd
bij het toezicht op de naleving van de reclamebepalingen van de Geneesmiddelenwet.
Onder gunstbetoon wordt verstaan het in het vooruitzicht stellen, aanbieden of toekennen
van geld of op geld waardeerbare diensten of goederen met het kennelijke doel het
voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel te bevorderen (zie
artikel 1, eerste lid, onder zz, Gnw). De regels voor gunstbetoon zijn wederkerig: het aannemen van of vragen om verboden
gunstbetoon is op grond van artikel 1, tweede lid, jo. artikel 94, van de Geneesmiddelenwet niet toegestaan.
Begrippen beroepsbeoefenaar en ondernemer
Belangrijke begrippen in deze beleidsregels zijn de beroepsbeoefenaren en de ondernemers.
Gunstbetoon reikt echter verder dan alleen de banden tussen beroepsbeoefenaren en
ondernemers, zoals hieronder in de paragraaf ‘Gunstbetoon’ wordt omschreven.
Een ieder die de bevoegdheid heeft om receptgeneesmiddelen voor te schrijven of ter
hand te stellen wordt gezien als beroepsbeoefenaar. Onder beroepsbeoefenaren worden
mede begrepen die beroepsgroepen die tijdelijk de bevoegdheid hebben om receptgeneesmiddelen
voor te schrijven. Alle andere (beroeps-)groepen vallen buiten het begrip ‘beroepsbeoefenaar’.
Alleen beroepsbeoefenaren mogen gunstbetoon ontvangen, mits binnen de kaders die in
de Geneesmiddelenwet en deze beleidsregels uiteen worden gezet.
In de Geneesmiddelenwet wordt bepaald dat verpleegkundigen die in opdracht van een beroepsbeoefenaar geneesmiddelen
verstrekken of toedienen aan patiënten in aanmerking komen voor gastvrijheid bij bijeenkomsten.
Deze groep verpleegkundigen mag echter geen andere vormen van gunstbetoon dan gastvrijheid
ontvangen, omdat zij niet onder de categorie beroepsbeoefenaren vallen.
Het begrip ondernemer zoals dat in deze beleidsregels wordt gebruikt, is beschreven
in artikel 82, eerste lid, onder b, van de Geneesmiddelenwet. Een ondernemer is de houder van een handelsvergunning.