Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport

[Regeling vervallen per 25-05-2023.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 24-05-2023

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 13 december 2011, nr. IENM/IVW-2011/14993, houdende de instelling van de Inspectie Leefomgeving en Transport (Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

  • 1 Er is een Inspectie Leefomgeving en Transport.

  • 2 De Inspectie Leefomgeving en Transport staat onder leiding van de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport.

  • 3 De Inspectie Leefomgeving en Transport ressorteert rechtstreeks onder de secretaris-generaal van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

  • 4 De organisatie van de Inspectie Leefomgeving en Transport wordt nader vastgesteld door de inspecteur-generaal.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

  • 1 De Inspectie Leefomgeving en Transport bewaakt en stimuleert de naleving van wet- en regelgeving voor een veilige en duurzame leefomgeving en transport.

    Daarmee is de Inspectie Leefomgeving en Transport en haar onderdelen, voor zover het betreft het werkterrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, belast met de volgende taken en alle daarmee samenhangende activiteiten:

    • a. handhaving van wet- en regelgeving;

    • b. vergunningverlening en het verlenen van andere toestemmingen waaronder certificering en ontheffingen;

    • c. het verrichten van ongevalonderzoek verband houdende met de taken genoemd in de onderdelen a en b;

    • d. de voorbereiding van een besluit tot het nemen, intrekken, dan wel uitvoeren van een besluit tot indeplaatsstelling op grond van titel III, hoofdstuk VIII, van de Provinciewet en hoofdstuk VIII, paragraaf 3, van de Gemeentewet.

  • 2 De Inspectie Leefomgeving en Transport is voorts belast met:

    • a. het toetsen van de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van alle beleidsnota’s en nieuwe wet- en regelgeving, die voor de uitvoering van de taken genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, van belang zijn;

    • b. het geven van signalen over de naleving van wet- en regelgeving die betrekking kunnen hebben op wenselijke wijzigingen van de wetgeving;

    • c. de taken van de bevoegde autoriteit, bedoeld in de in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart genoemde basisverordening, en de verordeningen die zijn vastgesteld krachtens deze verordening, tenzij deze taken bij of krachtens wettelijk voorschrift elders zijn belegd;

    • d. het geven en intrekken van een beschikking, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag en alle daarmee samenhangende activiteiten;

    • e. het bijhouden van het voertuigregister, bedoeld in artikel 26aa, eerste lid, van de Spoorwegwet, en het toekennen van een Europees voertuignummer als bedoeld in artikel 26aa, derde lid, van de Spoorwegwet;

    • f. het aanmelden van conformiteitsbeoordelingsinstanties als bedoeld in artikel 26u, eerste lid, van de Spoorwegwet;

    • g. het aanwijzen van conformiteitsbeoordelingsinstanties als bedoeld in artikel 26v, eerste lid, van de Spoorwegwet;

    • h. het aanmelden van beoordelingsinstanties als bedoeld in artikel 6 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 van de Commissie van 30 april 2013 (PbEU 2013, L 121);

    • i. het uitvoeren van de taken van de aanmeldende autoriteit als bedoeld in artikel 19 van Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PbEU 2019, L152/1);

    • j. de taken van de markttoezichtautoriteit als bedoeld in artikel 35 van Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PbEU 2019, L152/1).

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het eerste en het tweede lid kan de Inspectie Leefomgeving en Transport specifieke taken uitvoeren die voortvloeien uit verdragsrechtelijke verplichtingen of Europese regelgeving, waaronder:

    • a. de taken van de nationale veiligheidsinstantie, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PbEU 2016, L 138/102), voor zover het niet betreft het vaststellen of wijzigen van algemeen verbindende voorschriften;

    • b. de taken van de nationale toezichthoudende instantie, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (de kaderverordening) (PbEG L 96/1).

  • 4 De Inspectie Leefomgeving en Transport kan handhavende taken verrichten op het werkterrein van andere ministeries.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

  • 1 Indien de Minister van Infrastructuur en Waterstaat of, als de Inspectie Leefomgeving en Transport op grond van artikel 2, vierde lid, taken verricht op het werkterrein van een ander ministerie, de minister die het aangaat de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport een aanwijzing van algemene of bijzondere aard geeft ten aanzien van de uitoefening van een bevoegdheid die bij of krachtens wettelijke regeling of verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie of instelling aan de inspecteur-generaal of aan de ambtenaren van de inspectie is toegekend, doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de beide kamers der Staten-Generaal.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op aanwijzingen die betrekking hebben op beheersmatige aspecten van de inspectie.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

De Inspectie Leefomgeving en Transport stelt jaarlijks een meerjarenplan en een jaarverslag op.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

Rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorgangers gelden als rechten en verplichtingen van de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-05-2023]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

vanInfrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven