-
2.1
Add-on
Add-ons zijn overige zorgproducten, uitgedrukt in zorgactiviteiten, behorend bij een
DBC-zorgproduct. Alleen zorg op de Intensive Care (IC) alsmede een limitatief aantal
dure en weesgeneesmiddelen zijn gedefinieerd als een add-on.
-
2.2
DBC
Een Diagnose Behandeling Combinatie is een declarabele prestatie, die de resultante
is van het totale traject van de diagnose die de zorgverlener stelt tot en met de
(eventuele) behandeling die hieruit volgt. Vanaf 1 januari 2012 worden nieuwe zorgprestaties
uitgedrukt in DBC-zorgproducten.
-
2.3
DBC-zorgproduct
Een DBC-zorgproduct is een declarabele prestatie die is afgeleid uit subtrajecten
en zorgactiviteiten via door de NZa vastgestelde beslisbomen.
-
2.4
DBC-zorgproductcode
Het unieke nummer van een DBC-zorgproduct dat bestaat uit negen posities, te weten
DBC-zorgproductgroepcode (zes posities) en een code voor het specifieke DBC-zorgproduct
binnen de DBC-zorgproductgroep (drie posities).
-
2.5
Declaratieset
De voor afleiding aan een grouper aangeboden verzameling van gegevens omtrent de door
een zorgaanbieder aan een patiënt geleverde zorg.
-
2.6
DIS (DBC Informatiesysteem)
DIS is een onafhankelijke organisatie maar bestuurlijk en facilitair ondergebracht
bij DBC-Onderhoud. DIS biedt diensten aan om aanlevering door de onder deze regeling
vallende zorgaanbieders van de MDS (zie 2.11) aan de NZa mogelijk te maken. Deze diensten
bestaan uit verzameling, opslag en uitlevering van gegevens.
-
2.7
Honorariumbedrag (of honorariumcomponent)
Het maximum bedrag (per zorgproduct) dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding
van de diensten van een medisch specialist. Al dan niet in combinatie met het kostenbedrag
vormt dit het tarief per zorgproduct.
-
2.8
Hoofdbehandelaar
Zorgaanbieder die, in reactie op de zorgvraag van een patiënt, bij die patiënt de
diagnose stelt en die verantwoordelijk is voor de behandeling.
-
2.9
Kostenbedrag (of kostencomponent)
Het bedrag (per gereguleerd zorgproduct) dat in rekening gebracht mag worden ter vergoeding
van de instellingskosten. Al dan niet in combinatie met het honorariumbedrag vormt
dit het tarief per zorgproduct.
-
2.10
Locatiecode
Wanneer binnen een instelling voor medisch specialistische zorg vanuit meerdere locaties
zorg wordt verleend, wordt per locatie een unieke locatiecode gebruikt. De locatiecode
is een volgnummer binnen de zorginstelling welke aangeeft waar de hoofdbehandelaar
de patiënt onder behandeling heeft. Dit zal veelal de locatie zijn waar het DBC-zorgproduct
wordt geopend.
-
2.11
MDS (Minimale Dataset)
Dataset van gegevens als bedoeld in artikel 4 van deze regeling.
-
2.12
Ondersteunend product (OP)
Een ondersteunend product (OP) valt onder de categorie ‘overige zorgproducten’. Een
OP wordt uitgedrukt in een zorgactiviteit en wordt geleverd door een niet-poortspecialisme
op verzoek van de eerstelijn of een ander specialisme binnen dezelfde instelling waarvoor
de DBC-systematiek niet geldt of voor verpleging in de thuissituatie in het kader
van medisch specialistisch zorg.
-
2.13
Overig product (OVP)
Een overig product (OVP) valt onder de categorie ‘overige zorgproducten’. Een OVP
wordt uitgedrukt in een zorgactiviteit en wordt geleverd door een poortspecialisme
(zie 2.17) op verzoek van de eerstelijn of een ander specialisme binnen dezelfde instelling
waarvoor de DBC-systematiek niet geldt.
-
2.14
Overig traject
Een overig traject valt onder de categorie ‘overige zorgproducten’. Een overig traject
is een prestatie die een aaneengesloten traject betreft, waarvoor de declaratie-eenheid
een dag is zoals gezonde zuigelingen en verkeerde-beddagen.
-
2.15
Overige verrichting
Een overige verrichting valt onder de categorie ‘overige zorgproducten’. Onder overige
verrichtingen wordt verstaan; losse declarabele verrichtingen die niet te definiëren
zijn als OVP, OP of overige traject.
Voorbeelden hiervan zijn bijzondere tandheelkunde en kaakchirurgie.
-
2.16
Overige zorgproducten
De prestaties binnen de medisch specialistische zorg, niet zijnde DBC-zorgproducten.
Overige zorgproducten bestaan uit een vijftal soorten prestaties, te weten add-ons,
ondersteunende producten, overige producten, overige trajecten en overige verrichtingen.
-
2.17
Poortspecialist
Een poortspecialist is de medisch specialist naar welke een patiënt wordt verwezen
voor medisch specialistische zorg. Als poortspecialismen worden de volgende specialismen
onderscheiden: Oogheelkunde (0301), KNO (0302), Heelkunde/Chirurgie (0303), Plastische
chirurgie (0304), Orthopedie (0305), Urologie (0306), Gynaecologie (0307), Neurochirurgie
(0308), Dermatologie (0310), Inwendige Geneeskunde (0313), Kindergeneeskunde/Neonatologie
(0316), Gastro-enterologie/MDL (0318), Cardiologie (0320), Longgeneeskunde (0322),
Reumatologie (0324), Allergologie (0326). Revalidatie (0327), Cardio-Pulmonale Chirurgie
(0328), Consultatieve psychiatrie (0329), Neurologie (0330), Klinische Geriatrie (0335),
Radiotherapie (0361).
De poortspecialist is verantwoordelijk voor een juiste typering van een zorgtraject/subtraject
bij de geleverde zorg. De poortfunctie kan ook door een ondersteunend specialisme
worden ingenomen welke hiervoor een door de NZa vastgestelde typeringslijst heeft,
zoals radiologie (0362), anesthesiologie (0389) en klinische genetica (0390). Daarnaast
kent de audiologie (1900) ook een eigen typeringslijst.
-
2.18
Uitvoerende instelling
De instelling die een declarabele prestatie uitvoert.
-
2.19
Zorgactiviteit
De gestandaardiseerde onderverdeling in zorgactiviteiten. De zorgactiviteiten zijn
de bouwstenen van het DBC-zorgproduct en vormen gezamenlijk het profiel van een DBC-zorgproduct.
Ze bepalen in combinatie met het geregistreerde subtraject welke prestatie is geleverd
en welke DBC-zorgproduct kan worden gedeclareerd.
Daarnaast vormt de onderverdeling in zorgactiviteiten de basis voor overige zorgproducten.
-
2.20
Zorgprofiel
Alle geregistreerde zorgactiviteiten binnen een DBC-zorgproduct.