Memorandum van Overeenstemming tussen Hongarije en Nederland inzake de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 21-10-2011 t/m heden

Memorandum van Overeenstemming tussen Hongarije en Nederland inzake de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een bekendmaking van het op 21 oktober 2011 tussen de Hongaarse Nationale Belasting- en Douaneadministratie en het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland gesloten Memorandum van Overeenstemming over de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen.

Het Memorandum geeft categorieën weer voor de automatische uitwisseling van fiscale inlichtingen, zoals over onroerende zaken, inkomsten uit zelfstandige arbeid, inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid, directeursbeloningen, inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars, inkomsten uit pensioenen, betalingen aan studenten voor studie en opleiding en overige inkomsten. Daarnaast bevat het Memorandum bepalingen over spontane inlichtingenuitwisseling, speciale gevallen van inlichtingenuitwisseling, alsmede richtlijnen voor de aanwezigheid van ambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat ten behoeve van een boekenonderzoek en voor het uitvoeren van o.a. gelijktijdige belastingcontroles.

Memorandum van Overeenstemming tussen de Hongaarse Nationale Belasting- en Douaneadministratie en het Directoraat-Generaal Belastingdienst van Nederland inzake de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen

Preambule

De Hongaarse Nationale Belasting- en Douaneadministratie en het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland, hierna te noemen de ‘Partijen’, gelet op de wens de wederzijdse samenwerking op het gebied van de directe belastingen te versterken, zijn het volgende overeengekomen.

Algemene bepalingen

Artikel 1. Juridische basis

Ingevolge de bepalingen van de Richtlijn van de Raad nr. 77/799/EEG van 19 december 1977 inzake wederzijdse bijstand door de bevoegde autoriteiten van de Lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies zullen de bevoegde autoriteiten genoemd in artikel 2 van dit Memorandum automatisch en spontaan inlichtingen uitwisselen. Zij zullen eveneens inlichtingen uitwisselen door de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Partij op het grondgebied van de andere Staat (in overeenstemming met het bepaalde in artikel 6 van dit Memorandum).

Artikel 2. Bevoegde autoriteiten

  • 1 Voor de toepassing van dit Memorandum van Overeenstemming zijn de bevoegde autoriteiten:

    in Hongarije:

    Het Centrale Verbindingskantoor van de Hongaarse Nationale Belasting- en Douaneadministratie.

    in Nederland:

    De Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger.

  • 2 Partijen zullen elkaar via briefwisseling op de hoogte stellen van de naam en adresgegevens van de betreffende bevoegde vertegenwoordigers en van eventuele latere wijzigingen daarin.

Uitwisseling van inlichtingen

Artikel 3. Automatische uitwisseling van inlichtingen

  • 1 De bevoegde autoriteiten van Partijen verstrekken elkaar automatisch inlichtingen met betrekking tot:

    • a). onroerende zaken (OESO code 6);

      voor Nederland: bezit en waarde van onroerende zaken.

      voor Hongarije: inkomsten uit verhuur van onroerende zaken.

    • b). inkomsten uit zelfstandige arbeid (OESO code 14);

    • c). inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid (OESO code 15);

    • d). directeursbeloningen (OESO code 16);

    • e). inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars (OESO code 17);

    • f). inkomsten uit pensioenen (OESO code 18);

    • g). betalingen aan studenten voor studie en opleiding (OESO code 20);

    • h). overige inkomsten (OESO code 21).

  • 2 De in het eerste lid bedoelde inlichtingen worden periodiek verstrekt en ten minste eenmaal per kalenderjaar, op zo kort mogelijke termijn en in ieder geval niet later dan het einde van de negende maand van het kalenderjaar volgende op het jaar waarop deze inlichtingen betrekking hebben.

  • 3 Indien mocht blijken dat de gegevens die in het kader van de automatische uitwisseling zijn verstrekt onjuist of onvolledig zijn, zijn de bevoegde autoriteiten gehouden hierover zo spoedig mogelijk met elkaar contact op te nemen.

Artikel 4. Spontane uitwisseling van inlichtingen

Partijen verstrekken elkaar spontaan de inlichtingen die van belang zijn voor de juiste vaststelling van de belastingen naar het inkomen en vermogen in de andere Staat.

Artikel 5. Speciale gevallen van inlichtingenuitwisseling

De bevoegde autoriteiten kunnen bij briefwisseling met elkaar overeenkomen andere categorieën dan de hierboven genoemde, voor een bepaalde periode automatisch of spontaan met elkaar uit te wisselen.

Artikel 6. De aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat

  • 1 Op verzoek van de bevoegde autoriteit van een van Partijen, kan de aangezochte bevoegde autoriteit belastingambtenaren van de verzoekende Partij toestaan om aanwezig te zijn bij de voor hen van belang zijnde onderdelen van een belastingonderzoek in de aangezochte Staat.

  • 2 Een verzoek om de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Partij bij een onderzoek op het grondgebied van de andere Staat toe te staan, wordt in bijzondere gevallen gedaan. Het gaat hierbij in het bijzonder om:

    • a. gevallen waarin aanwijzingen bestaan voor grensoverschrijdende onregelmatigheden of het ontgaan van belasting;

    • b. complexe gevallen die de aanwezigheid van de belastingambtenaren wenselijk maken;

    • c. gevallen waarin termijnoverschrijding dreigt en waarin de aanwezigheid van de belastingambtenaren het onderzoek kan bespoedigen;

    • d. onderzoeken in het kader van een overeengekomen bilateraal of multilateraal onderzoek, met inbegrip van gelijktijdige belastingonderzoeken.

  • 3 Een verzoek tot aanwezigheid van belastingambtenaren wordt schriftelijk ingediend door de verzoekende bevoegde autoriteit. In het verzoek wordt de wenselijkheid van de aanwezigheid van belastingambtenaren onderbouwd en wordt een korte omschrijving van de zaak gegeven. De aangezochte bevoegde autoriteit neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek, een beslissing op het verzoek.

  • 4 Alle beslissingen aangaande de uitvoering van het belastingonderzoek worden genomen door de aangezochte bevoegde autoriteit. De aangezochte bevoegde autoriteit stelt de verzoekende bevoegde autoriteit in kennis van de bijzonderheden van een onderzoek.

  • 5 De aangezochte bevoegde autoriteit kan het verzoek afwijzen onder opgave van de redenen van deze beslissing.

Diverse bepalingen

Artikel 7. Diverse bepalingen

  • 1 Indien noodzakelijk plegen de bevoegde autoriteiten overleg over de wijze waarop de verplichtingen die dit Memorandum meebrengt, worden uitgevoerd.

  • 2 De in artikel 3 van dit Memorandum bedoelde inlichtingen worden waar mogelijk elektronisch via het CCN Mail Systeem in het standaard OESO opmaakformaat (meest recente versie), of op papier verstrekt.

  • 3 De uit te wisselen inlichtingen bevatten het volgende:

    Betreffende natuurlijke personen:

    • a. naam;

    • b. datum en plaats van geboorte;

    • c. adres in de Staat, die de informatie verstrekt.

    • d. belastingidentificatienummer afgegeven in de Staat van vestiging (indien beschikbaar).

    Betreffende lichamen met en zonder rechtspersoonlijkheid:

    • a. naam;

    • b. zetel in de Staat, die de informatie verstrekt;

    • c. belastingidentificatienummer afgegeven in de Staat van vestiging (indien beschikbaar).

    Betreffende inkomensten:

    • a. bedrag van het verdiende inkomen;

    • b. het belastingtarief en het betrokken type inkomsten;

    • c. het betrokken belastingjaar.

    • d. bedrag dat is ingehouden door de inhoudingsplichtige (indien beschikbaar).

Slotbepalingen

Artikel 8. Inwerkingtreding, wijzigingen, beëindiging

  • 1 Dit Memorandum treedt in werking op de datum van ondertekening en kan op ieder tijdstip worden gewijzigd na schriftelijke overeenstemming tussen Partijen.

  • 2 Het Memorandum zal met ingang van het kalenderjaar 2012 voor het eerst van toepassing zijn met betrekking tot de uitwisseling van gegevens over het jaar 2011.

  • 3 Dit Memorandum wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Het kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving van één van Partijen.

  • 4 Het Memorandum houdt op van kracht te zijn op de laatste dag van de zesde maand na ontvangst van deze kennisgeving.

Artikel 9. Citeertitel

Dit Memorandum kan worden aangehaald als ‘Memorandum van Overeenstemming tussen Hongarije en Nederland inzake de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen.’

Artikel 10. Evaluatie

Dit Memorandum wordt vijf jaar na de datum van inwerkingtreding geëvalueerd. Vragen met betrekking tot dit Memorandum kunnen echter te allen tijde op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten van Partijen in behandeling worden genomen.

Gedaan op 21 oktober 2011 te Boedapest, in tweevoud in de Hongaarse, de Nederlandse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van enig verschil van interpretatie is de Engelse tekst beslissend.

Voor de Hongaarse Nationale Belasting- en Douaneadministratie,

Á. Varga,

Vice-President.

Voor het Directoraat-Generaal Belastingdienst van Nederland,

T. Poolen,

Plv. Directeur-Generaal.

Naar boven