Bijlage 1. bij het Besluit vaststelling minimumeisen bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan
Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik
varkenssector (PVV) 2011 worden de volgende minimumeisen gesteld aan het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan.
BEDRIJFSGEZONDHEIDSPLAN
Per UBN dient 1 bedrijfsgezondheidsplan te worden opgesteld.
Voor het bedrijfsgezondheidsplan gelden de volgende minimumeisen:
-
a. Het document heeft duidelijk als titel: Bedrijfsgezondheidsplan;
-
b. De naam en handtekening van de houder en van de betrokken dierenarts worden geplaatst;
-
c. Het UBN van het bedrijf en de datum van het opstellen van de plannen worden vermeld;
-
d. Gehouden diercategorieën worden vastgelegd;
-
e. Het document wordt gebaseerd op de resultaten van de periodieke bedrijfsbegeleiding
(daarin benoemde actiepunten en bevindingen). De periodieke bedrijfsbegeleiding vindt
voor bedrijven waar het gemiddeld aantal gehouden varkens dertig of meer bedraagt,
ten minste maandelijks plaats;
-
f. Managementmaatregelen (bijvoorbeeld op het gebied van hygiëne maatregelen, huisvesting,
voeding en aanvoer van varkens) die het komende jaar genomen worden om het antibioticagebruik
structureel te verlagen en/of om de gezondheid van de varkens structureel te verbeteren
worden met heldere doelstellingen en tijdspad vastgelegd;
-
g. De aandachts- en verbeterpunten naar aanleiding van het voorgaande jaar worden vastgelegd;
-
h. Het bedrijfsgezondheidsplan bevat een schriftelijke overeenkomst met de dierenarts
ter zake van de begeleiding bij de bedrijfsvoering.
Indien blijkt dat op een varkensbedrijf de dierdagdoseringen het door de SDa ingestelde
actieniveau overschrijden gelden de minimumeisen uit het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan.
BEDRIJFSBEHANDELPLAN
Per UBN dient 1 bedrijfsbehandelplan te worden opgesteld. Voor het bedrijfsbehandelplan gelden de volgende minimumeisen:
-
a. Het document heeft duidelijk als titel: Bedrijfsbehandelplan;
-
b. De naam en handtekening van de houder en van de betrokken dierenarts worden geplaatst;
-
c. Het UBN van het bedrijf en de datum van het opstellen van de plannen worden vermeld;
-
d. Vermeld worden de meest voorkomende aandoening(en) en ziekte(n), en de voorgestelde
behandeling, inclusief het aantal behandelingen en de producten of middelen. Volstaan
kan worden met de werkzame stof, mits dan in een addendum een lijst met te gebruiken
diergeneesmiddelen, inclusief merknaam, REG NL-nummer, wachttijd, dosering en behandelduur
wordt opgenomen. Indien deze lijst met diergeneesmiddelen wijzigt volstaat de toevoeging
van een addendum aan het bedrijfsspecifieke behandelplan.
-
e. Alle op het bedrijf toegepaste vaccinatieschema's worden aangegeven.
Aanvullend bedrijfsgezondheidsplan:
Indien blijkt dat op een varkensbedrijf de dierdagdoseringen het door de SDa ingestelde
actieniveau overschrijden, dient het bedrijfsgezondheidsplan te worden aangevuld als
volgt:
-
1. De houder bespreekt met diens dierenarts welke antibiotica (productnaam of werkzame
stof) verantwoordelijk is/zijn voor de overschrijding van het actieniveau en legt
dit vast of laat dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan. Voorts
wordt vastgelegd voor welke aandoeningen de antibiotica is toegediend;
-
2. De houder bespreekt met diens dierenarts bij welke diercategorie (verder uitgesplitst
in leeftijd, gewicht, etc.) deze antibiotica worden ingezet en legt dit vast of laat
dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan;
-
3. De houder analyseert met zijn dierenarts risicofactoren, waaronder ingaande en uitgaande
routes (schone weg/vuile weg), en onderliggende oorzaken van deze punten en legt dit
vast of laat dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan;
-
4. De houder formuleert in samenspraak met zijn dierenarts verbeterpunten waarmee de
onder punt 3 genoemde risicofactoren en onderliggende oorzaken worden gereduceerd
of, waar mogelijk, worden weggenomen en legt dit vast of laat dit vastleggen in het
aanvullende bedrijfsgezondheidsplan.
Voor de verbeterpunten die in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan worden vastgelegd,
wordt een actieplan opgesteld.
Actieplan per (waarschijnlijkheids-) diagnose moet ten minste het volgende bevatten:
In het geval van een nieuw probleem: doorloop stap 1 t/m 4, zoals hierboven beschreven
(zie voorwaarden aanvullend bedrijfsgezondheidsplan).
Voor een eerder geconstateerd (langdurig) probleem moet dus een evaluatie van het
huidige/vorige bedrijfsgezondheidsplan worden uitgevoerd. Zijn de opgenomen actiepunten
uitgevoerd? Zo niet, geef redenen waarom de evaluatie niet is uitgevoerd. Zo ja, met
welk resultaat? Bij onvoldoende resultaat (antibioticagebruik niet onder het actieniveau),
wordt er over een volgende periode wel verwacht dat de gewenste reductie wordt behaald?
Zo niet, welke aanvullende verbeterpunten worden geformuleerd?