Beschrijving
Deze richtlijn ziet op een aantal delicten betreffende het ongeoorloofd (doen) besturen
van een motorrijtuig. Onder deze richtlijn vallen het rijden tijdens een ontzegging
van de rijbevoegdheid (OBM), na een (gedeeltelijke) ongeldigverklaring, na een van
rechtswege ongeldigheid op grond van artikel 123b WVW 1994, na een vordering tot overgifte, alsmede na een invordering of inhouding van het
rijbewijs.
Aard van de richtlijn
Verkeer
Basisdelicten
-
− Motorrijtuig waarvoor bezit rijbewijs niet is vereist (doen) besturen tijdens ontzegging
rijbevoegdheid.
-
− Motorrijtuig waarvoor bezit rijbewijs is vereist (doen) besturen tijdens ontzegging
rijbevoegdheid.
-
− Motorrijtuig (doen) besturen in geval van (gedeeltelijk) ongeldig verklaard rijbewijs.
-
− Motorrijtuig (doen) besturen na vordering tot overgifte en/of invordering en/of inhouding
van het rijbewijs.
-
− Motorrijtuig (doen) besturen in geval van een op grond van artikel 123b WVW 1994 van rechtswege ongeldig geworden rijbewijs.
Wettekst
Toelichting: het volgende basisdelict is toegevoegd aan de richtlijn.
Basisdelict motorrijtuig (doen) besturen in geval van een op grond van artikel 123b
WVW 1994 van rechtswege ongeldig geworden rijbewijs 5.15.05
Beschrijving
Dit basisdelict ziet op het (doen) besturen van een motorrijtuig in geval van een
op grond van artikel 123b WVW 1994 van rechtswege ongeldig geworden rijbewijs
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
31 punten
Strafbeschikking
Indien van toepassing afhankelijk van beleid van het parket
Basisfactoren
Geen
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Mate van recidive (5 jaar)
– Geen recidive
|
+0 %
|
– 1 maal
|
+10 %
|
– Meermalen
|
+20 % +dagvaarden
|
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Bijzonderheden
Geen
Toelichting: de volgende regeling is toegevoegd aan de richtlijn.
Regeling negeren beslissing 4.01.05
Beschrijving
Deze regeling heeft betrekking op het negeren van een beslissing. Doel van die beslissing
was het voorkomen dat de verdachte een bepaalde handeling zou verrichten. Een voorbeeld
betreft de bestuurder die een motorrijtuig bestuurt, terwijl hem of haar de rijbevoegdheid
(tijdelijk) is ontnomen door de rechter (OBM), het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
(ongeldigverklaring), de politie (vordering tot overgifte / invordering) en/of de
officier van justitie (inhouding / OBM). De regeling is ook van toepassing op de bestuurder
van een motorrijtuig, indien het rijbewijs van rechtswege zijn geldigheid heeft verloren
op grond van artikel 123b WVW 1994. Een ander voorbeeld betreft de ontzegging van de bevoegdheid tot het vliegen of
de bevoegdheid tot het geven van luchtverkeersleiding (OBV).
Gezien de ernst van dergelijke normschendingen die worden gepleegd terwijl het bevoegd
gezag een specifieke beslissing aan het adres van de verdachte heeft kenbaar gemaakt,
is een enkele geldstraf geen passende reactie meer. Toch is, afgemeten naar het gepleegde
feit, ook een volledige omrekening naar onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend.
Dientengevolge worden de sanctiepunten gedeeltelijk omgerekend naar onvoorwaardelijke
gevangenisstraf, gedeeltelijk naar geldboete.
Uitwerking
De sanctiepunten dienen, indien deze regeling van toepassing is, op de volgende wijze
naar sanctie(s) te worden omgerekend:
Factoren
Geen
Zie basisdelicten
-
− motorrijtuig waarvoor bezit rijbewijs is vereist (doen) besturen tijdens ontzegging
rijbevoegdheid.
-
− motorrijtuig (doen) besturen in geval van (gedeeltelijk) ongeldig verklaard rijbewijs.
-
− motorrijtuig (doen) besturen na vordering tot overgifte en/of invordering en/of inhouding
van het rijbewijs.
-
− motorrijtuig (doen) besturen in geval van een op grond van artikel 123b WVW 1994 van rechtswege ongeldig geworden rijbewijs.