Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse [...] prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 08-05-2011 t/m 31-12-2014

Besluit van het bestuur van het Productschap Vee en Vlees van 8 december 2010 tot vaststelling van het model van het formulier en de gegevens ten behoeve van de verplichte jaarlijkse rapportage en de vijfjaarlijkse aanvraag tot verlenging van de erkenning voor het bijhouden of instellen van één of meer stamboeken voor runderen en buffels, varkens, schapen en geiten en paardachtigen, de (reglementering en) uitvoering van prestatieonderzoek voor runderen en buffels, varkens en schapen en geiten en de (reglementering en) uitvoering van fokwaardeschatting voor runderen en buffels, varkens, schapen en geiten, een en ander uit hoofde van de Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010 (Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Als model van het formulier voor de jaarlijkse rapportage dan wel de vijfjaarlijkse aanvraag tot verlenging van een erkenning voor het bijhouden of instellen van één of meer stamboeken, het reglementeren en uitvoeren of alleen uitvoeren van prestatieonderzoek en het reglementeren en uitvoeren of alleen het uitvoeren van fokwaardeschatting, als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de verordening, geldt:

  • a. voor runderen en buffels: het model zoals opgenomen in bijlage I;

  • b. voor varkens: het model zoals opgenomen in bijlage II;

  • c. voor schapen en geiten: het model zoals opgenomen in bijlage III;

  • d. voor paardachtigen: het model zoals opgenomen in bijlage IV.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010.

  • 2 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschattingen (PVV) 2010 in werking treedt.

Zoetermeer, 8 december 2010

S.W.A. Lak

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Bijlage I. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248854.png
Bijlage 248855.png
Bijlage 248856.png
Bijlage 248857.png

TOELICHTING FORMULIER 1A - RUNDEREN EN BUFFELS

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor runderen en buffels

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het formulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Organisatie

Beschrijving 1

Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt. De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 3

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 4

Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 5

Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 6

Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)

Fokdoel

Beschrijving 7

Erfelijke gebreken kunnen door de wijze van reproductie in de rundveehouderij grote invloed hebben op een populatie. Het is van belang dat er een systeem is om erfelijke gebreken in een vroeg stadium te signaleren en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden. Gevraagd wordt naar de resultaten inclusief de handelswijze in het geval gebreken zijn geconstateerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)

Beschrijving 8

Aantal keuringen in het afgelopen boek- of kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Registratie

Beschrijving 9

Rapportage van het aantal controles dat is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Indien de afstamming van een of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)

Beschrijving 10

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld afstammingscertificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze worden vermeld. Een kopie van het certificaat moet eenmaal per vijf jaar verstrekt worden. (Voorgenomen) Wijzigingen in het certificaat moeten wel zoals bij beschrijving 7 is aangegeven, elk jaar worden gemeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)

Populatie

Beschrijving 11

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat geschikt is voor de fokkerij. Gevraagd wordt naar de voor de fokkerij actieve/goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dieren die te oud of overleden zijn, horen hier dus niet bij.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 12

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar stier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 13

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie. In het geval minder dan 15 goedgekeurde stieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar stier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 14

In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie. Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke dieren is een verklaring gewenst.

Deze informatie wordt een keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 15

In de rapportage wordt gevraagd naar een globale schatting van het aantal geïmporteerde dieren in de afgelopen vijf jaar. De informatie over import geeft inzicht over de mogelijkheden van een organisatie om inteelt te vermijden. Deze informatie wordt een keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 16

Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor runderen en buffels is het met een populatie van 7.500 vrouwelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet. Gevraagd wordt naar de jaarlijkse inteelttoename in de afgelopen vijf jaar.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Bijlage 248858.png
Bijlage 248859.png

TOELICHTING FORMULIER 1B - RUNDEREN EN BUFFELS

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij runderen en buffels

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1C ook in te vullen. Dit geldt niet als de rapportage of de verlengingsaanvraag betrekking heeft op erkenning voor reglementering (en uitvoering)

Organisatie

Beschrijving 1

Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt. De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.

(Bijlage I van de verordening, onder A)

Beschrijving 2

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onder B en C)

Beschrijving 3

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 4

Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 5

Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 6

Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)

Prestatieonderzoek

Beschrijving 7

Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieur, vleesproductie of voortplanting, wordt gevraagd om te rapporteren over het proces.

Dit bevat onder andere het aantal verzamelde gegevens, de representativiteit van de dieren en gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens de bewerking van de verzamelde prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Beschrijving 8

Eenmaal in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten van het prestatieonderzoek. Het is niet nodig dat alle resultaten beschikbaar worden gesteld aan het productschap. Inzicht in hoe de resultaten worden vastgelegd en verwerkt is voldoende. In overleg met de organisatie wordt besloten op welke manier dit het beste gerealiseerd kan worden.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Kwaliteit

Beschrijving 9

De resultaten van de kwaliteitscontrole op het prestatieonderzoek.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Bijlage 248860.png
Bijlage 248861.png

TOELICHTING FORMULIER 1C - RUNDEREN EN BUFFELS

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van runderen en buffels

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1B ook in te vullen. Dit geldt niet als de aanvraag betrekking heeft op erkenning voor reglementering (en uitvoering)

Organisatie

Beschrijving 1

Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt. De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld (nieuws)brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 3

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 4

Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 5

Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 6

Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft is afstemming met het productschap gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)

Fokwaardeschatting

Beschrijving 7

Gevraagd wordt naar een statistische beschrijving van de resultaten van de fokwaardeschatting, voor zover mogelijk in aansluiting op het prestatieonderzoek.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)

Beschrijving 8

Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting wordt gepubliceerd. Hier wordt een voorbeeld gevraagd van de publicatie en eventueel resultaten van de borging van deze publicatie.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, J, M en N)

Beschrijving 9

Eén keer in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten. Het is niet de bedoeling dat alle resultaten beschikbaar komen voor het productschap. Inzicht in de wijze waarop de resultaten worden vastgelegd en worden verwerkt, is voldoende.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, J en M)

Kwaliteit

Beschrijving 10

De resultaten van de kwaliteitscontrole op de fokwaardeschatting.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B, J en N)

Bijlage II. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248862.png
Bijlage 248863.png
Bijlage 248864.png
Bijlage 248865.png

TOELICHTING FORMULIER 1A - VARKENS

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor varkens

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Organisatie

Beschrijving 1

In de statuten van een organisatie moet een bepaling zijn opgenomen waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers of afnemers niet mag worden gediscrimineerd.

Om inzicht te krijgen in of deze bepaling in de praktijk ook daadwerkelijk wordt gehanteerd, wordt bij dit punt gevraagd om, indien aanwezig, één of meerdere voorbeelden van klachten te geven en een beschrijving van hoe deze zijn afgehandeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie/fokkerijgroepering en de fokkers/afnemers. Bijvoorbeeld (nieuws) brieven naar fokkers of een verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 3

Inzicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de financiële mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 4

Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 5

Bij de vraag naar de omvang van de organisatie kan het aantal bedrijven dat betrokken is bij de topfokkerij en het marktaandeel in de verkoop van sperma inzicht geven in de grootte van de organisatie. Het gaat hierbij om de omvang van de fokkerijactiviteiten in Nederland. Als er sprake is van een verwevenheid met activiteiten in andere lidstaten of buiten Europa, dan is rapportage over de totale activiteiten en de samenhang met de Nederlandse activiteiten van belang. Deze informatie geeft eveneens inzicht in het al dan niet doeltreffende functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 6

Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen aan de erkenningsvoorwaarden. Deze vormen onderdeel van de jaarlijkse rapportage en de vijfjaarlijkse aanvraag tot verlenging. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)

Fokdoel

Beschrijving 7

Erfelijke gebreken binnen een populatie kunnen, als ze niet tijdig worden gesignaleerd, verder verspreid worden. Het is daarom van belang dat er een systeem is dat erfelijke gebreken in een vroeg stadium signaleert en dat hierover gecommuniceerd wordt, zodat ze niet verder verspreid worden. Gevraagd wordt naar de resultaten van de monitoring en de wijze waarop met de resultaten daarvan omgegaan wordt.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)

Registratie

Beschrijving 8

Rapportage van het aantal controles dat is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Indien de afstamming van één of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel T)

Beschrijving 9

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld afstammingscertificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren, op de voorgeschreven wijze worden vermeld. Een kopie van het certificaat moet eenmaal in de vijf jaar verstrekt worden. (Voorgenomen) wijzigingen in het certificaat moeten wel, zoals bij punt 7 is aangegeven, elk jaar gemeld worden.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)

Populatie

Beschrijving 10

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren dat het afgelopen boek- of kalenderjaar actief is ingezet voor de fokkerij (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dieren die te oud zijn of overleden zijn, horen hier dus niet bij.

In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 11

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties in het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 12

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren in het laatste volledige boek- of kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 13

In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie. Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke dieren is een verklaring gewenst.

In principe gaat het hierbij om de dieren die de organisatie in Nederland onder controle heeft. Als er echter sprake is van samenhang tussen de Nederlandse populaties en populaties in andere EU lidstaten of daarbuiten, is ook inzicht in deze gegevens gewenst.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 14

De informatie over import geeft extra inzicht in de mogelijkheden van een organisatie om inteelt te vermijden. Het gaat hier om import van dieren uit andere lidstaten en uit landen buiten de EU (zie ook vorige vragen).

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 15

Voor het behoud van een gezonde populatie, is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden.

Indien een organisatie ook varkens in andere lidstaten en in landen buiten de EU heeft, die effectief bijdragen aan de fokkerij in Nederland en de organisatie dit ook kan aantonen, mogen deze bij de totale populatie gerekend worden.

Voor varkens is het met een populatie van 15.000 vrouwelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet-verwante mannelijke dieren worden ingezet.

Gevraagd wordt naar een signaleringssysteem met betrekking tot erfelijke gebreken en de beschrijving van de methode ter voorkoming van een inteeltpercentage van meer dan 1% per generatie. Eventueel aangeven wat de jaarlijkse inteelttoename in de afgelopen vijf jaar is. Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Bijlage 248866.png

TOELICHTING FORMULIER 1B - VARKENS

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij varkens

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Prestatieonderzoek

Beschrijving 1

Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieur, vleesproductie of voortplanting, wordt gevraagd om te rapporteren over het proces.

Gevraagd wordt een beschrijving te geven van onder andere het aantal verzamelde gegevens, de representativiteit van de dieren, de gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens de bewerking van de verzamelde prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting bij dit punt is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Beschrijving 2

Gevraagd wordt een beschrijving te geven van onder andere het aantal verzamelde gegevens, de representativiteit van de dieren, de gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens de bewerking van de verzamelde prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting bij dit punt is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Kwaliteit

Beschrijving 3

De resultaten van de kwaliteitscontrole op het prestatieonderzoek.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, J, M, N, O en P)

Bijlage 248867.png

TOELICHTING FORMULIER 1C - VARKENS

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van varkens

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u hel FORMULIER 1A en het FORMULIER 1B ook in te vullen.

Fokwaardeschatting

Beschrijving 1

Gevraagd wordt naar een statistische beschrijving van de resultaten van de fokwaardeschatting, voor zover mogelijk in aansluiting op het prestatieonderzoek.

Bij het berekenen van de fokwaardeschatting wordt onder andere gekeken naar de samenhang (correlatie) tussen de verschillende kenmerken en naar de trend over generaties. Dit soort kenmerken wordt bedoeld.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, D, E en P)

Beschrijving 2

Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting wordt gepubliceerd. Hier wordt een voorbeeld gevraagd van de publicatie en eventuele resultaten van de borging van deze publicatie.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A en P)

Beschrijving 3

Eén keer in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten. Het is niet de bedoeling dat alle resultaten beschikbaar komen voor het productschap. Inzicht in de wijze waarop de resultaten worden vastgelegd en worden verwerkt, is voldoende.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C, D, E en P)

Kwaliteit

Beschrijving 4

De resultaten van de kwaliteitscontrole op de fokwaardeschatting.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B en P)

Bijlage III. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248868.png
Bijlage 248869.png
Bijlage 248870.png
Bijlage 248871.png

TOELICHTING FORMULIER 1A - SCHAPEN EN GEITEN

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor schapen en geiten

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gewaagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1B en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Organisatie

Beschrijving 1

Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt. De klachtafhandeling kan hier een beeld van geven.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A)

Beschrijving 2

Meest recente berichtgeving waaruit blijkt dat er overleg is tussen de fokkerijorganisatie en de fokkers. Bijvoorbeeld het verslag van de algemene ledenvergadering of het verenigingsblad. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B en C)

Beschrijving 3

Inlicht in de financiële draagkracht. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 4

Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 5

Vermelding van het huidige aantal leden, op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Fokdoel

Beschrijving 6

Eventuele wijzigingen in de protocollen van de erkende organisatie moeten voldoen aan de erkenningscriteria. Deze vormen onderdeel van de rapportage. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel A en verder)

Beschrijving 7

Aantal keuringen in het afgelopen boek-/kalenderjaar en de resultaten daarvan verwerkt in een overzicht, verslag of artikel ten behoeve van de leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Registratie

Beschrijving 8

Erfelijke gebreken kunnen binnen een populatie onbewust verder verspreid worden. Het is van belang dat er een systeem is om erfelijke gebreken in een vroeg stadium te ontdekken en te publiceren, zodat ze niet verder verspreid worden. Gevraagd wordt naar de resultaten.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en E)

Beschrijving 9

Rapportage van het aantal controles dat is uitgevoerd en de resultaten daarvan. Indien de stamboom van één of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel H)

Populatie

Beschrijving 10

Kopie van een afstammingscertificaat. Aan de hand van dit voorbeeld certificaat wordt beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven voor dieren, sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze wordt uitgevoerd. Een kopie van het certificaat moet eenmaal per vijf jaar getoond worden. Wijzigingen in het certificaat moeten wel zoals bij beschrijving 7 is aangegeven, elk jaar worden gemeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel R)

Beschrijving 11

Overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren geschikt voor de fokkerij. Gevraagd wordt naar de voor de fokkerij actieve/goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren (eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie). Dat wil zeggen naar dieren die gebruikt worden voor het fokken van lammeren. Dieren die te oud zijn om mee te fokken of overleden zijn, horen hier dus niet bij.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 12

Overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige boek-/kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 13

Overzicht van het totaal aantal geboorten van mannelijke en vrouwelijke dieren van het laatste volledige boek-/kalenderjaar, eventueel onderverdeeld per ras, register of sectie.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 14

In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie. Dat wil zeggen naar dieren die gebruikt worden voor het fokken van lammeren. Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke dieren is een verklaring gewenst.

Deze informatie wordt eenmaal in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 15

De informatie over import geeft extra inzicht over de mogelijkheden van een organisatie om inteelt te vermijden.

Deze informatie wordt eenmaal in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 16

Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval zo laag mogelijk te houden. Voor schapen en geiten is het met een populatie van 10.000 vrouwelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet.

Een organisatie in Nederland heeft te maken met de fokkerij in Nederland. In deze formulieren wordt dan ook gevraagd naar de omvang van de Nederlandse populatie. Wel is het mogelijk om in de aanpak van het mijden van inteelt ook import als factor mee te nemen. In dat geval dient u bij de rapportage ook aan te geven hoeveel dieren worden geïmporteerd en uit welk landen deze dieren afkomstig zijn.

Deze informatie wordt eenmaal in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Bijlage 248873.png

TOELICHTING FORMULIER 1B - SCHAPEN EN GEITEN

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het uitvoeren van prestatieonderzoek bij schapen en geiten

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1C ook in te vullen.

Prestatieonderzoek

Beschrijving 1

Prestatieonderzoek kan zich richten op verschillende kenmerken en is afhankelijk van het fokdoel. Voor elk kenmerk waar onderzoek naar gedaan wordt, bijvoorbeeld exterieuronderzoek, vleesproductie of voortplanting, wordt gevraagd om te rapporteren over het proces.

Dit bevat onder andere het aantal verzamelde gegevens, de representativiteit van de dieren en gemeten kenmerken en eventuele problemen tijdens de bewerking van de verzamelde prestatiegegevens. Een uitgebreidere toelichting is beschreven in Bijlage II van de Verordening.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel C en K)

Beschrijving 2

Eenmaal in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten van het prestatieonderzoek. Het is niet nodig dat alle resultaten beschikbaar worden gesteld aan het productschap, Inzicht in hoe de resultaten worden vastgelegd en verwerkt is voldoende. In overleg met de organisatie wordt besloten op welke manier dit het beste gerealiseerd kan worden.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel A, D, L, M, N, O en P)

Kwaliteit

Beschrijving 3

De resultaten van de kwaliteitscontrole op het prestatieonderzoek.

(Bijlage II van de verordening, onderdeel B)

Bijlage 248874.png

TOELICHTING FORMULIER 1C - SCHAPEN EN GEITEN

Toelichting bij het rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het uitvoeren van fokwaardeschatting van schapen en geiten

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

  • indien u de rapportage dan wel aanvraag tot verlenging van de erkenning ook betrekking heeft op prestatieonderzoek en fokwaardeschatting dient u het FORMULIER 1A en het FORMULIER 1B ook in te vullen.

Fokwaardeschatting

Beschrijving 1

Gevraagd wordt naar statistische beschrijving van de resultaten van de fokwaardeschatting, voor zover mogelijk in aansluiting op het prestatieonderzoek.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel F en O)

Beschrijving 2

Het is aan de erkende organisatie om te bepalen op welke wijze de fokwaardeschatting wordt gepubliceerd. Hier wordt een voorbeeld gevraagd van de publicatie en eventuele resultaten van de borging van deze publicatie.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A, C en R)

Beschrijving 3

Eén keer in de vijf jaar wordt gevraagd naar de resultaten. Het is niet de bedoeling dat alle resultaten beschikbaar komen voor het productschap. Inzicht In de wijze waarop de resultaten worden vastgelegd en worden verwerkt, is voldoende.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel A en R)

Kwaliteit

Beschrijving 4

De resultaten van de kwaliteitscontrole op de fokwaardeschatting.

(Bijlage III van de verordening, onderdeel B en R)

Bijlage IV. bij het Besluit tot vaststelling formulieren en gegevens jaarlijkse rapportage en vijfjaarlijkse verlengingsaanvraag erkenning voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage 248875.png
Bijlage 248876.png
Bijlage 248877.png
Bijlage 248878.png

TOELICHTING FORMULIER 1 - PAARDACHTIGEN

Toelichting bij hel rapportageformulier en aanvraagformulier voor verlenging van de erkenning voor het bijhouden van één of meerdere stamboeken of registers voor paardachtigen

Opmerkingen:

  • dit is een toelichting op de onderdelen van het aanvraagformulier

  • de cursief gedrukte vermelding zoals ‘Bijlage I van de verordening, onderdeel A’ onder elk stukje toelichting verwijst naar de erkenningsvoorwaarde(n) waarop de gevraagde informatie betrekking heeft. Dit dient uitsluitend ter nadere informatie. Voor het juist invullen van het aanvraagformulier is het dus niet nodig de verordening te raadplegen.

Organisatie

Beschrijving 1

Rapportage discriminatiebeding (zijn er klachten geweest, hoeveel, hoe bent u daar mee omgegaan). Een fokkerijorganisatie moet aantonen dat elke fokker met dieren die daarvoor in aanmerking komen, de mogelijkheid heeft zich aan te sluiten en dat de organisatie niet de ene fokker ten opzichte van de andere fokker benadeelt of bevoordeelt. De klachtafhandeling kan hiervan een beeld geven.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Beschrijving 2

Meest recente verslag van de algemene ledenvergadering of ander document dat inzicht geeft in communicatie tussen bestuur en leden. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 3

Inzicht in de financiële draagkracht. Door middel van een goedgekeurd financieel jaarverslag of overzicht van de stamboekactiviteiten en begroting wordt inzicht verkregen in de financiële draagkracht van de organisatie. Deze informatie wordt gebruikt om het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid tot het uitvoeren van controles op de afstamming te beoordelen.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C en D)

Beschrijving 4

Het jaarverslag met een beschrijving van de activiteiten van de organisatie geeft inzicht in het doeltreffend functioneren van de organisatie.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Beschrijving 5

Vermelding van het aantal leden op het moment van dagtekening van dit formulier. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht in de organisatie te verkrijgen met betrekking tot het doeltreffend functioneren en de mogelijkheid om het fokdoel te bereiken.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, en D en Y)

Beschrijving 6

Kopie van de eventuele briefwisseling met het stamboek van origine. In het geval een zogeheten moederstamboek is erkend, moet worden aangetoond dat aan de daarvoor aangegeven beginselen is voldaan. Deze correspondentie hoeft alleen aangeleverd te worden als deze een relatie heeft met de beginselen of van invloed is op veranderingen in beleid, regels van het stamboek of de relatie met het stamboek van origine.

Dit kan door een kopie van de briefwisseling tussen de organisatie die rapporteert/verlenging aanvraagt en het reeds erkende moederstamboek. Hieruit moet blijken dat de omschrijving van het ras, de wijze van het opvragen van gegevens van de voorouders bij andere stamboeken, de stamboekindeling en de registratie van de afstamming in het stamboek gelijk is.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel Z)

Beschrijving 7

Bij wijzigingen in de statuten een nieuw gewaarmerkt afschrift van de statuten bijvoegen. Bij overige wijzigingen in de reglementen of voorschriften een kopie van de betreffende stukken met wijziging bijvoegen. Indien het wezenlijke veranderingen ten aanzien van de fokkerij betreft, is afstemming met het productschap gewenst.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel B)

Fokdoel

Beschrijving 8

Resultaten van het signaleringssysteem voor erfelijke gebreken inclusief handelwijze in het geval gebreken zijn geconstateerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 9

Rapportage van het aantal inspecteurs, het aantal inspecties per inspecteur, de wijze van bewaking kwaliteit van inspecties en de kwaliteitseisen aan de inspecteurs en scholing/controle.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C, F en K)

Beschrijving 10

In het geval bruikbaarheidsonderzoek en/of afstammelingenonderzoek wordt Uitgevoerd: een beschrijving van de werkwijze. De beschrijving van de werkwijze omvat ten minste een beschrijving van welke gegevens verzameld worden, hoe dit wordt gedaan en welke controle hierop wordt uitgevoerd.

(Bijlage I van de verordening, onderdelen F, K en N)

Beschrijving 11

In het geval fokwaardeschattingen worden gedaan: een beschrijving van de werkwijze, waarbij ten minste de fokwaarden die geschat worden, zijn omschreven, hoe deze zijn geschat en op welke wijze de resultaten beschikbaar worden gesteld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel K en O)

Beschrijving 12

In het geval fokwaardeschattingen worden gedaan: een beschrijving van de werkwijze, waarbij ten minste de fokwaarden die geschat worden, zijn omschreven, hoe deze zijn geschat en op welke wijze de resultaten beschikbaar worden gesteld.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel C)

Registratie

Beschrijving 13

Beschrijving van systeem voor registratie van afstamming en controle. Een beschrijving van de stappen die worden doorlopen wanneer een dier geregistreerd wordt. Het gaat hierbij om veulens, maar ook om volwassen dieren die van het ene stamboek overgeschreven worden in een ander stamboek.

De afstammingscontrole wordt uitgevoerd door een aselecte steekproef van minimaal 1 op de 2000 in dat jaar geboren veulens te controleren. Deze steekproef heeft een minimum van 5 in dat jaar geboren veulens. Daarnaast moet van alle in dat jaar goedgekeurde hengsten de afstamming worden gecontroleerd, Dieren die voor KI worden ingezet moeten allemaal op raszuiverheid getoetst worden met behulp van DNA/bloedonderzoek.

Indien de stamboom van een of meer gecontroleerde dieren niet kan kloppen op basis van het DNA-onderzoek, aangeven wat de reden is en hoe dit is afgehandeld.

(Bijlage I van de verordening, onderdelen D en I)

Beschrijving 14

Kopie afstammingscertificaat. Eenmaal per vijf jaar wordt aan de hand van dit voorbeeld certificaat beoordeeld of de afstammingsgegevens die door de organisatie worden afgegeven Voor sperma, eicellen en embryo's van ingeschreven dieren op de voorgeschreven wijze wordt uitgevoerd. Wanneer tussentijds wijzigingen worden aangebracht dient dit onmiddellijk doorgegeven te worden.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel CC)

Populatie

Beschrijving 15

Een overzicht van het totaal aantal ingeschreven dieren uitgesplitst naar goedgekeurde mannelijke en vrouwelijke dieren vanaf 3 jaar op het moment van dagtekening. De maximale vruchtbare leeftijd van merries is op 25 jaar gesteld, voor hengsten geldt 30 jaar.

In het overzicht dient onderscheid gemaakt te worden naar hoofdboek, sectie/register/ bijboek.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 16

Een overzicht van de nieuw goedgekeurde hengsten en ingeschreven merries vanaf 3 jaar per sectie in het afgelopen kalenderjaar. Er moet onderscheid gemaakt worden naar hoofdboek, secties/registers of bijboeken en eventueel ruinen (indien van toepassing).

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 17

Een overzicht van het totaal aantal dekkingen en/of inseminaties van het laatste volledige kalenderjaar, met onderscheid naar hoofdboek, secties/registers of bijboeken.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de dekkingen uitgesplitst te worden weergegeven naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 18

Een overzicht van het aantal nieuw ingeschreven veulens, mannelijke en vrouwelijke dieren van het laatste volledige kalenderjaar.

In het geval minder dan 15 goedgekeurde vaderdieren aan de voortplanting hebben deelgenomen, dienen de geboorten uitgesplitst te worden naar vaderdier.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 19

Een uitleg over verschil tussen aantal vrouwelijke dieren en het aantal dekkingen (indien aanwezig). In de rapportage wordt gevraagd naar het aantal dieren in de actieve fokpopulatie. Als er een verschil is in het aantal dekkingen of geboorten en het aantal vrouwelijke dieren is een verklaring gewenst.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 20

Het aantal geïmporteerde dieren de afgelopen 5 jaar, met onderscheid naar hoofdboek, secties/registers of bijboeken. De informatie over import geeft extra inzicht over de mogelijkheden van een organisatie om inteelt te vermijden.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Beschrijving 21

Beschrijving van de inteeltbewaking. Ten behoeve van het behoud van een gezonde populatie is het belangrijk om ongeacht het fokdoel inteelt te mijden of in ieder geval 20 laag mogelijk te houden. Voor paarden is het met een populatie van 5.000 vrouwelijke dieren en een voldoende aantal mannelijke dieren in principe goed mogelijk om een inteeltpercentage van minder dan 1% per generatie te realiseren. Overigens onder de voorwaarde dat er voldoende niet verwante mannelijke dieren worden ingezet. Gevraagd wordt naar de jaarlijkse inteelttoename in de afgelopen vijf jaar.

Deze informatie wordt één keer in de vijf jaar gevraagd.

(Bijlage I van de verordening, onderdeel E)

Naar boven