Regeling bijzondere projecten Fonds voor Cultuurparticipatie

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 15-03-2011 t/m heden

Regeling bijzondere projecten Fonds voor Cultuurparticipatie

De Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

Gelet op artikel 10, vierde lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 maart 2011;

Besluit tot vaststelling van onderstaande regeling:

Hoofdstuk II. Doel

Artikel 2

Ingevolge de doelstelling van de stichting, volgens de bepalingen, vastgesteld in dit reglement, kan het bestuur projecten initiëren om activiteiten te bevorderen die van belang zijn voor de kwaliteit en de betekenis van cultuurparticipatie op het gebied van de amateurkunst, volkscultuur en erfgoed alsook op het gebied van cultuureducatie in Nederland dan wel de totstandkoming van dergelijke projecten stimuleren. Het gaat hierbij om bijzondere projecten die het subsidie-instrumentarium van het Fonds voor Cultuurparticipatie aanvullen c.q. versterken. Het bestuur kan hiertoe disciplines of aandachtsgebieden aanwijzen die een bijzondere stimulering behoeven.

Hoofdstuk III. Bijzondere projecten

Artikel 3. Stimuleren aandachtsgebieden

  • 1 Ingevolge de doelstelling van artikel 2 kan het bestuur een specifieke discipline of aandachtsgebied aanwijzen om het beleid op dat gebied tijdelijk te intensiveren gedurende een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 2 Het bestuur kan hiertoe een tijdelijke regeling vaststellen, al dan niet in samenwerking met derden, die als deelregeling van onderhavige regeling geldt.

  • 3 De beoordeling van de projectaanvragen kan onder meer plaatsvinden door een adviescommissie of een intendant. Indien gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie is het bepaalde hierover in het Algemeen Reglement en het Huishoudelijk Reglement van overeenkomstige toepassing.

  • 4 In de beschikking waarmee de stimuleringssubsidie verstrekt wordt, wordt in ieder geval het doel van de subsidie, de hoogte en de wijze van subsidiering en de afrekening van de subsidie vastgesteld overeenkomstig het bepaalde hierover in het Algemeen Reglement.

Artikel 4. Intendant

  • 1 De intendant werkt aan de hand van een programmadocument, dat door het bestuur is goedgekeurd.

  • 2 De intendant kan binnen de marges van een door het bestuur genoemd budget en van tevoren vastgestelde uitgangspunten en verantwoordingsverplichtingen suggesties doen voor te honoreren projecten.

  • 3 De intendant kan worden geadviseerd en aangestuurd door een daartoe in te stellen stuurgroep waarin deskundigen op het desbetreffende gebied zitting hebben.

  • 4 De intendant valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur dat uiteindelijk de beslissing neemt over het al dan niet honoreren.

Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen

Artikel 5

Indien gebruik wordt gemaakt van een subsidie van het fonds kunnen geen financiële middelen op basis van deze regeling worden verstrekt, die, naar het oordeel van het bestuur, in dezelfde dekking van kosten voorzien.

Artikel 6

Financiële middelen op grond van deze regeling kunnen slechts worden verstrekt voor zover de daartoe bestemde middelen toereikend zijn.

Artikel 7

Aan de verstrekking van financiële middelen op grond van deze regeling kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking tot toekomstige verstrekking van financiële middelen uit deze of enig andere regeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

namens deze:

J.J.K. Knol

Naar boven