Bekostigingsbesluit WVO BES

[Regeling vervallen per 01-08-2022.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-10-2021 t/m 31-07-2022

Besluit van 3 februari 2011, houdende vaststelling van voorschriften inzake de bekostiging van het voortgezet onderwijs BES (Bekostigingsbesluit WVO BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 september 2010, nr. WJZ/236436 (3838), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 62, 64, 65, 168, 171, 187, 188, 190 en 209 van de Wet voortgezet onderwijs BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 oktober 2010, no. W05.10.0456/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 januari 2011, nr. WJZ 256314 (3838), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Titel 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Opheffing van een school

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Het bevoegd gezag doet binnen twee weken na een besluit tot opheffing van de school daarvan mededeling aan Onze Minister, de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, en indien het een bijzondere school betreft, eveneens aan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waarin de school is gelegen.

Titel 2. Leerlingenadministratie en leerlingentelling

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Paragraaf 1. Leerlingenadministratie

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 3. Inhoud van de leerlingenadministratie

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school draagt er zorg voor dat een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerlingen op de school beschikbaar is, alsmede van de gegevens van de leerlingen en hun ouders die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de bekostiging.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de wijze waarop de leerlingenadministratie wordt ingericht.

Artikel 4. Inschrijving

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 De directeur of rector van een school schrijft een leerling slechts in na overlegging van:

    • a. een bewijs van uitschrijving van de leerling van een andere school of een school voor ander onderwijs, welk bewijs op het moment van inschrijving niet ouder is dan zes maanden,

    • b. een schriftelijke verklaring van de ouders van de leerling, of van de leerling die meerderjarig en handelingsbekwaam is, dat de leerling binnen een periode van zes maanden voorafgaand aan de inschrijving niet eerder op een andere school, een school voor ander onderwijs of een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet BES was ingeschreven, of

    • c. een schriftelijke verklaring van de ouders van de leerling, of van de leerling die meerderjarig en handelingsbekwaam is, dat de leerling voorafgaand aan de inschrijving op een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet BES was ingeschreven en dat deze leerling daar is uitgeschreven.

  • 2 Het bewijs van uitschrijving dan wel de verklaring, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, wordt bewaard in de administratie van de school.

  • 3 De directeur of rector doet in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dan wel in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, indien hem respectievelijk haar bekend is op welke andere school, school voor ander onderwijs of instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet BES de leerling was ingeschreven buiten de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde periode, dan wel in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, indien hem respectievelijk haar bekend is op welke instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet BES de leerling was ingeschreven, onder vermelding van de datum van inschrijving op zijn respectievelijk haar school, binnen één week schriftelijk mededeling van de inschrijving aan de directeur of rector directie van de school, de school voor ander onderwijs of de instelling, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet BES, waarop de leerling voordien was ingeschreven.

  • 4 De directeur of rector schrijft de leerling in met ingang van de dag waarop de leerling de school voor het eerst bezoekt.

  • 5 In afwijking van het vierde lid, schrijft de directeur of rector de leerling die de school voor het eerst bezoekt op de eerste schooldag van het schooljaar, in met ingang van 1 augustus van dat schooljaar.

Artikel 5. Uitschrijving

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 De directeur of rector van een school waarop de leerling staat ingeschreven, schrijft de leerling, indien deze de school verlaat, uit met ingang van de dag volgende op de dag waarop de leerling de school voor het laatst heeft bezocht en verstrekt de leerling een bewijs van uitschrijving.

  • 2 Indien de directeur of rector van een school waarop de leerling stond ingeschreven, binnen vier weken na de dag waarop de leerling de school voor het laatst heeft bezocht een mededeling ontvangt van de directeur of rector van een school of een school voor ander onderwijs, van de inschrijving van de leerling op laatstbedoelde scholen, wijzigt de directeur of rector de datum van uitschrijving, bedoeld in het eerste lid, alsnog in de datum van de dag voorafgaande aan de dag van inschrijving op de andere school of de school voor ander onderwijs.

Artikel 6. Bewaren van de gegevens

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

De gegevens die in de leerlingenadministratie zijn opgenomen, blijven daarvan in ieder geval deel uitmaken gedurende 5 jaar nadat de desbetreffende leerling van de school is uitgeschreven.

Paragraaf 2. Leerlingentelling

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 7. Leerlingentelling

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens de wet worden, onverminderd artikel 5, 7a en 14, vierde lid, de leerlingen meegeteld die:

    • a. op de teldatum als werkelijk schoolgaand staan ingeschreven; of

    • b. op de teldatum in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen tijdelijk buiten de school waar zij staan ingeschreven zijn geplaatst.

  • 2 Een leerling telt voor één school mee voor de bekostiging.

Artikel 7a. Leerlingen die niet worden meegeteld

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Voor het bepalen van de hoogte van de bekostiging worden niet meegeteld:

    • a. leerlingen die vanaf het begin van het schooljaar tot de teldatum meer dan de helft van het aantal schooldagen zonder geldige reden hebben verzuimd; en

    • b. leerlingen die deelnemen aan het onderwijs in het kader van contractactiviteiten als bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de wet.

  • 2 Als geldige reden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor verzuim wordt aangemerkt:

    • a. ten aanzien van een leerplichtige leerling: een vrijstelling van geregeld schoolbezoek als bedoeld in de Leerplichtwet BES; of

    • b. ten aanzien van een niet-leerplichtige leerling: dezelfde gronden als die welke leiden tot vrijstelling van geregeld schoolbezoek als bedoeld in onderdeel a.

Artikel 8. Leerlingen binnen samenwerkingsovereenkomst VO-BVE

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Hoofdstuk 2. Vaststelling omvang bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 9. Bekostiging school

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 De bekostiging, bedoeld in de artikelen 152 en 153 van de wet, voor scholen op Bonaire bestaat uit:

    • a. een bedrag per school dat afhangt van het aantal leerlingen op de school;

    • b. een bedrag per leerling, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

      • 1°. leerlingen in het praktijkonderwijs of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, alsmede ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. leerlingen in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte;

    • c. een bij ministeriële regeling te bepalen procentuele opslag over de optelsom van de bedragen bedoeld in de onderdelen a en b, in verband met de zorg aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, bedoeld in artikel 149, eerste lid, van de wet; en

    • d. een aanvullend bedrag per school voor het opzetten en in stand houden van kleine arbeidsmarktgerelateerde mbo-opleidingen.

  • 2 De bekostiging, bedoeld in de artikelen 152 en 153 van de wet, voor scholen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES, bestaat uit:

    • a. een bedrag per school, dat afhangt van het aantal leerlingen op de school;

    • b. een bedrag per leerling, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

      • 1°. leerlingen in de lower forms of leerlingen die CSEC en CAPE volgen; en

      • 2°. leerlingen in het praktijkonderwijs of leerlingen die CVQ volgen.

    • c. een bij ministeriële regeling nader te bepalen procentuele opslag over de optelsom van de bedragen, bedoeld in de onderdelen a en b, in verband met de zorg aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, bedoeld in artikel 149, eerste lid, van de wet;

    • d. een bij ministeriële regeling te bepalen procentuele opslag over de optelsom van de onderdelen a tot en met c in verband met het loon- en prijspeil en de examenkosten op Sint Eustatius en Saba;

    • e. een aanvullend bedrag per school in verband met de geïsoleerde ligging en de kleinschaligheid op Sint Eustatius en Saba, dat afhangt van het aantal leerlingen op de school; en

    • f. een aanvullend bedrag per school voor het opzetten en in stand houden van kleine arbeidsmarktgerelateerde CVQ-opleidingen.

  • 3 De bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt vastgesteld in US dollars, en wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen.

Artikel 11. Vaststelling van de bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 2 Het Rijk betaalt elke maand van het kalenderjaar aan het bevoegd gezag van een school een gedeelte van de bekostiging, bedoeld in artikel 9, waarop het over dat jaar recht heeft.

  • 3 De aanvullende bekostiging, bedoeld in de artikelen 155 en 156 van de wet, wordt in een keer betaald, dan wel wordt betaald volgens een bij ministeriële regeling te bepalen betaalritme.

Artikel 12. Aanvang bekostiging; startbekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 2 Onze Minister kan op verzoek van het bevoegd gezag een door hem te bepalen deel van de bekostiging, bedoeld in artikel 152 van de wet, verstrekken gedurende een periode van ten hoogste vier maanden voorafgaand aan de eerste schooldag van een school waarvan het bekostigd onderwijs op grond van afdeling I van titel III van de wet een aanvang neemt.

Artikel 13. Vaststelling en latere wijziging bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Onze Minister maakt de in artikel 9 bedoelde bekostiging bekend voorafgaand aan het kalenderjaar, waarop deze betrekking heeft. Indien de verklaring van de deskundige, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onderdeel c, daartoe aanleiding geeft, wijzigt Onze Minister de bekostiging of aanvullende bekostiging.

  • 2 De in artikel 9 bedoelde bekostiging kan door Onze Minister worden gewijzigd wegens algemene salarismaatregelen of wegens andere al dan niet uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen.

Artikel 14. Melding en terugmelding leerlinggegevens voor vaststelling bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging, bedoeld in artikel 9, doet het bevoegd gezag aan Onze Minister de gegevens over het aantal leerlingen op de teldatum dat bij de vaststelling van de bekostiging voor het daarop volgende kalenderjaar in aanmerking wordt genomen, toekomen overeenkomstig het Besluit informatievoorziening WVO BES

  • 2 Het bevoegd gezag dient jaarlijks voor 1 juli bij Onze Minister voor het daaropvolgende schooljaar in:

    • a. een verklaring van het bevoegd gezag omtrent de juistheid van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, of

    • b. indien de onder a bedoelde gegevens naar het oordeel van het bevoegd gezag onjuist zijn, de door het bevoegd gezag gecorrigeerde gegevens, alsmede

    • c. een verklaring van een deskundige omtrent de juistheid van de gegevens, bedoeld in onderdeel a of onderdeel b.

  • 3 Bij ministeriële regeling kan een model voor de in het tweede lid, onder a en c, bedoelde verklaringen worden vastgesteld. Onze Minister kan een leidraad vaststellen ten behoeve van de controle door de deskundige, bedoeld in het tweede lid, onder c.

  • 4 Indien voor 1 juli in enig jaar aanvullende bekostiging is vastgesteld, dient het bevoegd gezag voor die datum bij Onze Minister een verklaring in omtrent de juistheid van de in voorkomende gevallen met het oog op de vaststelling van de aanvullende bekostiging aan Onze Minister gemelde gegevens. Het tweede lid, onder b en c, en het derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3. Voorschriften inzake boekhouding, financieel beheer en financiële controle

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Titel 1. Voorschriften betreffende de boekhouding

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 15. Boekhouding

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 De boekhouding van een school is zodanig ingericht dat op doelmatige wijze informatie kan worden verkregen omtrent het gevoerde financiële beheer.

  • 2 Het bevoegd gezag verstrekt op verzoek van Onze Minister nadere financiële informatie met betrekking tot de school. De wijze waarop deze informatie wordt verstrekt, kan bij ministeriële regeling worden geregeld.

  • 3 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Titel 2. Voorschriften betreffende het financieel beheer

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 16. Vaststelling begroting

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Het bevoegd gezag stelt jaarlijks tijdig voor het komende begrotingsjaar een begroting vast voor de school.

  • 2 De begroting behelst een raming van de baten en lasten van de school en is sluitend. De in de begroting voorziene baten uit de van het Rijk te ontvangen bekostiging komen overeen met de voor het desbetreffende jaar door Onze Minister vastgestelde bekostiging.

  • 3 Het bevoegd gezag doet de noodzakelijke uitgaven binnen de grenzen van de begroting.

  • 4 Af- en overschrijving op de uitgavenposten van de begroting kunnen door het bevoegd gezag geschieden overeenkomstig door het bevoegd gezag vastgestelde regels.

  • 5 Indien Onze Minister het bevoegd gezag daarom verzoekt, wordt de vastgestelde begroting aan Onze Minister overgelegd.

  • 6 Bij ministeriële regeling kan een model voor de inrichting van de begroting worden vastgesteld.

Titel 3. Voorschriften betreffende de financiële controle

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 17. Jaarrekening

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Het bevoegd gezag stelt jaarlijks ten behoeve van de school een jaarrekening vast over het afgelopen jaar.

  • 2 In de jaarrekening legt het bevoegd gezag verantwoording af over het financieel beheer. Uit de jaarrekening blijkt dat sprake is van een rechtmatige aanwending van de rijksbekostiging. De jaarrekening omvat mede de gegevens die van belang zijn voor de verantwoording met betrekking tot de besteding van toegekende aanvullende bekostiging.

  • 3 Het bevoegd gezag dient de vastgestelde jaarrekening voor 1 juli van het jaar volgend op het boekjaar in bij Onze Minister. De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door het bevoegd gezag aangewezen deskundige. Bij de aanwijzing van de deskundige bedingt het bevoegd gezag dat aan Onze Minister op diens verzoek inzage wordt geboden in de controlerapporten en de controledossiers van de deskundige.

  • 4 Indien het bevoegd gezag meer dan één school in stand houdt, wordt voor deze scholen een gezamenlijke balans en een gezamenlijke exploitatierekening vastgesteld. Bij de jaarrekening is een bijlage gevoegd die inzicht biedt in het bestedingspatroon ten aanzien van de afzonderlijke scholen van het bevoegd gezag.

  • 5 Bij ministeriële regeling wordt een model voor de inrichting van de jaarrekening vastgesteld.

  • 6 Onze Minister kan een leidraad vaststellen met betrekking tot de inrichting en de uitvoering van de controle door de deskundige.

Artikel 18. Onderzoek vanwege Onze Minister

[Vervallen per 01-01-2014]

Artikel 19. Verstrekking gegevens i.v.m. aanvullende bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Indien aan het bevoegd gezag van een school een aanvullende bekostiging is verstrekt onder de voorwaarde dat deze bekostiging voor het bij de verstrekking aangegeven doel wordt besteed, blijkt uit de jaarrekening van de school in hoeverre deze bekostiging voor dat doel is besteed.

  • 2 Indien verrekening plaatsvindt of zal plaatsvinden van het daadwerkelijk bestede bedrag met de vastgestelde aanvullende bekostiging, maakt het bevoegd gezag in de desbetreffende jaarrekening melding van het daadwerkelijk bestede bedrag.

Artikel 20. Onderzoek vanwege de minister en correctie en in mindering brengen op de bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 Onverminderd de bevoegdheid van de Inspectie van het onderwijs op grond van de Wet op het onderwijstoezicht kan Onze Minister een onderzoek instellen of doen instellen naar de jaarverslaggeving, naar de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de bekostiging, naar de rechtmatigheid van de bestedingen en naar de doelmatigheid van het beheer van de school.

  • 2 Indien uit een op grond van het eerste lid ingesteld onderzoek blijkt dat de bekostiging voor een school onjuist is vastgesteld, kan Onze Minister correcties aanbrengen op de bekostiging. Onze Minister doet het bevoegd gezag schriftelijk mededeling van een besluit tot het aanbrengen van een correctie op de bekostiging.

  • 3 Indien uit de jaarverslaggeving, bedoeld in artikel 175, eerste lid, van de wet, uit de verklaring van de deskundige, bedoeld in artikel 175, vierde lid, van de wet of uit een op grond van het eerste lid ingesteld onderzoek blijkt dat de bekostiging voor een school onrechtmatig is besteed of ondoelmatig is aangewend, kan Onze Minister bepalen dat het desbetreffende gedeelte van de bekostiging niet ten laste komt van het Rijk of dat de daarmee gemoeide bedragen in mindering worden gebracht op de bekostiging, onverminderd artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 21. Betaling i.v.m. correcties

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Een in artikel 20, tweede lid, bedoelde correctie wordt, indien de correctie strekt tot verhoging van de bekostiging, binnen acht weken na de mededeling, bedoeld in artikel 20, tweede lid, door Onze Minister betaald.

Hoofdstuk 4. Voorschriften inzake samenvoeging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 21a. Afwijken teldatum bij aanvang bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 In geval van oprichting, verplaatsing of splitsing van een school kan Onze Minister afwijken van de teldatum en de op die afwijkende datum getelde leerlingen toerekenen aan de nieuwe scholen. Hij kan daarbij nadere voorschriften geven.

  • 2 Onze Minister kan in verband met de aanvang of de beëindiging van de bekostiging van een school, van een scholengemeenschap of van een profiel aan een school voor vbo afwijken van de artikelen 7 en 7a, eerste en tweede lid.

Artikel 22. Dóórlopen bekostiging in geval van samenvoeging of afsplitsing per 1 augustus

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Bij samenvoeging van scholen of afsplitsing van een of meer scholen van een scholengemeenschap als bedoeld in artikel 124, tweede lid, van de wet, op 1 augustus van enig kalenderjaar worden:

  • a. de bekostiging op grond van artikel 152 van de wet en

  • b. de aanvullende bekostiging op grond van de artikelen 155 of 156 van de wet, van alle bij de samenvoeging betrokken scholen dan wel van de bij de afsplitsing betrokken scholengemeenschap gehandhaafd tot het einde van dat kalenderjaar.

Hoofdstuk 5. Voorschriften betreffende verrekening van overschotten bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van scholen

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 23. Verrekening exploitatie-overschot bij opheffing school

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Artikel 24. Inwerkingtredingsbepaling

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

  • 1 De artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, tweede lid, 11, 12, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 22 en 23a, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 januari 2011 in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 3 Artikel 23 treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 25. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Dit besluit wordt aangehaald als: Bekostigingsbesluit WVO BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 februari 2011

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zevende maart 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven