Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2012

Besluit van 23 december 2010 tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES (Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 november 2010, nr. AFP 2010/557;

Gelet op de artikelen 8.39, 8.69, 8.89, 8.95, 8.109 en 8.115a van de Belastingwet BES en artikel 3, vierde lid, van de Wet loonbelasting BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 december 2010, nr. W06.10.0531/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 16 december 2010, nr. DB2019/289;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Dit besluit verstaat onder:

    • a. wet: Belastingwet BES;

    • b. CBS versie 2 mei 1998: door het Centraal Bureau voor de Statistiek gehanteerde bedrijfstakclassificatie, versie 2 mei 1998, op basis van de International Standard Industrial Classification of all Economic Activities.

Terugwerkende kracht

Stb. 2013, 569, datum inwerkingtreding 01-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

1 Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 8.39, 8.69, 8.89, 8.95, 8.109 en 8.115a van de Belastingwet BES, artikel 3, vierde lid, van de Wet loonbelasting BES en artikel 14 van de Wet geldstelsel BES.

Hoofdstuk 2. Kosten van vervolging

Artikel 2.1

Ter zake van het verrichten van werkzaamheden voor de invordering van bedragen door de zorg van de ontvanger of belastingdeurwaarder worden aan degene die in gebreke is gebleven het verschuldigde tijdig te betalen, kosten in rekening gebracht volgens het bepaalde in de artikelen 2.2 tot en met 2.5.

Artikel 2.2

Verschuldigd is:

  • a. voor het betekenen van een dwangschrift met bevel tot betaling: 1% van de gevorderde som, afgerond op gehele dollars naar beneden, met een minimum van USD 12 en een maximum van USD 2 800;

  • b. voor het ingevolge een wettelijk voorschrift doen van een ander exploot: USD 12;

  • c. voor het geven van kwitantie door de met de tenuitvoerlegging van een dwangschrift belaste deurwaarder ter zake van een aan deze gedane betaling ter afwering van een beslaglegging op roerende zaken: USD 6;

  • d. voor het ingevolge wettelijk voorschrift voor «gezien» doen tekenen van een exploot of een ander stuk: USD 3;

  • e. voor het aanplakken van een exploot: USD 3;

  • f. voor het doen aankondigen van een gedaan exploot in een dagblad: USD 3.

Artikel 2.3

  • 1 Verschuldigd is:

    • a. voor het in beslag nemen van een goed en het deswege opmaken van een proces-verbaal: USD 20;

    • b. voor de verkoop van een goed en het deswege opmaken van een proces-verbaal: USD 28;

    • c. voor het bekendmaken van de verkoop door het aanslaan van de verkoopbiljetten, al dan niet gevolgd door het doen van aankondiging van de verkoop in een dagblad: USD 12;

    • d. voor het ingevolge wettelijk voorschrift opmaken van een ander proces-verbaal: USD 12;

    • e. voor iedere getuige: USD 8,50 per uur of voor zover de duur niet in volle uren kan worden gerekend, per gedeelte daarvan.

  • 2 Indien de verrichtingen, bedoeld in de onderdelen a en b, ter plaatse langer dan twee uren duren, worden de genoemde bedragen verhoogd met USD 12 voor elk volgend uur of gedeelte daarvan.

Artikel 2.4

  • 1 Voor de bewaring van in beslag genomen zaken is voor elke dag of gedeelte daarvan verschuldigd: USD 8,50.

  • 2 Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag komt toe aan de bewaarder.

  • 3 Aan de bewaarder komt geen vergoeding toe indien hij bij de bewaring van de zaken ook overigens belang heeft of in enige andere betrekking met de bewaring is belast.

Artikel 2.5

Naast de in de artikelen 2.2 tot en met 2.4 genoemde bedragen worden in rekening gebracht de bedragen, toekomende aan derden voor de door hen rechtstreeks ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het dwangschrift verrichte handelingen.

Hoofdstuk 3. Van inleners- en ketenaansprakelijkheid uitgezonderde sectoren

Artikel 3.1

De artikelen 8.67 en 8.68 van de wet zijn niet van toepassing in de volgende bedrijfssectoren en bedrijfstakken:

  • a. landbouw, jacht en bosbouw, zoals omschreven in letter A, onderdelen 1 en 2, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • b. visserij, viskwekerijen en aanverwante dienstverlening, zoals omschreven in letter B, onderdeel 05, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • c. mijnbouw en steenhouwerij, zoals omschreven in letter C, onderdelen 10 tot en met 14, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • d. industrie, zoals omschreven in letter D, onderdelen 15 tot en met 37, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • e. elektriciteits-, gas- en watervoorziening, zoals omschreven in letter E, onderdelen 40 en 41, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • f. groot- en kleinhandel, reparatie van motorvoertuigen en huishoudelijke producten, zoals omschreven in letter G, onderdelen 50, 51 en 52, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • g. hotels en restaurants, zoals omschreven in letter H, onderdeel 55, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • h. vervoer, opslag en communicatie, zoals omschreven in letter I, onderdelen 60 tot en met 64, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • i. financiële bemiddeling, zoals omschreven in letter J, onderdelen 65, 66 en 67, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • j. onroerend goed, verhuur en zakelijke activiteiten, zoals omschreven in letter K, onderdelen 70 tot en met 74, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • k. overheidswezen en defensie, verplichte sociale verzekeringen, voor zover al niet uitgezonderd, zoals omschreven in letter L, onderdeel 75, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • l. onderwijs, voor zover al niet uitgezonderd, zoals omschreven in letter M, onderdeel 80, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • m. gezondheidszorg en sociaal werk, zoals omschreven in letter N, onderdeel 85, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • n. overige maatschappelijke, sociale en persoonlijke dienstverlening, zoals omschreven in letter O, onderdelen 90 tot en met 93, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • o. particuliere huishoudens met personeel in loondienst, voor zover al niet uitgezonderd, zoals omschreven in letter P, onderdeel 95, van de CBS versie 2 mei 1998;

  • p. extraterritoriale organisaties en lichamen, voor zover al niet uitgezonderd, zoals omschreven in letter Q, onderdeel 99, van de CBS versie 2 mei 1998.

Hoofdstuk 4. Vergoedingen voor deskundigen en tolken

Artikel 4.1

Aan deskundigen en tolken die door de inspecteur met toepassing van artikel 8.89 van de wet zijn aangewezen of door de Raad van Beroep voor belastingzaken met toepassing van artikel 8.109 van de wet zijn opgeroepen, wordt een vergoeding toegekend overeenkomstig het Besluit tarieven in burgerlijke zaken BES.

Hoofdstuk 5. Proceskostenvergoeding

Artikel 5.1

Een vergoeding van de kosten als bedoeld in de artikelen 8.95 en 8.115a van de wet kan uitsluitend betrekking hebben op:

  • a. kosten van door een derde verleende beroepsmatige bijstand;

  • b. kosten van een getuige, deskundige of tolk die door een partij is meegebracht of opgeroepen;

  • c. reis- en verblijfkosten;

  • d. verletkosten, en

  • e. kosten van uittreksels uit openbare registers, alsmede kosten van telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken.

Artikel 5.2

  • 2 Indien een partij door de rechter gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, kan het op grond van het eerste lid vastgestelde bedrag worden verminderd.

    Het op grond van het eerste lid vastgestelde bedrag kan eveneens worden verminderd indien het beroep bij de Raad van Beroep voor belastingzaken is ingetrokken omdat gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.

  • 3 In bijzondere omstandigheden kan van het eerste lid worden afgeweken.

Artikel 5.3

  • 2 Samenhangende zaken zijn: gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig door een of meer belanghebbenden tegen nagenoeg identieke besluiten op vergelijkbare gronden gemaakte bezwaren of ingestelde beroepen waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 5.1, onderdeel a, is verleend door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn.

Hoofdstuk 7a. Aanwijzing bevoegde functionaris

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stb. 2013, 569, datum inwerkingtreding 01-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Het hoofdstuk is nieuw toegevoegd.

Artikel 7a.1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op het tijdstip van transitie, bedoeld in artikel 13a, onderdeel a, van de Wet geldstelsel BES, gaan de taken en bevoegdheden van de Gouverneur en het bestuurscollege, bedoeld in de Landsverordening ter bevordering van bedrijfsvestiging en hotelbouw, de Landsverordening belastingfaciliteiten industriële ondernemingen, de Landsverordening renovatie hotels en de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling, over op de directeur-generaal Belastingdienst, bedoeld in de op artikel 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen gebaseerde ministeriële regeling.

Terugwerkende kracht

Stb. 2013, 569, datum inwerkingtreding 01-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.

Het artikel is nieuw toegevoegd.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 8.1

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 om 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.

Artikel 8.2

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers

Uitgegeven de achtentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Bijlage

Tarief als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES

Het bedrag van de kosten, bedoeld in artikel 5.1, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES, wordt vastgesteld door aan de verrichte proceshandelingen punten toe te kennen overeenkomstig onderstaande lijst (A) en die punten te vermenigvuldigen met de waarde per punt (B) en met de toepasselijke wegingsfactoren (C).

A. Punten per proceshandeling

A1. Beroep

   

punten

beroep

1.

beroepschrift/verweerschrift (artikelen 8.103, 8.105)

1

2.

repliek/dupliek (artikel 8.106)

0,5

3.

verschijnen (inlichtingen)comparitie (8.108)

0,5

4.

verschijnen onderzoek ter zitting (artikel 8.107)

1

5.

nadere zitting (artikel 8.111)

0,5

A2. Bezwaar

   

punten

Bezwaar

1.

bezwaarschrift (artikel 8.92)

1

2.

verschijnen hoorzitting (artikel 8.93)

1

B. Waarde per punt

B1. Beroep

1 punt = USD 391

B2. Bezwaar

1 punt = USD 196

C. Wegingsfactoren

C1. Gewicht van de zaak

gewicht

factor

zeer licht

0,25

licht

0,5

gemiddeld

1

zwaar

1,5

zeer zwaar

2

C2. Samenhangende zaken

aantal samenhangende zaken

factor

minder dan 4

1

4 of meer

1,5

Naar boven