Regeling werkkleding 2001 BES

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Regeling werkkleding 2001 BES

Artikel 2

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder werkkleding:

    • a. kleding, met inbegrip van schoeisel, die gedurende het uitoefenen van de dienstbetrekking of gedurende bepaalde perioden daarvan, moet worden gedragen en die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend daarvoor geschikt is; of

    • b. kleding, met inbegrip van schoeisel, waarvan het gebruik gedurende het uitoefenen van de dienstbetrekking of gedurende bepaalde perioden daarvan, zodanig is dat privé-gebruik daarna geheel of nagenoeg geheel niet mogelijk is.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, wordt kleding die niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om gedurende het uitoefenen van de dienstbetrekking of gedurende bepaalde perioden daarvan te dragen, als werkkleding aangemerkt indien:

    • a. de kleding is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige gebonden beeldmerken met een oppervlakte van tezamen ten minste 70 vierkante centimeter en

    • b. deze beeldmerken onlosmakelijk aan de kleding zijn aangebracht.

  • 3 Voor de toepassing van dit artikel wordt een kledingsstuk, dat een onlosmakelijk onderdeel is van de werkkleding, als werkkleding aangemerkt. Het is daarbij niet relevant of vorengenoemd onderdeel van de werkkleding in het privé-leven gedragen zou kunnen worden.

Artikel 3

  • 1 De inspecteur kan, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige dan wel de inhoudingsplichtige, vaststellen of de kleding als werkkleding kan worden aangemerkt.

  • 2 De inspecteur beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking op het in het eerste lid bedoelde verzoek.

Artikel 4

De waarde van de door de werkgever verstrekte of ter beschikking gestelde werkkleding wordt op nihil gesteld.

Naar boven