Besluit ter uitvoering van art. 7, eerste en vierde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Besluit ter uitvoering van art. 7, eerste en vierde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES

Artikel 1

Als havens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES worden voor het in ontvangst nemen van olierestanten en oliehoudende mengsels afkomstig van schepen aangewezen:

In Bonaire:

  • de haven van Kralendijk

  • de Bopec Oil Terminal

In Sint Eustatius:

  • de Haven van Oranjestad

  • de Statia Oil Terminal

In Saba:

  • Fortbaai

Artikel 3

  • 1 De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, van een ingevolge artikel 1 of 2 aangewezen haven wijst personen aan die over voorzieningen beschikken voor het in ontvangst nemen van de stoffen bedoeld in de artikelen 1 en 2.

  • 2 Het is een persoon die niet is aangewezen verboden om de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, in ontvangst te nemen.

  • 3 Het is verboden om de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, af te geven aan een persoon die niet is aangewezen.

Artikel 4

De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, maakt op deugdelijke wijze bekend welke ontvangstvoorzieningen in zijn haven aanwezig zijn. Hij draagt zorg dat de kosten die in rekening worden gebracht aan het schip dat de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, afgeeft, op deugdelijke wijze zijn bekendgemaakt.

Artikel 5

De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, geeft regels ten aanzien van de wijze waarop schepen, die van die haven gebruik maken, de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, afgeven en de wijze waarop die schepen hun behoefte tot afgifte bekend maken.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ter uitvoering van art. 7, eerste en vierde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES.

Naar boven