Besluit etikettering van levensmiddelen BES

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Besluit etikettering van levensmiddelen BES

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. etikettering: de vermeldingen, aanwijzingen, fabrieks- of handelsmerken, afbeeldingen of tekens die betrekking hebben op een levensmiddel en voorkomen op enig verpakkingsmiddel, document, schriftstuk, etiket, band of label, dat respectievelijk die bij dit levensmiddel is gevoegd of daarop betrekking heeft;

    • b. instellingen: voedselbedrijven, zoals restaurants, snacks, ziekenhuizen, kantines en andere soortgelijke instellingen;

    • c. verpakking: het verpakkingsmateriaal waarin een waar wordt verpakt alvorens die waar ten verkoop wordt aangeboden, waarbij dat verpakkingsmateriaal de waar geheel of ten dele bedekt of kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast;

    • d. voorverpakte eet- of drinkwaar: de verkoopeenheid die bestemd is als zodanig aan de eindverbruiker of aan een instelling te worden afgeleverd en bestaat uit een eet- of drinkwaar en haar verpakking;

    • e. verpakte eet- of drinkwaar: de verkoopeenheid die niet bestemd is als zodanig aan de eindverbruiker of aan instellingen te worden afgeleverd en bestaat uit een eet- of drinkwaar en haar verpakking;

    • f. ingrediënt: iedere grondstof die bij de bereiding van een eet- of drinkwaar is gebruikt en die als zodanig of als omzettingsprodukt in de waar aanwezig is;

    • g. technologische hulpmiddelen: stoffen die op zichzelf niet als ingrediënt worden geconsumeerd, die bij de verwerking van grondstoffen, eet- en drinkwaren of ingrediënten bewust worden gebruikt om tijdens de bewerking of verwerking aan een bepaald technisch doel te beantwoorden en die kunnen leiden tot de onbedoelde maar technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen van deze stoffen of derivaten ervan in het eindprodukt, mits deze residuen geen gevaar voor de gezondheid opleveren en geen technologische gevolgen voor het eindprodukt hebben;

    • h. opgietvloeistof: een al dan niet bevroren of diepgevroren vloeistof, voor zover deze slechts van ondergeschikt belang is ten opzichte van de essentiële bestanddelen van de betrokken waar en derhalve niet doorslaggevend is voor de aankoop;

    • i. produktiepartij: een verzameling verkoopeenheden van een eet- of drinkwaar die onder vrijwel identieke omstandigheden zijn geproduceerd, vervaardigd of verpakt, en waarvan de grootte is vastgesteld door de betrokken verhandelaar.

  • 2 Voor de toepassing van dit besluit, behoudens artikel 30, worden de als verhandelen aan te merken handelingen, voor wat betreft het te koop aanbieden, beperkt tot het te koop aanbieden op de plaats van verkoop.

  • 3 Voor de toepassing van dit besluit worden eet- of drinkwaren die van onderling verschillende samenstelling zijn en waarvoor een zelfde aanduiding pleegt te worden gebezigd, aangemerkt als een zelfde eet- of drinkwaar.

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onder c, wordt onder een voorverpakte eet- of drinkwaar niet verstaan eet- en drinkwaren die:

    • a. op de plaats van verkoop aan particulieren op verzoek van de koper zijn verpakt;

    • b. op de plaats van verkoop aan particulieren met het oog op de onmiddellijke verkoop zijn verpakt;

    • c. in het kader van markt- of straathandel, handel te water, dan wel verkoop aan huizen van particulieren, in de onderneming van de verkoper met het oog op de onmiddellijke verkoop aan particulieren zijn verpakt;

    • d. in opdracht van de koper zijn voorverpakt teneinde door de koper in het kader van een maaltijdverstrekking te worden afgeleverd; en

    • e. in een fantasie-verpakking, zoals figuurtjes of souvenirartikelen, worden verhandeld.

  • 5 Indien een grondstof van een eet- of drinkwaar bestaat uit meerdere bestanddelen, worden deze als afzonderlijke grondstoffen van de eet- of drinkwaar beschouwd.

  • 6 Bestanddelen van een grondstof, die tijdens de bereiding tijdelijk daaraan worden onttrokken en er vervolgens weer in worden verwerkt in een hoeveelheid die het aanvankelijk gehalte niet overschrijdt, worden, in afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, niet als afzonderlijke grondstof beschouwd.

  • 7 Als ingrediënten worden niet aangemerkt grondstoffen die worden gebruikt als:

    • a. technologische hulpmiddelen; en

    • b. levensmiddelenadditieven, vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage II, en die in de eet- of drinkwaar waarvan zij deel uitmaken, geen technologische functie vervullen.

  • 8 Dit besluit is niet van toepassing op door liefdadigheidsinstellingen uit te delen eet- of drinkwaren.

Artikel 2

  • 1 Het is verboden eet- of drinkwaren te verhandelen anders dan met inachtneming van de voorschriften in dit besluit gesteld met betrekking tot hun aanduiding en tot het bezigen van vermeldingen of voorstellingen.

  • 2 Het is verboden eet- of drinkwaren te verhandelen waarvan de datum van minimale houdbaarheid, bedoeld in artikel 16, respectievelijk de uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 17, is verstreken.

  • 3 Het is verboden eet- of drinkwaren in te voeren waarvan de datum van minimale houdbaarheid, bedoeld in artikel 16, respectievelijk de uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 17, is verstreken dan wel verstreken zal zijn voordat zij verhandeld zullen worden.

§ 2. De aanduiding

Artikel 3

Bij de verhandeling van voorverpakte, verpakte of onverpakte eet- of drinkwaren moet, met inachtneming van de bij dit besluit terzake gestelde regels, de van toepassing zijnde aanduiding worden gebezigd.

Artikel 4

  • 1 De aanduiding, bedoeld in artikel 3, is de aanduiding voorgeschreven in de wettelijke bepalingen die op de betrokken eet- of drinkwaar van toepassing zijn. Bij het ontbreken van dergelijke bepalingen is de aanduiding:

    • a. de benaming die uitsluitend mag worden gebezigd voor de eet- of drinkwaar waaraan die benaming in een wettelijk voorschrift is voorbehouden;

    • b. de algemeen gebruikelijke benaming van de betrokken waar; of

    • c. een omschrijving van de betrokken waar en zonodig van de wijze waarop die waar kan worden gebruikt, welke zo duidelijk is gesteld dat de koper de ware aard van de waar kan begrijpen en haar kan onderscheiden van waren waarmede zij zou kunnen worden verward.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien een aldus geëtiketteerde eet- of drinkwaar wat betreft samenstelling of bereidingswijze zo sterk afwijkt van een onder die aanduiding bekende waar dat daarmee geen correcte voorlichting van de koper is gewaarborgd.

  • 3 Een fabrieks- of handelsmerk of een fantasienaam mag niet in de plaats treden van de aanduiding van de betrokken eet- of drinkwaar.

  • 4 De aanduiding moet een aanwijzing omvatten of vergezeld zijn van een aanwijzing inzake de fysische toestand waarin de eet- of drinkwaar zich bevindt of de specifieke behandeling die zij heeft ondergaan, indien zonder een dergelijke aanwijzing voor de koper met betrekking tot de waar een verkeerde indruk wordt gewekt of kan worden gewekt.

  • 5 In het geval van een eet- of drinkwaar die met ioniserende stralen is behandeld, is de in het derde lid bedoelde aanduiding inzake de specifieke behandeling die zij heeft ondergaan, een van de volgende: «doorstraald», «door straling behandeld», of: «met ioniserende straling behandeld».

§ 3. Vermeldingen

Artikel 5

  • 1 Bij de verhandeling van voorverpakte eet- of drinkwaren moeten, met inachtneming van de bij dit besluit gestelde regels, de volgende vermeldingen worden gebezigd:

    • a. een lijst van ingrediënten;

    • b. de hoeveelheid van een ingrediënt of van een categorie van ingrediënten;

    • c. de nettohoeveelheid;

    • d. de datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum;

    • e. een aanwijzing omtrent bewaring en gebruik;

    • f. gegevens omtrent de producent en importeur;

    • g. de plaats van herkomst;

    • h. het alcoholgehalte;

    • i. de produktiepartij; en

    • j. een vermelding inzake het gebruik van een verpakkingsgas.

  • 2 Bij de verhandeling van eet- of drinkwaren als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder b en c, moet, met inachtneming van de bij dit besluit gestelde regels, in ieder geval de vermelding van de nettohoeveelheid worden gebezigd.

  • 3 Bij de verhandeling van eet- of drinkwaren als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder e, moet, met inachtneming van de bij dit besluit gestelde regels, in ieder geval de vermelding van de nettohoeveelheid en van de produktiepartij worden gebezigd.

  • 4 Bij de verhandeling van verpakte eet- of drinkwaren moet, met inachtneming van de bij dit besluit gestelde regels, een vermelding betreffende de produktiepartij worden gebezigd.

  • 5 Bij de verhandeling van een eet- of drinkwaar die is behandeld met ioniserende stralen, wordt de doorstraling vermeld in de documenten welke die eet- of drinkwaar vergezellen of daarop betrekking hebben.

§ 3.1. De lijst van ingrediënten

Artikel 6

  • 1 De vermelding van de lijst van ingrediënten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, moet zonder onderbreking geschieden in de volgorde van afnemend gewicht waarin de ingrediënten bij de bereiding zijn gebruikt, voorafgegaan door het woord «ingrediënten». Een gewichtstolerantie van 10% relatief is daarbij toegestaan.

  • 2 Als gewicht in de zin van het eerste lid mag worden aangemerkt bij geconcentreerde of gedroogde ingrediënten die in gedehydrateerde toestand in de waar aanwezig zijn: het gewicht vóór het concentreren of drogen, indien deze ingrediënten worden aangeduid met de naam van het ingrediënt vóór het concentreren of drogen.

  • 3 Als gewicht in de zin van het eerste lid moet worden aangemerkt bij het ingrediënt water en bij vluchtige ingrediënten: het gewicht van de hoeveelheid waarin zij in de waar aanwezig zijn, met dien verstande dat de hoeveelheid water wordt bepaald door de hoeveelheid van de waar te verminderen met de som van de hoeveelheden van andere ingrediënten dan water.

  • 4 Het ingrediënt water mag worden aangemerkt als niet in de waar aanwezig, indien de uitkomst, bedoeld in het derde lid, 5% of minder van de totale hoeveelheid van de waar bedraagt.

  • 5 Het ingrediënt water mag tevens worden aangemerkt als niet in de waar aanwezig, indien dit:

    • a. tijdens de bereiding alleen is gebruikt om een geconcentreerd of gedehydrateerd ingrediënt in zijn oorspronkelijke toestand terug te brengen;

    • b. water deel uitmaakt van een opgietvloeistof, zoals nader omschreven in artikel 14, tweede lid, welke gewoonlijk niet wordt geconsumeerd.

Artikel 7

  • 1 Ingrediënten moeten worden vermeld met hun specifieke naam. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 In afwijking van het eerste lid:

    • a. mogen ingrediënten, omschreven in de bij dit besluit behorende bijlage I, worden vermeld met de daar vermelde groepsnaam, met inachtneming van de voorschriften voor zover daarbij aangegeven;

    • b. moeten ingrediënten behorende tot een van de in bijlage II vermelde categorieën levensmiddelenadditieven worden vermeld met de in die bijlage aangegeven naam van de betrokken categorie; met uitzondering van gemodificeerd zetmeel moet deze vermelding worden gevolgd door de voor het ingrediënt gebruikelijke naam alsmede de nummercode op de wijze waarop deze in het land van herkomst gebruikelijk is danwel is voorgeschreven;

    • c. moet, indien een ingrediënt dat behoort tot meer categorieën van de in bijlage II vermelde levensmiddelenadditieven, die categorie worden vermeld welke overeenkomt met de voornaamste functie van dit ingrediënt in de waar;

    • d. mag, indien in de eet- of drinkwaar verschillende ingrediënten aanwezig zijn welke behoren tot één categorie levensmiddelenadditief als vermeld in bijlage II, de naam van die categorie in het meervoud worden vermeld.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, moeten aroma’s worden vermeld met inachtneming van het volgende:

    • a. aroma’s moeten worden vermeld met hetzij de term «aroma»(s)», hetzij een meer specifieke vermelding of een beschrijving van het aroma;

    • b. de term «natuurlijk» of elke andere uitdrukking die in wezen dezelfde betekenis heeft, mag alleen worden gebruikt voor aroma’s waarvan de aromatiserende component uitsluitend aromastoffen bevat;

    • c. indien de vermelding van het aroma een verwijzing bevat naar de dierlijke of plantaardige oorsprong of aard van de gebruikte stoffen, mag de term «natuurlijk» of elke andere uitdrukking die in wezen dezelfde betekenis heeft, alleen worden gebruikt wanneer de aromatiserende component werd geïsoleerd door fysische dan wel enzymatische of microbiologische procédé’s of door traditionele levensmiddelenbereidingswijzen, uitsluitend of vrijwel uitsluitend uitgaande van de betrokken eet- of drinkwaar of het betrokken uitgangsmateriaal voor de bereiding van aroma’s.

  • 4 Indien artikel 1, vijfde lid, van toepassing is, mag in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, de vermelding van de afzonderlijke grondstoffen worden vervangen door de vermelding van de grondstof waarvan zij een bestanddeel vormen, indien deze naam een bij of krachtens enig wettelijk voorschrift vastgestelde naam is, dan wel algemeen bekend is, en die grondstof:

    • a. hetzij voor ten minste 25% in de eet- of drinkwaar aanwezig is, in welk geval die naam onmiddellijk moet worden gevolgd door een tussen haken geplaatste lijst van de bestanddelen van die grondstof in de volgorde van afnemend gewicht waarin die bestanddelen bij de bereiding van de grondstof zijn gebruikt;

    • b. hetzij voor minder dan 25% in de eet- of drinkwaar aanwezig is, in welk geval, indien zich in die grondstof levensmiddelenadditieven als bedoeld in bijlage II bevinden, deze levensmiddelenadditieven onmiddellijk achter de eerder bedoelde naam moeten worden vermeld.

  • 5 In afwijking van het vierde lid, aanhef en onder b, moet de vermelding van de afzonderlijke bestanddelen van een grondstof die bestanddelen zijn van een grondstof die voor minder dan 25% in de eet- of drinkwaar aanwezig is en met ioniserende stralen zijn behandeld, plaatsvinden onmiddellijk achter de in dat lid bedoelde vermelding van de naam van de grondstof.

  • 6 De in bijlage II opgenomen vermelding gemodificeerd zetmeel wordt aangevuld met een omschrijving van de specifieke plantaardige oorsprong indien dat ingrediënt gluten kan bevatten.

Artikel 8

  • 1 In afwijking van artikel 6, eerste lid, mogen voor waren die zijn geconcentreerd of gedroogd en waaraan water moet worden toegevoegd om deze voor gebruik gereed te maken, in plaats van het woord «ingrediënten» worden gebezigd de woorden «ingrediënten van de waar na toebereiding» of woorden van gelijke strekking, gevolgd door een lijst van de in de waar aanwezige ingrediënten met een opsomming in de volgorde van de hoeveelheden na de bedoelde toevoeging.

  • 2 In afwijking van artikel 6, eerste lid, mag voor eetwaren die hetzij bestaan uit een mengsel van vruchten of groenten, hetzij bestaan uit een mengsel van specerijen of kruiden, in plaats van het woord «ingrediënten» worden gebezigd de woorden «ingrediënten in wisselende verhouding» of woorden van gelijke strekking. Hierna volgt een lijst van de in de waar aanwezige grondstoffen in een willekeurige volgorde, tenzij één of meer van deze vruchten, groenten, specerijen of kruiden aanmerkelijk in gewicht overheerst.

Artikel 9

De in artikel 5, eerste lid, onder a, bedoelde lijst van ingrediënten behoeft niet te worden vermeld ten aanzien van:

  • a. verse groenten, vers fruit en aardappelen, tenzij deze produkten zijn geschild, gesneden of een andere soortgelijke behandeling hebben ondergaan;

  • b. water met koolzuur indien het water met een benaming is aangeduid waaruit die hoedanigheid blijkt;

  • c. gistingsazijn, uitsluitend indien deze afkomstig is van één basisprodukt en mits daaraan geen ander ingrediënt is toegevoegd;

  • d. kaas, boter, gezuurde melk en gezuurde room, indien er geen andere ingrediënten zijn gebruikt dan melkbestanddelen, enzymen en culturen van micro-organismen, of andere ingrediënten dan keukenzout, die noodzakelijk zijn voor de bereiding van kaas, niet zijnde verse kaas of smeltkaas;

  • e. dranken verkregen door alcoholische gisting – likeurwijn daaronder begrepen – met een gehalte van 1,2 of meer volumeprocenten alcohol bepaald bij 20 °C, en gedistilleerde dranken;

  • f. gerectificeerde alcohol waarvan het alcoholgehalte al dan niet zodanig is verlaagd dat deze geschikt wordt voor menselijke consumptie;

  • g. een eet- of drinkwaar welke bestaat uit één ingrediënt, voor zover:

    • 1°. de aanduiding van de eet- of drinkwaar en de naam van het ingrediënt identiek zijn; of

    • 2°. uit de aanduiding van de eet- of drinkwaar de aard van het ingrediënt duidelijk kan worden afgeleid.

Artikel 10

  • 1 De hoeveelheid van een ingrediënt of categorie ingrediënten die bij de bereiding van een eet- of drinkwaar is gebruikt, wordt vermeld indien het desbetreffende ingrediënt of de desbetreffende categorie ingrediënten:

    • a. voorkomt in de aanduiding of door de koper gewoonlijk met de aanduiding wordt geassocieerd;

    • b. opvallend in woord of beeld of als grafische voorstelling is aangegeven op de etikettering; of

    • c. van wezenlijk belang is om de eet- of drinkwaar te karakteriseren en het te onderscheiden van de eet- of drinkwaren waarmee het vanwege zijn benaming of aanblik zou kunnen worden verward.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een ingrediënt of een categorie ingrediënten:

    • a. waarvan het uitlekgewicht is aangegeven overeenkomstig artikel 14;

    • b. die in kleine hoeveelheid is toegevoegd voor aromatisering danwel smaakbepaling;

    • c. die voorkomt in de aanduiding, maar niet van dien aard is dat zij de keuze van de koper bepaalt, omdat de variërende hoeveelheid niet van wezenlijk belang is om de eet- of drinkwaar te karakteriseren of het niet van soortgelijke eet- of drinkwaren onderscheidt als bedoeld in artikel 8, tweede lid.

  • 3 Het eerste lid is evenmin van toepassing op zoetstoffen, en vitamines en mineralen voor zover een vermelding inzake de toevoeging daarvan in een wettelijke regeling is opgenomen.

  • 4 De in het eerste lid bedoelde hoeveelheid wordt uitgedrukt in procenten en wordt bepaald op het ogenblik dat het ingrediënt of de categorie van ingrediënten wordt gebruikt bij de bereiding van de eet- of drinkwaar.

  • 5 In afwijking van het vierde lid:

    • a. wordt bij eet- en drinkwaren die tijdens de bereiding vocht verliezen als gevolg van een thermische of andere behandeling, de in het vierde lid bedoelde hoeveelheid als volgt vermeld:

      • 1°. als percentage van het eindproduct, of

      • 2°. indien dit percentage groter dan 100 is, als het gewicht van de hoeveelheid ingrediënt, vermeld in grammen, dat voor de bereiding van 100 gram eindproduct is gebruikt;

    • b. wordt de hoeveelheid van vluchtige ingrediënten vermeld als het percentage in het eindproduct;

    • c. kan de hoeveelheid van ingrediënten die in geconcentreerde of gedroogde vorm worden gebruikt en tijdens de bereiding worden gereconstitueerd, worden vermeld als het percentage voordat ze werden geconcentreerd of gedroogd;

    • d. kan in het geval van geconcentreerde of gedroogde eet- of drinkwaren waaraan voor consumptie water of een andere vloeistof moet worden toegevoegd, de hoeveelheid van de ingrediënten worden uitgedrukt als percentage in het gereconstitueerde product.

  • 6 De in het vijfde lid bedoelde vermelding van de hoeveelheid wordt gebezigd:

    • a. in de aanduiding van de eet- of drinkwaar;

    • b. in de onmiddellijke nabijheid van de aanduiding; of

    • c. in de lijst van ingrediënten in samenhang met het betreffende ingrediënt of de categorie van ingrediënten.

§ 3.2. De nettohoeveelheid

Artikel 11

  • 1 Onder nettohoeveelheid als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c, wordt verstaan de hoeveelheid van een eet- of drinkwaar die in elk geval in de verpakking aanwezig is. Zij moet worden uitgedrukt in:

    • a. volume-eenheden bij drinkwaren en vloeibare eetwaren, en

    • b. massa-eenheden bij andere eetwaren, waarbij gebruik wordt gemaakt van liters, centiliters of milliliters, respectievelijk kilogrammen, grammen, gallons en ounces, of de daarvoor gangbare afkortingen.

  • 2 De nettohoeveelheid uitgedrukt in volume-eenheden wordt bepaald bij:

    • a. de temperatuur waarbij de waar ten verkoop voorhanden pleegt te worden gehouden, in geval van diepgevroren of bevroren drinkwaren en vloeibare eetwaren;

    • b. een temperatuur van 20 °C, indien het betreft een in een andere toestand verkerende drinkwaar of vloeibare eetwaar dan in onderdeel a bedoeld.

  • 3 Indien op grond van wettelijke bepalingen een bepaalde soort hoeveelheid, zoals nominale hoeveelheid of gemiddelde hoeveelheid moet worden vermeld, is in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, die hoeveelheid de nettohoeveelheid in de zin van artikel 5, eerste lid, onder c.

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid mag de hoeveelheid van een voorverpakte eetwaar behorende tot een van de hierna genoemde categorieën, zijn uitgedrukt in een aantal stuks:

    • a. beschuit;

    • b. bakkerswaren, die in de regel per stuk of aantal stuks worden verkocht;

    • c. verse groenten of verse vruchten die ook onverpakt per stuk of aantal stuks plegen te worden verkocht;

    • d. kippeëieren;

    • e. suikerwerk dat ook onverpakt per stuk of aantal stuks pleegt te worden verkocht.

  • 5 In afwijking van het eerste lid mag voor een voorverpakte eet- of drinkwaar waarvan de hoeveelheid ingevolge het vierde lid in een aantal stuks mag zijn uitgedrukt, een zodanige hoeveelheidsvermelding achterwege worden gelaten, indien het aantal stuks van die eet- of drinkwaar zonder opening van de verpakking van buitenaf duidelijk kan worden gezien en gemakkelijk kan worden geteld.

Artikel 12

  • 1 Indien een voorverpakte eet- of drinkwaar bestaat uit een aantal verpakte eenheden die ook als afzonderlijke verkoopeenheden aan eindverbruikers plegen te worden verhandeld, en die elk een zelfde hoeveelheid van die eet- of drinkwaar bevatten, moet:

    • a. de vermelding van de hoeveelheid van die voorverpakte eet- of drinkwaar aangeven het totale aantal van vorenbedoelde verpakte eenheden, gevolgd door de nettohoeveelheid van de eet- of drinkwaar, die één verpakte eenheid bevat;

    • b. voor zover het betreft een voorverpakte eetwaar als bedoeld in artikel 14, tevens een vermelding van het uitlekgewicht van het vaste hoofdbestanddeel van de betrokken eetwaar in één verpakte eenheid worden gebezigd, overeenkomstig het bepaalde in dat artikel.

  • 2 In afwijking van het eerste lid behoeven de aldaar bedoelde vermeldingen niet te worden gebezigd, indien het totale aantal afzonderlijke verpakte eenheden duidelijk kan worden gezien en van buitenaf gemakkelijk kan worden geteld, en de vermelding van de nettohoeveelheid van elke afzonderlijke verpakte eenheid van buitenaf duidelijk kan worden gezien.

Artikel 13

  • 1 Voor een voorverpakte eet- of drinkwaar die bestaat uit een aantal verpakte eenheden die afzonderlijk niet als een verkoopeenheid aan eindverbruikers plegen te worden verhandeld, moet behalve de vermelding van de nettohoeveelheid, tevens een vermelding worden gebezigd, die het totale aantal van vorenbedoelde eenheden aangeeft.

  • 2 In afwijking van het eerste lid behoeft de aldaar bedoelde vermelding van het aantal eenheden niet te worden gebezigd ten aanzien van suikerwerk waarvan de hoeveelheid in elke verpakte eenheid ten hoogste 15 gram is.

Artikel 14

  • 1 Voor een voorverpakte eetwaar die bestaat uit vaste bestanddelen en een opgietvloeistof, moet tevens een vermelding worden gebezigd die het uitlekgewicht van het vaste hoofdbestanddeel aangeeft. Die vermelding moet inhouden het woord «uitlekgewicht», gevolgd door de waarde van dat gewicht, met dien verstande dat het woord «uitlekgewicht» mag worden vervangen door de benaming van het vaste hoofdbestanddeel, indien een aanduiding is gebezigd waarvan de benaming van dat hoofdbestanddeel en van de opgietvloeistof deel uitmaakt.

  • 2 Opgietvloeistof moet bestaan uit een of meer van de hierna genoemde vloeistoffen:

    • a. water, waterige oplossingen van zouten, voedingszuren, suikers, zoetstoffen, pekel of azijn;

    • b. het sap van de betrokken groente of van het betrokken fruit, indien het hoofdbestanddeel van de waar verduurzaamde groente of verduurzaamd fruit is.

Artikel 15

De artikelen 11, 12 en 13 zijn niet van toepassing ten aanzien van:

  • a. voorverpakte eet- en drinkwaren die naar hun aard aanzienlijk aan volume of gewicht verliezen en hetzij per stuk worden verkocht, hetzij in aanwezigheid van de koper worden gewogen; of

  • b. voorverpakte eet- en drinkwaren waarvan de nettohoeveelheid in totaal hetzij minder dan 25 gram bedraagt in het geval van suikerwerk, hetzij minder dan 5 gram of 5 milliliter bedraagt in het geval van andere eet- of drinkwaren dan kruiden of specerijen.

§ 3.3. De datum van minimale houdbaarheid

Artikel 16

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vermelding moet bestaan uit de de woorden «ten minste houdbaar tot» gevolgd door de datum waarop de waar bij een passende wijze van bewaren nog in het bezit is van de voor die waar kenmerkende eigenschappen.

  • 3 Indien het tijdstip van minimale houdbaarheid afhankelijk is van een bijzondere wijze van bewaren, moet behalve de in het tweede lid bedoelde vermelding tevens een vermelding houdende aanwijzingen omtrent het bewaren worden gebezigd.

  • 4 De datum, bedoeld in het tweede lid, moet worden aangegeven in de volgorde dag, maand en jaar, of de daarvoor in het land van herkomst gangbare volgorde, met dien verstande dat

    • a. de dag moet worden aangegeven met een getal bestaande uit twee cijfers;

    • b. de maand moet worden aangegeven hetzij met de naam, hetzij met de gebruikelijke afkorting, hetzij met een getal bestaande uit twee cijfers; en

    • c. het jaar moet worden aangegeven hetzij met een jaartal, hetzij met een getal bestaande uit de laatste twee cijfers ervan.

  • 5 Indien de in het tweede lid bedoelde datum ligt binnen drie maanden na de datum van het verpakken, mag worden volstaan met de vermelding van de dag en de maand.

  • 6 Indien de in het tweede lid bedoelde datum ligt:

    • a. tussen drie en achttien maanden na de datum van het verpakken, mag worden volstaan met de vermelding van de maand en het jaar;

    • b. na achttien maanden na de datum van het verpakken, mag worden volstaan met de vermelding van het jaar;

    een en ander met dien verstande dat in afwijking van het in het tweede lid bepaalde, de datum moet worden voorafgegaan door de woorden «ten minste houdbaar tot einde».

  • 7 Het vierde lid, onder b, is niet van toepassing voor zover de vermelding van de desbetreffende maand wordt bereikt door middel van inkerving van de rand van het etiket, onder de volgende voorwaarden:

    • a. aan de rand van het etiket moet ten minste de beginletter van de naam van iedere maand worden vermeld; en

    • b. de vermelding van de maanden moet geschieden in de gebruikelijke volgorde.

  • 8 De in het eerste lid bedoelde vermelding behoeft niet te worden gebezigd ten aanzien van:

    • a. verse groenten – andere dan gekiemde zaden en soortgelijke produkten zoals scheuten van peulvruchten –, vers fruit en aardappelen, tenzij deze produkten zijn geschild, gesneden of een andere soortgelijke behandeling hebben ondergaan;

    • b. wijn, likeurwijn, mousserende wijn, gearomatiseerde wijn en soortgelijke uit andere vruchten dan druiven verkregen produkten;

    • c. andere alcoholhoudende dranken dan onder b bedoeld, met een gehalte van 10 of meer volumeprocenten alcohol, bepaald bij 20° C;

    • d. alcoholvrije dranken, vruchtesappen, vruchtennectars en alcoholhoudende dranken in afzonderlijke verpakkingen van meer dan 5 liter, bestemd voor levering aan instellingen;

    • e. brood- of banketbakkerijprodukten welke naar hun aard bestemd zijn om binnen vierentwintig uur na de bereiding te worden geconsumeerd;

    • f. azijn;

    • g. keukenzout;

    • h. suikers in vaste vorm;

    • i. suikerwerk, bijna uitsluitend bestaande uit gearomatiseerde of gekleurde suiker of suikers;

    • j. kauwpreparaten andere dan van tabak;

    • k. afzonderlijke porties consumptie-ijs.

§ 3.4. De uiterste consumptiedatum

Artikel 17

  • 1 De uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder d, moet worden gebezigd voor eet- of drinkwaren die uit microbiologisch oogpunt zeer bederfelijk zijn en derhalve na korte tijd een onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vermelding moet bestaan uit de woorden «te gebruiken tot» gevolgd door de uiterste datum waarop de waar moet worden geconsumeerd teneinde bedoeld gevaar te voorkomen.

  • 3 Indien het eerste lid van toepassing is, moet tevens een aanwijzing omtrent de bewaring en het gebruik als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e, worden gebezigd.

§ 3.5. Overige vermeldingen

Artikel 18

De aanwijzing omtrent de bewaring en het gebruik, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e, wordt gebezigd:

  • a. indien de eet- of drinkwaar op een bijzondere wijze moet worden bewaard; onderscheidenlijk

  • b. indien zonder de aanwijzing omtrent het gebruik of het gebruiksklaar maken de eet- of drinkwaar niet op de juiste wijze kan worden gebruikt of gebruiksklaar worden gemaakt.

Artikel 19

De vermelding van de gegevens omtrent de producent, importeur of leverancier, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder f, moet bestaan uit de naam of de handelsnaam en het adres, met dien verstande dat voor rechtspersonen de vermelding van het adres mag worden vervangen door de vermelding van de plaats van vestiging.

Artikel 20

De vermelding van de plaats van oorsprong of herkomst, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder g, moet bestaan uit een regionale, territoriale of topografische vermelding, en moet worden gebezigd indien weglating ervan de koper zou kunnen misleiden ten aanzien van de werkelijke oorsprong of herkomst.

Artikel 21

  • 1 Het alcoholgehalte, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder h, moet worden gebezigd voor dranken met een effectief alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocenten, en moet bestaan uit het symbool «% vol», voorafgegaan door het werkelijke gehalte, bepaald bij 20 °C, en weergegeven met ten hoogste een decimaal. Deze vermelding wordt al dan niet voorafgegaan door «alcohol» of «alc.».

  • 2 Indien het absolute verschil tussen het vermelde alcoholgehalte en het werkelijke gehalte van de hieronder genoemde dranken minder bedraagt dan het achter de betrokken drank aangegeven percentage, voldoet een zodanige vermelding aan het in het eerste lid bepaalde:

    • a. voor bier met een alcolholgehalte van ten hoogste 5,5% vol: 0,5% vol;

    • b. voor bier met een alcoholgehalte van meer dan 5,5% vol: 1% vol;

    • c. voor niet-mousserende gegiste dranken op basis van druiven: 0,5% vol;

    • d. voor mousserende gegiste dranken op basis van druiven, alsmede voor gegiste dranken op basis van andere vruchten dan druiven, eventueel parelend of mousserend: 1% vol;

    • e. voor dranken op basis van gegiste honing: 1% vol;

    • f. voor dranken met vruchten of plantedelen: 1,5% vol;

    • g. voor overige dranken: 0,3% vol.

Artikel 22

  • 1 De vermelding betreffende de produktiepartij, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder i, en tweede lid, geschiedt in de vorm van een nummercode op de wijze waarop deze in het land van herkomst gebruikelijk is danwel is voorgeschreven.

  • 2 In afwijking van artikel 5, eerste lid, onder i, mag de vermelding betreffende de produktiepartij van voorverpakt consumptie-ijs worden gebezigd op de verzamelverpakking van individuele porties van die waar.

  • 3 De in artikel 5, tweede lid, bedoelde vermelding behoeft niet te worden gebezigd voor eet- of drinkwaren, zijnde landbouwgrondstoffen, welke van de producent

    • a. aan opslag-, behandelings- of verpakkingsbedrijven worden verkocht of afgeleverd,

    • b. voor onmiddellijke opneming in een operationeel bereidings- of verwerkingssysteem worden opgehaald.

  • 4 De datum van minimale houdbaarheid onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum, voor zover deze een dagaanduiding inhoudt, geldt als een vermelding als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 23

De vermelding betreffende een verpakkingsgas, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder j, bestaat uit de woorden «verpakt onder beschermende atmosfeer» en wordt gebezigd voor eet- of drinkwaren waarvan de houdbaarheid is verlengd met behulp van de – bij of krachtens enige wettelijke regeling toegelaten – verpakkingsgassen.

§ 4. Het aanbrengen van aanduidingen en vermeldingen

Artikel 24

De in dit besluit bedoelde aanduiding en vermeldingen moeten duidelijk zichtbaar en met het blote oog gemakkelijk leesbaar zijn aangebracht en mogen niet door vegen kunnen worden uitgewist. Zij moeten, behoudens de vermelding, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder i, in elk geval in een van de volgende talen zijn gesteld: Nederlands, Papiaments, Engels of Spaans.

Artikel 25

  • 1 Voor wat betreft voorverpakte eet- of drinkwaren moeten de in dit besluit bedoelde aanduiding en vermeldingen voorkomen op de verpakking of op een daaraan gehecht etiket.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, behoeven de aanduiding en vermeldingen, behoudens de vermelding, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder i, slechts op de handelsdocumenten voor te komen die de desbetreffende voorverpakte eet- of drinkwaren vergezellen of die tegelijkertijd met of voor de aflevering worden verzonden, indien

    • a. de desbetreffende waar, hoewel als zodanig bestemd voor de eindverbruiker niet zijnde een instelling, wordt verhandeld in een stadium voor de uiteindelijke aflevering;

    • b. de desbetreffende waar is bestemd om aan instellingen te worden afgeleverd om daar te worden toebereid, verwerkt, in porties verdeeld, of om daar in het kader van een maaltijdverstrekking te worden afgeleverd;

    mits op de buitenste verpakking waarin de waar wordt verhandeld, worden gebezigd:

    • 1°. de aanduiding;

      en de volgende vermeldingen:

    • 2°. de gegevens omtrent de producent, verpakker of verkoper; en

    • 3°. de datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum.

  • 3 Voor wat betreft voorverpakte eet- en drinkwaren moeten de volgende vermeldingen zodanig zijn aangebracht dat zij zich bevinden in het zelfde gezichtsveld als de aanduiding:

    • a. de nettohoeveelheid;

    • b. de datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum, met dien verstande dat mag worden volstaan met de woorden «ten minste houdbaar tot», of «ten minste houdbaar tot einde», onderscheidenlijk «te gebruiken tot», mits deze vermelding wordt gevolgd door een verwijzing naar de plaats op of aan de verpakking waar de datum voorkomt;

    • c. het alcoholgehalte.

  • 4 In afwijking van artikel 5, eerste lid, mag op de verpakking van voorverpakte eet- of drinkwaren waarvan het grootste vlak kleiner is dan 10 cm2, worden volstaan met de vermelding van de nettohoeveelheid en de datum van minimale houdbaarheid, onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum.

  • 5 In afwijking van de artikelen 3 en 5, eerste lid, behoeven op gestandaardiseerde tapmaatflessen, waarin melk of melkprodukten zijn verpakt, slechts de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum, alsmede gegevens omtrent de producent, verpakker of verkoper te worden gebezigd.

Artikel 26

  • 1 Voor wat betreft een niet voorverpakte eet- of drinkwaar als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdelen b, c en e, moeten de aanduiding alsmede de vermelding van de nettohoeveelheid voor het publiek in ieder geval duidelijk zichtbaar zijn aangebracht op het voorwerp waarin of waarop de betrokken waar zich bevindt, of op een onmiddellijk boven bedoeld voorwerp geplaatst(e) bord of kaart.

  • 2 Voor wat betreft een niet voorverpakte eet- of drinkwaar als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder e, moet bovendien de vermelding van de produktiepartij voorkomen op de verpakking of op een daaraan gehecht etiket, of, indien zulks niet mogelijk is, op het handelsdocument dat de betrokken waar vergezelt.

Artikel 27

Voor wat betreft een verpakte eet- of drinkwaar moeten de aanduiding alsmede de vermelding van de produktiepartij zijn aangebracht op de verpakking, of, indien zulks niet mogelijk is, op het handelsdocument dat de betrokken waar vergezelt.

Artikel 28

Voor wat betreft een onverpakte eet- of drinkwaar moet de aanduiding voor het publiek duidelijk zichtbaar zijn aangebracht op het voorwerp waarin of waarop de betrokken waar zich bevindt, of op een onmiddellijk boven bedoeld voorwerp geplaatst bord of geplaatste kaart.

Artikel 29

  • 1 Indien zich in een verpakking een in afzonderlijk verpakte eenheden verdeelde hoeveelheid van een zelfde eet- of drinkwaar bevindt, wordt eerstbedoelde verpakking aangemerkt als de verpakking, bedoeld in artikel 25, eerste lid.

  • 2 Indien zich in een verpakking een voorverpakte eet- of drinkwaar, dan wel een in afzonderlijk verpakte of onverpakte eenheden verdeelde hoeveelheid van verschillende eet- of drinkwaren, al dan niet met andere waren bevindt, wordt eerstbedoelde verpakking aangemerkt als de verpakking, bedoeld in artikel 25, eerste lid. Op bedoelde verpakking behoeven slechts de aanduiding en de vermelding van de nettohoeveelheid van elke afzonderlijke eet- of drinkwaar te worden vermeld, mits op de verpakking van de afzonderlijke eenheden de voor de betrokken eet- of drinkwaren voorgeschreven aanduiding en vermeldingen zijn aangebracht.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid behoeven de in die leden voorgeschreven aanduiding en vermeldingen niet op de buitenzijde van de volgens die leden aangemerkte verpakking of op een op die verpakking aangebracht etiket te zijn aangebracht, indien die verpakking helder doorzichtig is, en de zich in bedoelde verpakking bevindende eenheden de volgens dit besluit voorgeschreven aanduiding en vermeldingen dragen en deze voldoende zichtbaar zijn.

Artikel 30

  • 1 Aanduidingen, vermeldingen of voorstellingen die doordat zij onjuist of onvolledig zijn of een onjuiste indruk wekken, misleidend zijn met betrekking tot de kenmerken van de betrokken eet- of drinkwaar, en met name tot de aard, identiteit, hoedanigheid, samenstelling, hoeveelheid, houdbaarheid, oorsprong of herkomst, wijze van vervaardiging of verkrijging, mogen bij het verhandelen van eet- en drinkwaren, en bij de aanprijzing ervan, niet worden gebezigd.

  • 2 In de zin van het eerste lid worden in elk geval als misleidend beschouwd aanduidingen, vermeldingen of voorstellingen die

    • a. aan de betrokken eet- of drinkwaar effecten of eigenschappen toeschrijven die deze niet bezit; of

    • b. suggereren dat de betrokken eet- of drinkwaar bijzondere kenmerken vertoont, hoewel alle soortgelijke eet- of drinkwaren dezelfde kenmerken bezitten.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 31

  • 1 Indien in enig wettelijk voorschrift is bepaald dat ten aanzien van een bepaalde eet- of drinkwaar of een bepaalde categorie van eet- of drinkwaren, de aanduiding, bedoeld in artikel 3, of één of meer der vermeldingen, bedoeld in artikel 5, eerste, onderscheidenlijk tweede lid, niet mogen, dan wel niet behoeven te worden gebezigd, is met betrekking tot die eet- of drinkwaar of die categorie van eet- of drinkwaren het in genoemde artikelen bepaalde niet van toepassing, voor zover het die aanduiding of de betrokken melding betreft.

  • 2 Indien ten aanzien van een bepaalde eet- of drinkwaar of een bepaalde categorie van eet- of drinkwaren, met betrekking tot een aanduiding, bedoeld in artikel 3, of één of meer der vermeldingen als bedoeld in artikel 5, eerste, onderscheidenlijk tweede lid, een vrijstelling of ontheffing is verleend van een ander wettelijk voorschrift dan het onderhavige besluit, is het in genoemde artikelen bepaalde niet van toepassing, voor zover het die aanduiding of betrokken vermeldingen betreft.

Artikel 32

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is, en werkt terug tot en met 11 november 2004.

Bijlage I

Deze bijlage behoort bij artikel 7, tweede lid, onder a, van het Besluit etikettering van levensmiddelen BES

De in artikel 7, tweede lid, onder a, bedoelde ingrediënten zijn de volgende:

Definitie

Vermelding

Andere geraffineerde oliën dan olijfolie

«olie», nader omschreven met:

 

– de aanduiding «plantaardig» of «dierlijk», naar gelang van het geval; of

 

– de aanduiding van de specifieke plantaardige of dierlijke oorsprong.

 

De aanduiding «gehard» wordt toegevoegd aan de aanduiding van een geharde olie.

Geraffineerde vetten

«vet», nader omschreven met:

 

– de aanduiding «plantaardig» of «dierlijk», naar gelang van het geval; of

 

– de aanduiding van de specifieke plantaardige of dierlijke oorsprong.

Mengsels van meel van twee of meer graansoorten

De aanduiding «gehard» wordt toegevoegd aan de aanduiding van een gehard vet.

 

«meel», gevolgd door de vermelding van de graansoorten waarvan het afkomstig is, in dalende volgorde van hun gewichtspercentage.

Natief zetmeel en langs fysische weg of enzymen gemodificeerd zetmeel

«zetmeel» nader aangevuld met een omschrijving van de specifieke plantaardige oorsprong indien dat ingrediënt gluten kan bevatten.

Alle soorten vis wanneer die vis een ingrediënt vormt van een ander levensmiddel, tenzij de aanduiding en de presentatie van die eet- of drinkwaar duiden op een speciale soort vis

vis

Alle soorten kaas wanneer de kaas of het mengsel van kaassoorten een ingrediënt vormt van een ander levensmiddel, tenzij de aanduiding en de presentatie van die eet- of drinkwaar duiden op een speciale soort kaas

kaas

Alle specerijen die niet meer dan 2% van het gewicht van de eet- of drinkwaar uitmaken

«specerijen» of «mengsel van specerijen»

Alle kruiden of delen daarvan die niet meer dan 2% van het gewicht van de eet- of drinkwaar uitmaken

«kruiden» of «mengsel van kruiden»

Alle soorten gompreparaten die voor de bereiding van gom als basis voor kauwgom worden gebruikt

gom

Alle soorten paneermeel

paneermeel

Alle categorieën saccharose

suiker

Watervrije dextrose en dextrosemonohydraat

dextrose

Glucosestroop en gedehydrateerde glucosestroop

glucosestroop

Alle melkeiwitten (caseïne, caseïnaten en eiwitten van wei) en mengsels daarvan

melkeiwitten

Cacaopersboter cacao-wringboter of geraffineerde cacaoboter

cacaoboter

Alle geconfijte vruchten die niet meer dan 10% van het gewicht van de eet- of drinkwaar uitmaken

geconfijte vruchten

Mengsels van groenten die niet meer dan 10% van het gewicht van de eet- of drinkwaar uitmaken

groenten

Alle soorten wijn

wijn

Bijlage II

Deze bijlage behoort bij artikel 7, tweede lid, onder b, van het Besluit etikettering van levensmiddelen BES

De in artikel 7, tweede lid, onder b, bedoelde categorieën van levensmiddelenadditieven zijn de volgende:

antiklontermiddel

 

antioxydant

 

antischuimmiddel

 

bevochtigingsmiddel

 

conserveermiddel

 

drijfgas

 

emulgator

 

geleermiddel

 

gemodificeerd zetmeel

(de specifieke aanduiding of het EG-nummer behoeven niet vermeld te worden)

glansmiddel

 

kleurstof

 

meelverbeteraar

 

rijsmiddel

 

smaakversterker

 

smeltzout

(alleen voor smeltkaas en produkten op basis van smeltkaas)

stabilisator

 

verdikkingsmiddel

 

verstevigingsmiddel

 

voedingszuur

 

vulstof

 

zoetstof

 

zuurteregelaar

 
Naar boven