Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Rijkswet van 7 september 2010 tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Curaçao en Sint Maarten de hoedanigheid van land in het Koninkrijk verkrijgen, dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba toetreden tot het staatsbestel van Nederland, dat in verband daarmee besloten is om de Nederlandse Antillen op te heffen als land en dat daarom wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden noodzakelijk is;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, artikel 55 van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

  • 1 Curaçao en Sint Maarten hebben elk de hoedanigheid van land in het Koninkrijk.

  • 2 Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn onderdeel van het staatsbestel van Nederland.

  • 3 Het land de Nederlandse Antillen is opgeheven.

Artikel IV

  • 1 Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel V

Deze rijkswet wordt aangehaald als: Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen.

Artikel VI

De tekst van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt na de inwerkingtreding van de artikelen I en II van deze rijkswet in het Staatsblad, het Publicatieblad van Curaçao, het Afkondigingsblad van Aruba en het Afkondigingsblad van Sint Maarten geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 7 september 2010

Beatrix

DeMinister-President, MinistervanAlgemene Zaken,

J. P. Balkenende

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de vijftiende september 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven