Instellingsbesluit Commissie Samson

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 22-03-2012 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie en de Minister voor Jeugd en Gezin van 16 augustus 2010, nr. DDS 5663593, houdende instelling van de Commissie onderzoek seksueel misbruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid in instellingen zijn geplaatst (Instellingsbesluit Commissie Samson)

De Minister van Justitie en de Minister voor Jeugd en Gezin,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Ministers: de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. de Commissie: de Commissie onderzoek seksueel misbruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid in instellingen zijn geplaatst.

Artikel 2. Instelling

Er is een Commissie onderzoek seksueel misbruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid in instellingen zijn geplaatst.

Artikel 3. Taak

De Commissie heeft tot taak onderzoek te doen naar:

  • a. signalen van seksueel misbruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid zijn geplaatst in (rijks)instellingen en pleeggezinnen;

  • b. bekendheid bij de overheid van signalen als bedoeld onder a;

  • c. de reactie van de overheid op signalen als bedoeld onder a;

  • d. huidige mechanismen voor signalering van seksueel misbruik van minderjarigen als bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1 De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zeven andere leden.

  • 2 De leden van de Commissie worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 3 genoemde taken.

  • 3 De leden van de Commissie worden op eigen aanvraag door de Ministers tussentijds ontslagen.

  • 4 De leden kunnen voorts door de Ministers worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 5 Nieuwe leden van de Commissie worden, op aanbeveling van de voorzitter, door de Ministers benoemd.

Artikel 5. Leden

Als leden van de Commissie worden benoemd:

  • a. Mevrouw mr. H.W. Samson-Geerlings, voormalig procureur-generaal, tevens voorzitter;

  • b. Mevrouw prof. dr. mr. C.C.J.H. Bijleveld, hoogleraar criminologie aan de Vrije Universiteit;

  • c. Mevrouw dr. S. Dijkstra, lector hogeschool Avans Breda;

  • d. De heer prof. dr. mr. G.D. Minderman, bijzonder hoogleraar Public Governance en Public Law aan de faculteit der economische wetenschappen en bedrijfskunde aan de Vrije Universiteit;

  • e. De heer prof. dr. J. Hendriks, hoofd van de jeugdafdeling van het poliklinisch forensisch psychiatrische centrum De Waag te Den Haag en tevens bijzonder hoogleraar Forensische Psychiatrie en Psychologie aan de Vrije Universiteit en Bijzonder Hoogleraar Forensische Orthopedagogische Diagnostiek en Behandeling aan de Universiteit van Amsterdam.

  • f. De heer prof. dr. H.E.M. Baartman, emeritus hoogleraar Preventie en Hulpverlening inzake Kindermishandeling aan de Vrije Universiteit.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1 De Commissie heeft een secretaris.

  • 2 De secretaris is voor zijn werkzaamheden verantwoording schuldig aan de voorzitter van de Commissie.

  • 3 Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd.

  • 4 De secretaris en andere medewerkers zijn geen lid van de Commissie.

  • 5 De Ministers dragen, na overleg met de Commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Commissie.

Artikel 7. Inbreng deskundigen

De Commissie kan zich op onderdelen van haar taak laten bijstaan door personen van zowel binnen als buiten de overheid, van wie de deskundige inbreng van belang kan zijn voor het onderzoek.

Artikel 8. Rapport

  • 1 De Commissie brengt uiterlijk 31 december 2012 een rapport uit aan de Ministers.

  • 2 Het rapport wordt algemeen beschikbaar gesteld.

  • 3 Indien de Commissie daartoe aanleiding ziet in de bevindingen van het onderzoek, doet zij tussentijds verslag aan de Ministers.

  • 4 Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de Commissie in de weg staan aan het tijdig uitbrengen van het rapport, dan stelt zij de Ministers daarvan onverwijld op de hoogte.

  • 5 De Ministers beslissen over de eventuele verlenging van de termijn bedoeld in het eerste lid en brengen de Commissie daarvan schriftelijk op de hoogte.

Artikel 9. Vergoeding

De leden van de Commissie, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen een vaste vergoeding per maand, gebaseerd op salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en een arbeidsduurfactor van 8/36.

Artikel 10. Archivering

De archiefbescheiden van de Commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 augustus 2010.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Samson.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

De

Minister

voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Naar boven